In deze presentatie worden resultaten gepresenteerd: 1) van literatuuronderzoek naar determinanten van een inactieve leefstijl bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie; en 2) semigestructureerd interviewonderzoek bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie (n = 4) naar de wensen en behoeften t.a.v. een mobiele leefstijlapplicatie. Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat problemen met de toegankelijkheid van winkels en gebouwen (n=6), fysieke gezondheidsproblemen (n=6) en kosten verbonden aan trainingen (n=5) de meest voorkomende beweegbarrières zijn bij mensen met een dwarslaesie. Verder werd gevonden dat een hogere eigen-effectiviteit ten aanzien van bewegen was gerelateerd aan meer bewegen. Uit het interviewonderzoek is naar voren gekomen dat mensen met een dwarslaesie behoefte hebben aan diverse functies in een digitale leefstijlapplicatie, zoals: informatie over beweegactiviteiten, eigen beweeggedrag bijhouden, leefstijlbegeleiding en een forum.
DOCUMENT
Centraal staat de vraag van vijf basisscholen hoe de breed geïmplementeerde mobiele technologie didactisch wordt ingezet door leerkrachten en hoe deze inzet versterkt kan worden. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen. De huidige situatie is in kaart gebracht aan hand van de iPAC vragenlijst. Vervolgens zijn de resultaten besproken in focusgroepen met leerkrachten, leerlingen en de leidinggevenden. Uit het onderzoek blijkt dat de inzet op dit moment veelal gebonden is aan de gangbare onderwijsmethodesoftware, instructie van de leerkracht en voor het digitaal maken van verwerkingsopdrachten in het klaslokaal. Maar leerkrachten zien zeker meer kansen en benoemen in het rapport ondersteunende factoren.
DOCUMENT
Hoe wordt de breed geïmplementeerde mobiele technologie didactisch ingezet door leerkrachten en hoe kan deze inzet versterkt worden? Om op deze vragen antwoord te kunnen geven, hebben we een verkennend onderzoek uitgevoerd bij Atlant Basisonderwijs in de regio IJmond. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen die onder hetzelfde bestuur vallen. Het pedagogisch-didactisch model iPAC waarbij mobiel leren wordt ingezet ten behoeve van gepersonaliseerd leren, samenwerkend leren en authentieke leertaken, was bruikbaar om leerpraktijken te beschrijven. Vervolgens zijn we met focusgroepen in gesprek gegaan. In dit rapport zijn de bevindingen terug te lezen.
DOCUMENT
Dit essay geeft een systeemvisie op het ontwikkelen van embedded software voor slimme systemen: (mobiele) robots en sensornetwerken.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 6 waarin wordt beschreven hoe de ontwikkelde leefstijlapp is geëvalueerd in een pilotstudie.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van een serie van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 1 waarin een planningsgroep is samengesteld en inzicht is verkregen in de aard en oorzaken van de leefstijlproblematiek die speelt bij rolstoelgebruikers.
DOCUMENT
Naast sport- en beweegaanbod en ruimtelijke ordening biedt ook innovatieve technologie nieuwe mogelijkheden om mensen te stimuleren meer te bewegen. Op basis van onderzoeksresultaten en praktijkrealisaties in Amsterdam en Eindhoven worden mogelijkheden die innovatieve technologie kan bieden voor een actieve en sportieve leefstijl en leefomgeving weergegeven. Ook worden voorbeelden gegeven van persoonlijke evidence based hardloop apps en andere interactieve technologieën (zoals beacons en interactieve hardloop en wandelroutes) om beweeggedrag in de openbare ruimte te vergroten.
DOCUMENT
ICT is veel meer dan een hulpmiddel bij onderwijs en opleiding: zij provoceert een voortdurend nieuwe kijk op de essentie van leren en daarmee ook op het leraarschap. Opvallend is dat ICT in onderwijs penetreert nog voordat er enig model of theorievorming over haar bijdrage gevormd is; dat is pragmatisch en opportunistisch. Sterker nog: als we achteraf kijken naar hervormingen van onderwijsopvattingen, dan worden ze vaak aangedreven door technologische innovaties op dat moment: de entree van de boekdruk, telecommunicatie, computersystemen en virtuele realiteit. Binnenkort zullen we ingrijpende invloeden zien vanuit de biotechnologie, genetische modificatie, nanotechnologie etcetera. De huidige stap van laptop naar het veelkunnende mobieltje is er slechts één van de lange rij ICT-hulpmiddelen die er nog aan gaan komen. Als we de trend van ICT in onderwijs doortrekken, dan valt te verwachten dat 'mobiel leren' vooral zal leiden tot 'ubiquitous learning': overal- en voortdurend leren. Het begrip 'learning by heart' krijgt opnieuw betekenis: niet alleen het 'van buiten' leren, maar het opbouwen van een relatie met het onderwerp dat je bestudeert. De persoon van de docent wordt nog belangrijker dan hij nu al is. Mobiele communicatie gaat haar eerste vruchten afwerpen bij het 'voortdurend leren' van de docent. Het mobieltje en de on-line PDA gaan hierin een cruciale rol spelen. De Fontys lerarenopleidingen nemen met enthousiasme deze voortrekkersrol op zich. Het lectoraat Educatieve Functies van ICT begeleidt docenten en promovendi hierbij.
DOCUMENT
White paper Media Future Week Almere Het jaar 2011 werd door Neelie Kroes (Europees Commissaris ‘Digitale Agenda’) afgesloten met de presentatie van een nieuwe Europese richtlijn die ervoor moet zorgen dat overheden meer data voor hergebruik ter beschikking stellen. Open data is volgens Kroes 'goud waard'. Ook binnen de Nederlandse overheid groeit de aandacht voor open data. In de door het rijk geïnitieerde wedstrijd ‘Apps voor Nederland’ (http://www.appsvoornederland.nl/) konden deelnemers mobiele applicaties ontwikkelen met beschikbare overheidsdata. Onder die ontwikkelaars waren eerstejaars studenten Communication & Media Design van de Hogeschool Utrecht. Zij hebben eind vorig jaar enthousiast gepionierd en succesvolle concepten bedacht die gezien de overeenkomsten met de ‘prijswinnende applicaties’ (http://www.appsvoornederland.nl/nieuws/winnaars‐apps‐voor‐nederland‐bekend) zeker kans van slagen zouden hebben. Zie bijvoorbeeld de web‐based app ‘iHBO’ (http://www.appsvoornederland.nl/apps/ihbo) van Rein Krijgsman, Robert van Assenbergh en Pjotr Sen. Deze applicatie biedt aankomend studenten, ouders en decanen informatie op maat om een weloverwogen en goed geïnformeerde studiekeuze te kunnen maken. Het was volgens de studenten leuk en leerzaam om nieuwe dienstverlenende
DOCUMENT
Onder crossmedia wordt hier verstaan het gebruik van meerdere media (TV, Internet, mobiel, evenementen, print, radio et cetera) in de communicatie. Zodra meerdere media worden ingezet in het overbrengen van een boodschap of verhaal dringt de vraag zich op naar de ‘orkestratie’ van de verschillende media: Welke content op welk medium? Hoe verhouden de verschillende media zich tot elkaar? Waar is onderlinge versterking mogelijk? Welke eigenschappen van de verschillende media worden gebruikt in relatie tot de doelgroep? Et cetera. Deze vragen hebben de laatste jaren aan urgentie gewonnen door de opkomst en toenemende dominantie van internet en mobiele toepassingen. Dit heeft ingrijpende consequenties voor de productie, aggregatie, distributie en consumptie van content, waardoor het bijvoorbeeld veel makkelijker is geworden content over verschillende media te verspreiden en te consumeren (Van Vliet, 2008; Brussee & Hekman, 2009). In deze publicatie staan vijf afstudeeronderzoeken centraal die door studenten van de Hogeschool Utrecht zijn uitgevoerd, onder begeleiding van het lectoraat. In de vorige editie betrof dit in alle gevallen nog studenten van de opleiding Digitale Communicatie van de Faculteit Communicatie en Journalistiek, nu zijn er ook studenten betrokken van andere opleidingen van de faculteit en ook studenten van een andere faculteit (Natuur en Techniek). Het onderzoek van Lisanne Groenendaal naar kunstbeleving is gerelateerd aan een grotere onderzoekslijn naar de relatie tussen crossmedia en cultureel erfgoed (Van Vliet, 2009). Het onderzoek van Thomas Tijdink sluit aan bij het project History of the Future, naar de rol van toekomstverwachtingen uit het verleden voor onze huidige verwachtingen over nieuwe media. Het doorlopende onderzoek naar business modellen is de context geweest voor het onderzoek van Masoud Banbersta naar het succes van Twitter. En de vraag naar de rol van crossmedia in het onderwijs is door de afstudeerders Richard Deuzeman, Jeroen van Leeuwen en Yun Chen concreet gemaakt door te kijken naar de introductie van weblectures. Het spreekt dan ook voor zich dat de hier gepresenteerde onderzoeksresultaten slechts een tussenopname zijn die ingeweven zullen worden in andere publicaties en onderzoeksprojecten.
DOCUMENT