Het beeld van Parijs is onlosmakelijk verbonden met het beeld van de clochards. Een roman of bioscoopfilm over de stad is niet compleet als er niet ergens een clochard figureert. En in het straatbeeld zijn ze net zo talrijk als de monumenten. De Parijzenaren hebben een zwak voor hun onbehuisden. Maar niet voor allemaal. Want niet elke dakloze is een dakloze.
Uit de Inleiding De Hogeschool van Utrecht heeft sinds september 2002 de leerstoel Monumentenzorg in de Praktijk. In de monumentenzorg en het restauratiebedrijf bestaat ongerustheid over de instroom van gekwalificeerd personeel op de restauratiegroeimarkt. De instelling van de leerstoel bij een hogeschool duidt op een praktische oriëntatie. Wat is "monumentenzorg in de praktijk"? Ik begin mijn betoog met de toenemende uitbreiding en verschuiving van het vakgebied, vervolgens vertel ik over de kennisbehoefte in de restauratiepraktijk en licht u ten slotte in over de opzet van restauratieonderwijs in Utrecht.
MULTIFILE
Achtergrond. Zeespiegelstijging vormt wereldwijd een bedreiging voor laaggelegen kustgebieden. Na 2050 treedt mogelijk een versnelling op, maar onduidelijk is wanneer deze versnelling optreedt en hoe groot de versnelling zal zijn. Het landelijk Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KPZ-2020-2026) tracht hierin meer inzicht te krijgen en eerste stappen te zetten in de ontwikkeling van alternatieve waterveiligheidsstrategieën. Vraagarticulatie. In 2020 is een zorgvuldig proces gevolgd voor de vraagarticulatie waaraan onderzoekers, Zeeuwse overheden en enkele maatschappelijke partners hebben deelgenomen. Het proces heeft geresulteerd in de (hoofd)praktijkvraag: “Hoe kan in de ruimtelijke inrichting van land-waterovergangen geanticipeerd worden op verschillende scenario’s voor (versnelde) zeespiegelstijging?” Hoofdvraag en doelstelling. Dit voorstel benadert de ontwikkeling van waterveiligheidsstrategieën als een ruimtelijk vraagstuk waarbij we onderzoek doen naar het verbinden van gebiedsopgaven, toepassing van dijkconcepten gebaseerd op Bouwen met Natuur (BmN), en het ontwikkelen van maatschappelijk draagvlak voor ingrijpende landschapsveranderingen, aan de hand van vier onderzoeksvragen die zich richten op: • Ruimtelijke kwaliteit landschap en samenhang met draagvlak voor ruimtelijke strategieën; • Fysische en ecologische randvoorwaarden voor BmN-oplossingen en inpassing in ruimtelijke strategieën; • Drijvende krachten en barrières voor draagvlak via participatieve ontwerpprocessen; • Richtlijnen voor ontwikkeling van ruimtelijke strategieën, zowel voor het ruimtelijk ontwerp als het ontwerpproces. Methoden. Het onderzoek wordt uitgewerkt voor de Westerschelde waarbij wordt geschakeld tussen twee ruimtelijke schaalniveaus: de Westerschelde (bekken-niveau) en living labs (op drie locaties). Een mix van methoden wordt toegepast waaronder surveys (Public Participation GIS), interviews, GIS-analyses, modellering van BmN meegroei-oplossingen (Delft3D-FM), en evaluatie van het ‘sociaal leerproces’ in research-through-design ontwerpateliers. Resultaat. Het onderzoek resulteert in een methodiek/werkwijze die vanaf 2026 (na afloop van huidige Kennisprogramma Zeespiegelstijging) kan worden toegepast door publieke professionals in (bedijkte) kustgebieden. Consortium. HZ University of Applied Sciences (penvoerder), Wageningen University, NIOZ, Natuurmonumenten, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat Zee en Delta, Waterschap Scheldestromen, Gemeenten Borsele, Hulst, Kapelle, Reimerswaal, Vlissingen. In de livings labs worden lokale stakeholders betrokken.
Textielbedrijven moeten innoveren, instappen in een wereld die in toenemende mate beheerst wordt door Internet Of Things, Domotica en andere Smart producten. Textiel is een perfect platform voor deze connected omgeving: het is als interieur- en vloerbedekking een geaccepteerd onderdeel van onze leefomgeving en is qua structuur zeer geschikt voor integratie met elektrische componenten. Internationale bedrijven als Nike en Adidas pikken dit op, maar ook Google en Apple hebben recente patenten over in textiel geïntegreerde ICT. Nederlandse bedrijven willen hierop inspelen, maar hebben individueel niet de expertise om dit soort innovatieve producten te ontwikkelen. Tien textiel- en elektronicabedrijven, die de hele waardeketen omspannen, ontwikkelen met lectoren, docenten en studenten van Saxion en Fontys de route naar ‘embedded textile’. Doel is dat elektronische componenten direct en precies met deze textiele drager kunnen worden geïntegreerd, waardoor ze kunnen communiceren in en met de omgeving. Productiemethodes die ingezet gaan worden zijn Inkjet printen, 3D weven, technisch borduren, lamineren en Nano-coaten. Het resultaat: een innovatief meerlaags robuust textiel dat functionaliteiten mogelijk maakt als licht, warmte (energie-transitie) en sensing (gezondheid & veiligheid) in producten zoals fotovoltaïsche overkappingen, adaptieve zonwering, slimme vloerbedekking en beschermende kleding. Deze producten stellen bedrijven in staat om in te spelen op dit soort megatrends. Ons doel is minimaal drie demonstrators te ontwikkelen die de praktijktoepassing van embedded textile voor bedrijven inzichtelijk maken. Door de deelname van productiebedrijven uit de gehele voortbrengingsketen is voorzien in evenzoveel relevante business cases. Daarmee staat de nieuwe embedded textieltechnologie midden in de markt van the Internet of Things.
De documentaire Identical Strangers (2018) verhaalt van eeneiige drielingen die in het naoorlogse New York bij adoptie van elkaar zijn gescheiden en in verschillende sociale milieus terechtgekomen. Wanneer ze elkaar bij toeval ontmoeten, blijkt dat ze deel uitmaken van een sociaal-wetenschappelijk experiment. Ze worden per direct een media-sensatie omdat ze totale vreemden zijn en desondanks toch identiek aan de binnen- en buitenzijde. Ze zijn identical strangers. Een vergelijkbare, minder macabere, situatie doet zich voor in de Nederlandse woningbouwvoorraad. Onder druk van extreme woningtekorten zijn tussen 1960 en 1975 honderduizenden complexen gebouwd met industriële methoden en standaardoplossingen. Door de beperkte aantal bouwende partijen zijn deze complexen feitelijk ‘identical strangers’. Ze staan rondom elke stad in Nederland, maar welke complexen echt identiek zijn is niet bekend. Deze woningen en buurten staan aan de vooravond van vele ingrepen: renovaties, verduurzaming, (circulaire) sloop-nieuwbouw, aanpassingen aan nieuwe doelgroepen (onder meer vergrijzing), keuzes voor optoppen, aanbouwen of verdichten. Ook moeten ze beoordeeld worden op hun monumentale waarde (Monumentenwet). En tegelijkertijd moet de omgeving klimaatbestendiger en biodiverser worden. Het opdrachtgeverschap is gefragmenteerd en sectoraal. Gemeentelijke overheden, corporaties, gebouweigenaren en bouwbedrijven bepalen de kaders en stellen de opdrachten op, maar de daadwerkelijke keuzes en uitwerkingen worden door ontwerpbureaus en hun partners gemaakt. Deze MKB-bedrijven hebben urgente behoefte aan meer kennis over deze identical strangers en werkzame ingrepen. Met deze MKB-vraag gaat dit onderzoek aan de slag. In dit project traceren we de identical strangers met een speciaal daarvoor getraind algoritme, benoemen we hun belangrijkste karakteristieken, ontsluiten we systematisch 30 voorbeeldstellende ingrepen die reeds zijn uitgevoerd en brengen we de onderliggende keuzemogelijkheden en consequenties in beeld. Het consortium bundelt de pioniers die reeds met deze voorraad op verschillende schaalniveaus aan de slag zijn en betrekt in een bredere Community of Practice de ruimtelijk opdrachtgevende partijen.