Muziek kan de kwaliteit van leven van mensen met dementie en de communicatie met mensen in hun directe omgeving bevorderen. Het aantal mensen met dementie neemt, zoals bekend, toe. Het werken met mensen met dementie kan daarom een waardevol nieuw werkveld zijn voor (toekomstige) musici. In samenwerking met partners uit de ouderenzorg en de muziekprofessie heeft het lectoraat Lifelong Learning in Music van het Prins Claus Conservatorium van de Hanzehogeschool Groningen onderzoek verricht naar een innovatieve workshoppraktijk voor mensen met dementie. Op basis van dit onderzoek is een trainingsprogramma voor musici ontwikkeld t.b.v. de ontwikkeling van interactieve muziekworkshops voor mensen met dementie en hun verzorgers.
Dit onderzoeksproject is in samenwerking met de GGZ Heerenveen en `Complete Coaching', een instituut voor o.a. coaching en psychotherapie. Veel musici hebben last van podiumangst en helaas geldt dit ook voor conservatoriumstudenten. Om daar al tijdens de opleiding aandacht aan te geven heeft het lectoraat Lifelong Learning in Music & the Arts de bruikbaarheid van de HeartMath Methode onderzocht onder studenten van het Prins Claus Conservatorium. Met deze methode waren al goede resultaten geboekt bij topsporters. Aan het onderzoek deden zes studenten van de studierichting Klassieke Muziek mee. Zij namen deel aan vijf sessies (zowel individueel als in een groep) bij een ervaren HeartMath trainer en werden gevolgd door een onderzoeker. Met behulp van de HeartMath Methode leerden studenten hun stressreacties te elimineren door rustig en regelmatig adem te halen en te focussen op positieve gedachten en prettige emoties. Dit leidde tot ‘coherentie’, waarbij sprake is van een harmonieuze samenhang tussen ademhaling en hartfrequentie. Het gevoel dat daarbij hoort is diepe ontspanning en het vertrouwen de wereld aan te kunnen (ook wel flow genoemd). De methode bevat een zestal technieken in opklimmende moeilijkheidsgraad. Tijdens de sessies zagen de studenten hun hartslag op een computerscherm. Thuis werd door hen geoefend met een apparaatje (emWave), gekoppeld aan het lichaam door een oorsensor, dat via een kleur de graad van coherentie aangeeft. Vooraf en na afloop van de training gaven de studenten een concert waarbij door middel van vragenlijsten hun stressniveau en hun tevredenheid over de geleverde prestaties werden gemeten. De studenten kregen een werkboek met daarin uitleg over de methode en de technieken. Aan het einde van ieder hoofdstuk stonden de opdrachten beschreven die ze thuis moesten doen. Om de bruikbaarheid van de methode in kaart te brengen werd studenten gevraagd thuis een logboek bij te houden waarin zij hun ervaringen rapporteerden. Van de groepssessies maakte de onderzoeker verslagen. Ook de observaties van de trainer werden in het onderzoek meegenomen. Leidend in de data-analyse waren de onderzoeksvragen: (1) Nemen de stressklachten af en (2) Welke bijstellingen zijn nodig om het trainingsprogramma ‘op maat’ te verbeteren voor musici? Uit het onderzoek kwam naar voren dat de methode bij vijf van de zes studenten heeft geleid tot een afname van de ervaren stressklachten. De studenten kregen meer inzicht in het fenomeen podiumangst en in de vraag hoe het ontstaat. Daarnaast leerden ze te beschikken over concrete technieken om de aangeleerde stressreactie te veranderen. Ook bleken de technieken van deze methode het studiegedrag van de student positief te beïnvloeden. Daarnaast bleek de methode een positieve invloed te hebben op aspecten als beter slapen en een verbeterd vermogen om conflictsituaties te hanteren. De opmerkingen van de studenten hebben ook concrete punten opgeleverd voor verbetering van het trainingsprogramma in zijn algemeenheid. Die betreffen onder meer het aantal sessies, de instructie van bepaalde technieken en de layout van het werkboek. De conclusie van het onderzoek is dat de HeartMath Methode goed kan worden ingezet bij conservatoriumstudenten die te kampen hebben met podiumangst. Daarmee is een bruikbare methode beschikbaar gekomen om een belangrijk obstakel voor musici het hoofd te bieden.
Professional Excellence in Meaningful Music in Healthcare (ProMiMiC) is het onderzoeksproject (2019-2023) naar persoonsgericht musiceren voor ziekenhuispatiënten en hun verpleegkundigen. In het onderzoek is de interprofessionele samenwerking tussen musici en verpleegkundigen onderzocht en is gekeken naar hoe persoonsgerichte (live) muziek kan worden ingezet als katalysator voor een compassievolle patiëntrelatie. Ook zijn modules voor onderwijs en professional development van musici en zorgprofessionals ontwikkeld. Het ProMiMiC consortium bestaat uit muziek- en ziekenhuiszorgpartners uit Groningen (met Hanzehogeschool als penvoerder), Den Haag, Wenen en Londen.
LINK
Binnen het huidige muziekaanbod voor ouderen zijn veel praktijken gericht op woonzorg- en verpleeghuizen. Het grootste deel van de kwetsbare ouderen woont echter thuis. Vanuit de gedachte dat muziek een katalysator kan zijn voor welzijn en welbevinden, wordt met Dichtbij met Muziek een nieuwe innovatieve muziekpraktijk geïnitieerd waarbij professionele musici op maat muziek maken voor kwetsbare ouderen die (nog) thuis wonen en hun mantelzorgers. De uitbraak van de corona-pandemie zorgde ervoor dat de praktijk uiteindelijk virtueel tot stand is gekomen.Voorziene uitkomsten van het onderzoek naar de (virtuele) praktijk zijn:-Een nieuw ontworpen virtuele vorm van persoonsgericht musiceren met kwetsbare ouderen die (nog) thuis wonen en hun mantelzorgers, mogelijk inzetbaar in diverse situaties van isolatie;-Beter begrip van de bijdrage die (virtueel) persoonsgericht musiceren kan leveren aan het welzijn van kwetsbare ouderen, hun mantelzorgers en hun directe omgeving.Professionele musici ontwikkelen steeds vaker praktijken in ouderenzorgcontexten. De afgelopen jaren heeft het lectoraat Lifelong Learning in Music in samenwerking met (inter)nationale partners uit de muziek- en zorgsector nieuwe intramurale persoonsgerichte muziekpraktijken ontwikkeld: in verpleeghuizen voor mensen met dementie (Muziek en Dementie 2010-2014) en in het ziekenhuis (MiMiC - Meaningful Music in Healthcare 2015-heden). Gemeenschappelijk bij al deze praktijken is de persoonsgerichte aanpak, waarbij musici (gearrangeerd) repertoire spelen of een nieuw stuk improviseren, ‘in het moment’ en op maat van mensen. Binnen het huidige muziekaanbod voor ouderen zijn veel praktijken gericht op woonzorg- en verpleeghuizen. Het grootste deel van de kwetsbare ouderen in Nederland woont echter thuis. Dichtbij met muziek wil onderzoeken hoe persoonsgericht musiceren kan worden ingezet op maat van een groeiende groep thuiswonende kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers. Als gevolg van de coronapandemie is de ontwikkeling van de praktijk gestart op virtuele wijze.Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van een virtuele vorm van persoonsgericht musiceren voor kwetsbare ouderen en hun naasten, cq. mantelzorgers, waarbij wordt gedoeld op het versterken van bestaande relaties en gevoel van menselijke waardigheid.
Vanuit de gedachte dat muziek een katalysator kan zijn voor welzijn en welbevinden, wil Dichtbij met Muziek een nieuwe innovatieve muziekpraktijk initiëren waarbij professionele musici op maat muziek maken voor thuiswonende kwetsbare ouderen. Binnen het huidige muziekaanbod voor ouderen zijn veel praktijken gericht op woonzorg- en verpleeghuizen. Het grootste deel van de kwetsbare ouderen woont echter thuis. Veel van hen hebben een zorgindicatie. Van mensen met dementie, bijvoorbeeld, leeft 85% op zichzelf, vaak met beperkte hulp. Voor deze ouderen is de druk op kwaliteit van leven groot. Risico op eenzaamheid en isolement is groot, wat bovendien ook voor mantelzorgers geldt. Met de schat aan ervaring uit eerdere innovatieve muziekpraktijken in de zorg wil het lectoraat Lifelong Learning in Music (Hanzehogeschool Groningen), in samenwerking met ouderenzorgorganisatie Dignis Lentis en musicicollectief Stichting Mimic Muziek, middels het project Dichtbij met muziek antwoord bieden op de vraag op welke manier persoonsgericht musiceren succesvol kan worden ingezet op maat van een groep thuiswonende kwetsbare ouderen. Persoonsgericht musiceren houdt in dat musici muzikaal improviseren dan wel bestaand (gearrangeerd) repertoire spelen op maat van en geïnspireerd op contact met mensen. Hoewel muziek geen concrete oplossing kan bieden voor aandoeningen zoals dementie, kan persoonsgericht musiceren wel een gevoel van welbevinden faciliteren, en kan het relaties versterken. De kracht van persoonsgericht musiceren is reeds bewezen in andere ouderencontexten. Uitbreiding naar deze groeiende groep is daarom een logische vervolgstap. In co-creatie met bezoekers van dagbestedingsgroep Goudvink (Groningen), wordt een nieuwe overdraagbare werkvorm ontwikkeld waarbij persoonsgericht wordt gemusiceerd voor thuiswonende kwetsbare ouderen en eventuele mantelzorgers, zodat er doorwerking ontstaat naar de thuissituatie. De vorm en onderliggende principes zullen uitgebreid worden beschreven en daarna via publicaties vrij toegankelijk worden gemaakt voor collega’s in de zorg en muziek, alsook de opleidingsinstituten van deze beroepsgroepen
Ballet en moderne dans zijn een vorm van topsport. De druk op dansers is enorm. Lange en intensieve werkdagen, veel reizen en verschillende werkplekken maken het lastig om lichaam en geest goed te verzorgen. Hierdoor liggen blessures en mentale klachten op de loer. Nederlandse dansgezelschappen willen meer aandacht gaan besteden aan preventieve maatregelen om fysieke en mentale problemen bij hun dansers te voorkomen. Het ontbreekt hen echter aan kennis en kunde om dit innovatieve vraagstuk op te kunnen pakken. Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet hebben het lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts (Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam) benaderd om antwoord te krijgen op de vraag hoe dansers op de hoogste podia, op gezonde wijze, hun beste performance kunnen laten zien. Gezamenlijk is deze praktijkvraag omgevormd naar drie onderzoeksdoelstellingen: 1. Opstellen van meetinstrumenten om de fysieke en mentale gezondheid van dansers te screenen en te monitoren; 2. Ontwerpen van een web-based systeem dat automatisch en real-time informatie uit de ontwikkelde meetinstrumenten kan inlezen, analyseren en interpreteren; 3. Ontwikkelen van een Fit to Perform protocol dat aanbevelingen geeft ten aanzien van het verbeteren van de fysieke en mentale gesteldheid van de danser. Het consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Praktijkgerichte onderzoeksinstellingen: Codarts Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam; - Universiteiten: ErasmusMC, Technische Universiteit Eindhoven en Vrije Universiteit Amsterdam; - Praktijkinstellingen: Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet; - Overige instellingen: het Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) en het Nationale Centrum Performing Arts (NCPA). Bij de samenstelling van het consortium is gekozen voor een goede mix tussen praktijkorganisaties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er sprake van cross-sectorale samenwerking doordat kennis vanuit de podiumkunsten, sport, gezondheidszorg, onderwijs en technologie met elkaar verbonden wordt.