Taalkunde als onderdeel van het schoolvak Nederlands staat met name de laatste jaren steeds meer in de belangstelling. Ondanks een actieve taalkundelobby (zie bijvoorbeeld Hendrix & Hulshof 2010) is het, zoals Hulshof aangeeft in zijn afscheidsrede, nog maar ‘hier en daar’ gelukt om taalkunde op middelbare scholen te implementeren, al dan niet als autonoom vak (Hulshof 2011). Begrijpelijkerwijs richten de meeste bijdragen over taalkundeonderwijs zich op de bovenbouw. Maar taalkunde is ook haalbaar in de onderbouw, mits op de juiste manier aangepakt. Dit artikel doet verslag van een kleinschalig taalkundig onderzoek dat uitgevoerd is door leerlingen van een brugklas van het Valuascollege in Venlo.
MULTIFILE
Een leeromgeving waarin leerlingen zich tot zelfverzekerde, meertalige sprekers kunnen ontwikkelen vraagt om het erkennen en benutten van al hun talenkennis.
In 2020 hebben drie docentonderzoekers (Irene de Kleyn, Mariska Dinkelman en Marleen IJzerman) vanuit het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs een inventarisatieonderzoek opgezet en uitgevoerd onder een representatieve afvaardiging van lerarenopleiders en studenten van de internationale varianten van de lerarenopleidingen Duits, Engels, Frans en Spaans van Instituut Archimedes (IA) die zijn gebundeld onder “Teacher Education” (TeacherEd). Het onderzoek had als doel inzicht te krijgen in de rol/plek van meertaligheid als leermiddel, leerdoel en context in de verschillende curricula van de TeacherEd.