De rol van het personeel in penitentiaire inrichtingen (PI) is de laatste decennia drastisch gewijzigd. Waar voorheen het waarborgen van veiligheid voorop stond, is er gaandeweg – mede door een veranderende populatie – meer aandacht gekomen voor zorgaspecten in het werk van inrichtingswerkers. Werken met aandacht voor zowel zorg als veiligheid noemen we hybride werken. Om met coaching en scholing goed aan te sluiten op hybride werken is het belangrijk te weten hoe penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers en zbiw’ers) denken over hun werk en over de omgang met gedetineerden. In deze rapportage worden de resultaten van dit onderzoek, de opvattingen van piw’ers en zbiw’ers, in kaart gebracht.
Ruim twee eeuwen geleden (in 1821) is het Nederlandse gevangenisstelsel ingevoerd. Het doel van vrijheidsbeneming lag aanvankelijk vooral in vergelding en zedelijke verbetering of, zoals Molleman1 het beschrijft, in ‘beleren en bekeren’. Doel en vorm van het gevangeniswezen maakten in de loop der tijd veel veranderingen door: van lijfstraffen naar inzetten op opvoeding en gedragsverandering; van eenzame opsluiting naar meerpersoonscellen; van het verdienen van privileges om te luchten/sporten naar het recht op bezoek en geloofsbeoefening; van inzetten op zwaardere beveiligingsmaatregelen naar het voorkomen van detentieschade. Niet alleen doel en vorm veranderden in de loop der tijd, ook de gevangenispopulatie veranderde; bij de huidige doelgroep die in een penitentiaire inrichting (PI) verblijft, is steeds meer sprake van meervoudige en complexe problematiek. Zo kampt een substantieel deel met problematisch middelengebruik, velen hebben last van psychische klachten of stoornissen, en bij veel gedetineerden is sprake van een licht verstandelijke beperking. De hiervoor geschetste veranderingen van doel, vorm en doelgroep vragen andere (nieuwe) vaardigheden van penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers). Mede vanwege toenemende zorg om gedetineerden met een complexe problematiek zijn er naast piw’ers ook zorg- en behandelinrichtingswerker (zbiw’er)5 werkzaam in de PI’s. Op dit moment werken er circa 3500 piw’ers en zbiw’ers in een Nederlandse PI. Hoewel verschillend opgeleid, werkzaam in verschillende regimes en met verschillende doelgroepen staan zij allemaal min of meer voor dezelfde opdracht: het realiseren van een goed leefklimaat dat detentieschade kan voorkomen en kan bijdragen aan re-integratie van gedetineerden. Daarin is in toenemende mate ook aandacht voor herstelgericht werken met oog voor slachtoffer en samenleving. Dat vraagt een hybride manier van werken. Dat is het bewaken en bewaren van de veiligheid van gedetineerden en personeel combineren met het bieden van zorg aan gedetineerden en hen motiveren voor en voorbereiden op een delictsvrije toekomst na detentie. Het is belangrijk dat inrichtingswerkers geschoold en begeleid worden in het ontwikkelen van deze meer hybride werkwijze. Om dat adequaat te doen is het belangrijk aan te sluiten bij hun opvattingen. Die bepalen immers een deel van het handelen. Opvattingen van inrichtingswerkers kennen en daarop aansluiten in scholing en begeleiding kan effect hebben op de aard van de begeleiding van gedetineerden. Er is nog betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar opvattingen van inrichtingswerkers over hun werk, enkele (kleinschalige) uitzonderingen daargelaten. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar opvattingen van inrichtingswerkers over hybride werken, uitgevoerd in PI Vught. Resultaten bieden richting voor coaching en scholing van inrichtingswerkers, zowel voor de PI’s zelf als voor de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en andere opleidingsinstituten.
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.Wat? De Brainstormmodule behandelt negen thema’s: drie basisthema’s over ontwikkelingscriminologie en zes neurobiologische thema’s. Binnen elk thema wordt in een kennisclip kort basiskennis samengevat. Links naar de kennisclips zijn hieronder te vinden. Met bijbehorende opdrachten (zie docentenhandleiding) kan deze kennis verder worden verdiept. Uitgangspunt van de module is het biopsychosociale perspectief: het wetenschappelijk model waarbij neurobiologische, psychologische en sociale factoren op elkaar inwerken. De kennisclips: 1. Wat is crimineel en antisociaal gedrag? 2. Psychische stoornissen en antisociaal gedrag 3. Hoe wordt iemand crimineel? 4. Ontwikkelingspaden van crimineel gedrag 5. Biopsychosociaal model 6. Hersenen en antisociaal gedrag 7. Puberbrein en antisociaal gedrag 8. Neuropsychologie en antisociaal gedrag 9. Fearlessness & sensation seeking 10. Hufters of helden 11. Genetica en antisociaal gedrag Voor wie? De Brainstormmodule is ontwikkeld voor professionals die zich bezighouden met antisociaal of crimineel gedrag in welke vorm dan ook (beleid, toezicht, interventie en preventie etc.). De module kan zowel bij hbo-bacheloropleidingen en post-initiële (master)opleidingen als voor professionals in-company, gebruikt worden. Ontwikkeling Brainstorm Brainstorm is ontwikkeld door dr. Evelien Platje en dr. Andrea Donker van het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en dr. Lucres Nauta-Jansen van het AmsterdamUMC. Zij hebben veel onderzoek- en onderwijservaring op het gebied van neurobiologie van antisociaal en crimineel gedrag. Brainstorm is het eindproduct van het ZonMW-project ‘Onbekend maakt Onbemind. Leren werken met neuropsychobiologische kennis van en met jongeren met antisociaal gedrag’, een samenwerkingsproject met het lectoraat Jeugd van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De kennisclips zijn vormgegeven door Bureau Nauta. Voor de ontwikkeling van de kennisclips zijn er feedbackmomenten geweest met zowel studenten als docenten van de opleidingen Social Work, Integrale Veiligheidskunde en Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht.
Neurowetenschappelijke kennis over het ontstaan van antisociaal gedrag neemt sterk toe. In de praktijk komt deze kennis nauwelijks aan bod, terwijl antisociaal gedrag voortkomt uit een mix van sociale, psychologische én neurobiologische factoren. Professionals die werken met antisociale jongeren zouden daarom gebaat zijn bij deze kennis.Doel Hersenontwikkeling en de invloed daarvan op het gedrag bij jongeren met antisociaal gedrag is een nog onderbelicht onderwerp binnen het dagelijks handelen van professionals en in hun opleiding. Het HU-lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid is daarom in samenwerking met Hogeschool Windesheim een onderzoek gestart met als doel het versterken van neurowetenschappelijke kennis bij zowel studenten, docenten als professionals. Resultaten Als eindproduct van Neurocriminologie voor toekomstige hbo-professionals is de HU-projectpagina van Brainstorm in het leven geroepen. Looptijd 01 mei 2019 - 01 mei 2021 Aanpak Bij studenten, docenten en professionals werd in kaart gebracht welke kennis zij al hebben, welke houding ten opzichte van neurowetenschappelijke kennis ze hebben, en welke kennis men graag op zou doen.
Youth GEMS zal vijf jaar lang onderzoek doen naar genetische en omgevingsfactoren die van invloed zijn op de geestelijke gezondheid van jongeren. Doel Dit project beoogt middels vroegdetectie en het gebruik van vroegtijdige interventies het welzijn te bevorderen van jongeren die o.a. zijn blootgesteld aan traumatische ervaringen. Resultaten Het opzetten van een internationaal netwerk van jongere ervaringsdeskundigen, het ontwikkelen van instrumenten en tools. Looptijd 01 juni 2022 - 01 juni 2026 Aanpak Participatief actieonderzoek met jongeren in combinatie met neurobiologische en klinische studies maken deel uit van de aanpak. Samenwerking met kennispartners Universiteit Maastricht, (Nederland) UMCU, (Nederland) MPI, (Germany) RCSI & UCD (Ireland) UNEXE & Kings College London, University London, Cardiff University, EYMH (UK) University Barcelona & CRG, HGM (Spain) TU (Estonia) CNCPY, (Serbia) ABACUS, (Italy) University of Queensland Australia (associated partner) Relevantie/impact Vanuit UMC Utrecht en Hogeschool Utrecht zal in samenwerking met Euro Youth Mental Health gewerkt worden aan het opzetten van een Europese leergemeenschap van ervaringsdeskundige jongeren. Zij zullen op basis van collectieve ervaringen feedback geven op de verschillende projectonderdelen en mede helpen het bewustzijn onder jongeren én professionals te vergroten, onder andere met behulp van e-health. Deze e-health zal ook benut gaan worden in diverse onderwijssettingen.