BackgroundThe closing of schools and sports clubs during the COVID-19 lockdown raised questions about the possible impact on children’s motor skill development. Therefore, we compared motor skill development over a one-year period among four different cohorts of primary school children of which two experienced no lockdowns during the study period (control cohorts) and two cohorts experienced one or two lockdowns during the study period (lockdown cohorts).MethodsA total of 992 children from 9 primary schools in Amsterdam (the Netherlands) participated in this study (age 5 – 7; 47.5% boys, 52.5% girls). Their motor skill competence was assessed twice, first in grade 3 (T1) and thereafter in grade 4 (T2). Children in control group 1 and lockdown group 1 were assessed a third time after two years (T3). Motor skill competence was assessed using the 4-Skills Test, which includes 4 components of motor skill: jumping force (locomotion), jumping coordination (coordination), bouncing ball (object control) and standing still (stability). Mixed factorial ANOVA’s were used to analyse our data.ResultsNo significant differences in motor skill development over the study period between the lockdown groups and control groups (p > 0.05) were found, but a difference was found between the two lockdown groups: lockdown group 2 developed significantly better than lockdown group 1 (p = 0.008). While socioeconomic status was an effect modifier, sex and motor ability did not modify the effects of the lockdowns.ConclusionsThe COVID-19 lockdowns in the Netherlands did not negatively affect motor skill development of young children in our study. Due to the complexity of the factors related to the pandemic lockdowns and the dynamic systems involved in motor skill development of children, caution must be taken with drawing general conclusions. Therefore, children’s motor skill development should be closely monitored in the upcoming years and attention should be paid to individual differences.
MULTIFILE
Sportverenigingen in Nederland dragen bij aan een gezonde leefstijl, sociale cohesie en inclusieve sportdeelname. Ondanks dat de sportparticipatie toeneemt, hebben de clubs het moeilijk om hun ledental op peil te houden. Diverse ontwikkelingen spelen daarbij een rol. De focus van het onderzoek in dit proefschrift richt zich op twee maatschappelijke ontwikkelingen, ‘individualisering’ en ‘digitalisering’. In zeven studies wordt antwoord gegeven op twee onderzoeksvragen: 1) hoe het clubgevoel van leden van sportvereniging kan worden geconceptualiseerd in termen van definitie, voorspellers en opbrengsten en 2) hoe sociaalnetwerksites van sportverenigingen kunnen bijdragen het ontwikkelen van het clubgevoel van leden? Die studies vormen samen een multimethode onderzoek. Resultaten laten zien dat clubgevoel verwijst naar de gevoelsband van leden met hun club op basis van participatie, relevantie en de sociale wereld van de club. Clubgevoel hangt samen met bindingsaspecten zoals de intentie om je in te zetten voor de club en te blijven. Sociaalnetwerksites van sportverenigingen kunnen helpen om dit clubgevoel te ontwikkelen, bij voorkeur door de kanalen in te zetten voor informatie en interactie over de club, de sport en de leden. De online kanalen vormen samen de virtuele community van de vereniging die, afhankelijk van de aanpak door de club en de leden, verschillende verschijningvormen kan hebben. Met hun virtuele community bieden sportverenigingen, naast de accommodatie, ook een ónline ontmoetingsplek voor sport en andere activiteiten waarmee ze het clubgevoel onder hun leden kunnen bevorderen. Met dit proefschrift geeft Nanny Kuijsters inzichten voor de ontwikkeling van virtuele community’s voor verenigingen, professionals en geïnteresseerden in de georganiseerde sport.
De meeste mensen (er)kennen het belang van goede voeding en voldoende beweging, maar toch is de verleiding groot om ’s avonds met een zak chips op de bank neer te ploffen en lekker niks te doen. Voor iedereen herkenbaar: zo rond een uur of 10 ’s avonds op de bank voor de tv het moment dat trek in een lekkere snack opkomt. Eigenlijk wil je niet, want je weet dat je achteraf spijt krijgt. Uiteindelijk zwicht je toch. Echter je belooft jezelf de zak niet helemaal leeg te eten. Twee uur later zet je de tv uit en is de zak chips leeg. Een mooi voorbeeld van gedrag waarbij goedbedoelde, rationele intenties het hebben verloren van intrinsieke impulsen en extrinsieke verleidingen.
Het project ‘IN THE ZONE!? Sporten en bewegen binnen openbare Sportzones’ vindt plaats in de kernen Doornenburg en Gendt van de gemeente Lingewaard. In deze kernen zijn met Living lab Lingewaard Sportzones ontwikkeld. Deze Sportzones als interventie om de openbare ruimte beweegvriendelijker te maken, zijn (nu nog) uniek in Nederland. Ze worden gekenmerkt door de realisatie van en aanpassingen aan hardware, software en orgware in de openbare ruimte binnen en rondom sportparken. Hardware betreft de verkeersinfrastructurele aanpassingen om de veiligheid in en zichtbaarheid van de sport- en beweeggebieden te vergroten. De software bestaat uit georganiseerd en ongeorganiseerd sport- en beweegaanbod in openbaar toegankelijke sport- en beweegvoorzieningen. Het aanbod komt tot stand door verschillende samenwerkingsverbanden (orgware). Binnen dit project worden de Sportzones in Doornenburg en Gendt geëvalueerd met stakeholders (de gemeente Lingewaard, de HAN, het Transferpunt Sport, lokale sport- en welzijnsorganisaties en dorpsontwikkelgroepen) die de interventie hebben geïnitieerd, ondersteund en uitgevoerd én met inwoners als (potentiële) gebruikers van de Sportzones. Er wordt inzicht verkregen in de werkzame bestandsdelen en effecten van de hardware, software en orgware in de Sportzones, door onderzoek te doen naar (veranderingen in) de objectieve en ervaren (verkeers)veiligheid en zichtbaarheid van het gebied, het gebruik van en de tevredenheid over de sport- en beweegvoorzieningen en het -aanbod en de mate en het succes van samenwerking ten behoeve van sporten en bewegen binnen de Sportzones. Op basis van de met dit onderzoek verkregen inzichten worden beleidsambtenaren van verschillende sectoren en (gemeentelijke) professionals geïnformeerd over en geactiveerd tot het beweegvriendelijker inrichten van de openbare buitenruimte door middel van Sportzones. Daartoe worden in dit project aan de hand van de onderzoeksbevindingen lokale adviezen en presentaties ontwikkeld, evenals een Sportzone kennis- en inspiratiepakket, welke wordt aangeboden via het Kenniscentrum Sport, de VSG, NOC*NSF en de HAN.
Een samenwerking tussen SportDrenthe/Procincie Drenthe, Sportplein Groningen/Provincie Groningen en de Hanzehogeschool. Het doel is om evenementen in Drenthe en Groningen naar een hoger niveau te krijgen. Dit gebeurt door middel van kennisbijeenkomst, adviestrajecten, onderzoek (Hanzehogeschool) en andere vormen van dienstverlening.Het kenniscentrum participeert onder meer in het initiatief om het WK wielrennen naar Groningen/Drenthe te halen. Verder zijn er samenwerkingsverbanden met de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) en het platform evenementenmanagers van NOC*NSF.
Tijdens de coronacrisis is in Nederland de sportdeelname in korte tijd drastisch veranderd. Bij de sportverenigingen waren de sportaccommodaties en clubhuizen de eerste maanden gesloten en daarna beperkt open voor een deel van de leden. Echter, dankzij online communicatietechnologie vonden leden en besturen manieren om met elkaar te sporten en in verbinding te zijn. De coronacrisis maakte duidelijk dat online sport- en niet-sport- gerelateerde toepassingen potentie hebben voor de binding met en daardoor versterking van de sportverenigingen. Doel van dit onderzoeksproject is om te leren van deze ontwikkelingen en hiermee de georganiseerde sport in de toekomst te kunnen ondersteunen. Docenten en afstudeerders van de Economische Hogeschool en de Sporthogeschool van Fontys werken samen met vertegenwoordigers van sportmarketingbureau Touché, Sport Professionals Netwerk, sportkoepel NOC*NSF en de sportbonden KNVB, Nederlandse Atletiekunie, KNZB en Nederlands Handbal Verbond. Via ontwerpgericht onderzoek in drie fasen worden voorbeelden van online toepassingen binnen sportverenigingen en andere sportorganisaties verzameld, gecategoriseerd, wordt gezocht naar de betekenis voor de georganiseerde sport en hoe deze kunnen worden vertaald in toepassingen voor toekomstige situaties. Op basis hiervan wordt een online platform te ontwikkeld met toepassingen, voorbeelden en tips dat bonden en sportverenigingen overzicht geeft in mogelijke online toepassingen, best practices, tools en tips, en het netwerk rondom dit thema. Voor de sportkoepel en bonden, sportondersteuners en ondernemers in de sport kan dit richtinggevend zijn voor de verdere ondersteuning van sportverenigingen. Aldus dragen we via dit onderzoeksproject bij aan versterking van de sportverenigingen, aan de ontwikkeling van veerkracht door verdere digitalisering binnen de georganiseerde sport en zodoende aan de verdere ontwikkeling van een actieve leefstijl en sociale cohesie.