Veel cursisten of studenten maken voor het eerst kennis met het vak Publiekrecht. Het belangrijkste doel van deze methode is dat de student of cursist kennis opdoet van het vak én goed voorbereid is voor het examen of tentamen. Kennis blijft beter hangen wanneer de theorie direct gekoppeld wordt aan de praktijk. De hoofdstukken in het theorieboek bevatten daarom figuren en voorbeelden om de theorie te verduidelijken.Werkboek: Het werkboek Publiekrecht voor Vastgoed is een aanvulling op het theorieboek. Het werkboek bevat drie onderdelen:• Meerkeuzevragen• Open vragen• Oefententamens. Over de methode Publiekrecht voor VastgoedOmgevingsrecht / Publiekrecht voor Vastgoed: Voor elk hoofdstuk zijn er meerkeuzevragen. Deze zijn bedoeld om de kennis, toepassing en inzicht van de theorie te toetsen. Bij een aantal kernhoofdstukken zijn open vragen opgenomen. Daarnaast zijn er oefententamens, die over de hele leerstof gaan. Het werkboek is hiermee ook een goede voorbereiding op tentamens en/of examens. De methode Publiekrecht voor Vastgoed is door zijn opzet en samenstelling bij uitstek praktijk- en tentamen/examengericht.
LINK
Deze nieuwe uitgave is volledig gebaseerd op de nieuwe Omgevingswet 2022. Het boek Omgevingsrecht / Publiekrecht voor Vastgoed (alsmede het bijbehorende werkboek) is bestemd voor de HBO-studenten van de opleiding HBO / Bachelor ‘Vastgoed en Makelaardij’, evenals voor makelaars in opleiding voor het onderdeel van het SVM-NIVO- examen voor gecertificeerd Assistent-Makelaar en voor het basisdiploma ‘Basistheorie Vastgoeddeskundige’. Tevens is het boek bij uitstek geschikt voor beginnende en gevorderde vastgoedprofessionals.
LINK
Dit beroepsproduct heeft geprobeerd op hoe gemeenten op een begrijpelijke manier inzicht kunnen krijgen in de complexiteit van wet- en regelgeving. Het beroepsproduct focust zich op het begrip belanghebbende in het licht van het omgevingsrecht. Hierbij wordt helderheid enstructuur gebracht aan artikel 1:2 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Om dit te kunnen bereiken is op basis van het onderzoek een feittypemodel gemaakt. Op basis van dit informatiemodel wordt het begrip belanghebbende uit artikel 1:2 lid in het licht van het omgevingsrecht helder gemaakt, waarbij de betekenis ervan op begrijpelijke wijze inzichtelijk wordt gemaakt.Voor de vertaling is de aanpak Wetsanalyse toegepast. Deze aanpak doorloopt zes stappen die de vertaling tot stand brengt. Hierbij is voor stap 1 het werkgebied bepaald. Daarbij zijn relevante bronnen geanalyseerd. In het onderzoek zijn wet- en regelgeving binnen en buiten de Awb wetsartikelen, jurisprudentie, kamerstukken en bijbehorende literatuur geraadpleegd.Deze houden allen verband met het begrip belanghebbende in het omgevingsrecht. Disclaimer:De afstudeeropdracht wordt uitgevoerd door een vierdejaarsstudent in het kader van zijn/haar afstuderen bij het Instituut voor Rechtenstudies. De student levert een juridisch beroepsproduct op en doet daartoe onderzoek. De student wordt tijdens de uitvoering van zijn/haar afstudeeropdracht begeleid door een afstudeercoach. De inspanningen van de student en de afstudeercoach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van een (vierdejaars)student en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de student daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
DOCUMENT
De ruimtelijke sturingsfilosofie en het ruimtelijk juridisch instrumentarium maken het mogelijk om duurzaam ruimtegebruik binnen Nederland te realiseren. Voor duurzaam gebruik van ruimte die de Nederlandse grens overschrijdt geldt dit niet. De betrokkenen staten c.q. overheden bezitten op dit gebied geen grensoverschrijdende rechtsmacht en de Europese Unie is niet bevoegd om de ruimtelijke ordening in en/of tussen de lidstaten te regelen. Duurzaam ruimtegebruik in de grensstreek vraagt om een grensoverschrijdende ruimtelijke visie en om grensoverschrijdende besluitvorming over de inrichting en het gebruik van de ruimte. De vraag is of dit op nationaal, internationaal of Europees niveau moet plaatsvinden. Zolang een grensoverschrijdend juridisch kader ontbreekt is duurzaam ruimtegebruik in de grensstreek niet of in elk geval niet gemakkelijk te realiseren. (Gepubliceerd in Tijdschrift voor Omgevingsrecht)
MULTIFILE
Dit hoofdstuk bestaat uit vijf delen. In het eerste deel wordt kort aandacht besteed aan de bestuurlijke agenda’s op het gebied van digitalisering en wordt dieper ingegaan op de aanpak van online aangejaagde ordeverstoringen. In paragraaf 2 wordt er aandacht besteed aanmaatschappelijke ontwikkelingen die bijdragen aan het begrijpen van online aangejaagde ordeverstoringen. Vanaf paragraaf 3 wordt de focus verlegd naar de bestuurlijke praktijk dooraandacht te besteden aan juridische mogelijkheden en beperkingen van bestuursrechtelijke handhaving in het digitale domein. In de vierde paragraaf wordt aandacht besteed aan opvattingen,ervaringen en andere interventies die vanuit de praktijk worden aangedragen, want er zijn ook niet-juridische interventies die beproeft kunnen worden. In het vijfde en laatste deel wordtvooruitgekeken naar de toekomst en relevante vragen gesteld waar burgemeesters/gemeenten aande slag kunnen gaan rondom de aanpak van online aanjaagde ordeverstoringen
LINK
Behandeling van het in Nederland geldende arbeidsrecht, gericht op op hbo-studenten. Geen wetenschappelijke pretenties, maar wel gedegen, zowel in de breedte als in de diepte. Ook beginnende rechtshulpverleners kunnen hun voordeel met dit boek doen. De informatie van de twee auteurs, een advocaat en een rechtshulpverlener/docent, is sterk praktijkgericht. De onderwerpen betreffen onder meer de inhoud van de arbeidsovereenkomst, rechten en verplichtingen van werkgever en werknemer, loon, verlof, het ontslagrecht en dergelijke. Deze zesde druk werd fors geactualiseerd wegens wijzigingen in wetgeving (zoals de komst van het nieuwe ontslagrecht uit de WWZ) en recente rechtspraak. Ook de complexe nieuwe wetgeving inzake flexibele arbeidscontracten wordt behandeld. Bron: www.picarta.nl. Titel als E-book beschikbaar voor studenten en medewerkers Hogeschool Utrecht.
LINK
Hoofstuk 4 in Sociale innovatie in de praktijk Hoofdstukindeling: 4.1 Inleiding 4.2 Noties van sociale innovatie in zorg en welzijn 4.3 Transformatie in het sociale domein 4.4 Sociale innovatie beschouwd vanuit het perspectief van waarden 4.5 De waarde van een sociale professional 4.6 Epiloog
LINK
Hoofdstuk 6 in Sociale innovatie in de praktijk. In dit hoofdstuk beschrijven we twee Utrechtse sociaal innovatieve initiatieven in het sociale domein die zijn ontwikkeld om de handelingscapaciteiten van sociaal kwetsbare burgers te versterken. Het ene initiatief is een gemengde woon-werkgemeenschap met opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen ('t Groene Sticht), gerealiseerd in 2003. Het tweede is een stadslandbouwinitiatief van meer recente datum (2010) met dagbesteding en re-integratietrajecten voor mensen met een meervoudige problematiek (De Volle Grond).
LINK
De vraag die centraal staat in dit hoofdstuk is: hoe kan worden verklaard waarom zoveel adolescenten beginnen met het plegen van delicten? Bij de behandeling van deze vraag worden zijdelings persoonlijkheidskenmerken en omgevingsfactoren genoemd die van invloed kunnen zijn. Hoofdstuk 6 in: Jeugdcriminologie. 2015
LINK
Hoofdstuk 29 in 'Basisboek Integrale Veiligheid'. Dit hoofdstuk gaat over de risico's die evenementen met zich meebrengen. Allereerst wordt het begrip evenement gedefinieerd (par. 29.2). Vervolgens komt theorie over massagebeurtenissen aan bod (par. 29.3) en wordt ingegaan op ervaringen en lessen (par. 29.4). Tot slot worden de voorbereiding en maatregelen bij evenementen(veiligheid) geschetst (par. 29.5).
MULTIFILE