Recensie van 'Op zoek naar duurzame' zorg onder redactie van Jan Steyaert en Rick Kwekkeboom, Het boek biedt een goed state-of-the-art overzicht van kennis rond de Wmo, mooie voorbeelden van nieuwe praktijken (en oude praktijken die met de Wmo een nieuwe impuls krijgen, zoals zelfhulpinitiatieven) maar laat tevens zien dat de komende jaren nog veel uit te werken valt.
Ervaringsdeskundigheid wordt in het werkveld van de (O)GGZ en het sociale domein steeds meer als een onmisbaar element beschouwd in de organisatie en uitvoering van goede zorg. Er is een groeiend palet aan opleidingen en cursussen voor ervaringsdeskundigen met een uiteenlopend lesaanbod op verschillende niveaus. Het belang van professionalisering van ervaringsdeskundigheid neemt daarbij navenant toe. In de GGZ en de verslavingszorg werken al langer opgeleide ervaringsdeskundigen. In armoede en sociale uitsluiting heeft die trend zich in Nederland pas recent ingezet. EDASU staat voor ErvaringsDeskundigheid in Armoede en Sociale Uitsluiting. Mensen die van generatie op generatie opgegroeid zijn in armoede worden hier opgeleid om als ervaringsdeskundigen de brug te slaan naar zowel mensen in armoede als naar hulpverleners.
Het onderhavige onderzoek naar de doorstroom van mbo naar hbo in de technische sector houdt zich bezig met een belangrijk thema van de school als loopbaancentrum. Kunnen we het beroepsonderwijs zo programmeren en organiseren dat niet langer institutionele afscheidingen en grenzen bepalend zijn, maar een geëngageerde bemiddeling ten faveure van de loopbaan van de student? Het overheidsbeleid heeft de uitdaging geformuleerd om een groei in de doorstroom van mbo naar hbo waar te maken, nl. door voorop te stellen dat binnen afzienbare tijd de helft van de Nederlandse schoolverlaters hoger onderwijs achter de rug dient te hebben. Hierboven op geldt ook nog dat in het bijzonder de deelname aan het bèta/technisch onderwijs dient toe te nemen. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat De Haagse Hogeschool al jarenlang in samenwerking met ROC's, in het bijzonder in de techniek, doorstoomactiviteiten uitvoert. Hoewel bij de theoretische uitwerking en ook bij de empirische aanpak kanttekeningen te plaatsen zijn, meen ik dat het onderzoek voldoende reflectiekracht heeft om behulpzaam te kunnen zijn bij verbetering van de doorstroom tussen mbo en hbo. De onderzoekers werken dit in het laatste hoofdstuk van hun rapportage nader uit.