Van oorsprong worden televisieprogramma’s op een lineaire manier aangeboden aan kijkers: een omroep bepaalt in welke volgorde programma’s worden getoond. Dit verandert echter langzaam. Ondemand mogelijkheden via internet en settopboxen zorgen ervoor dat kijkers zelf kunnen bepalen wanneer ze welk programma willen kijken. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) speelt op die mogelijkheden in met onder meer de dienst Uitzending Gemist, een NPOapplicatie voor mobiele apparaten en verschillende themakanalen. Eén van die themakanalen is NPO Spirit. Ze biedt via internet ondemand video’s aan op het gebied van levensbeschouwing, spiritualiteit en diversiteit. Het aanbod is zo pluriform mogelijk. Dat wil zeggen dat verschillende religies en levensbeschouwingen naast elkaar worden aangeboden. NPO Spirit formuleert haar propositie dan ook als volgt: “NPO Spirit laat de kijker genieten en brengt op toegankelijke wijze (nieuwe) inzichten!" De uiteindelijke doelstelling van dit project is om méér mensen en meer verschillende groepen te bereiken. Het eindresultaat bestaat uit (1) een specifiek overzicht voor NPO Spirit van relevante trefwoorden, groepen ( hubs ) en sleutelfiguren ( influencers ) op internet, en (2) een algemene werkwijze om vanuit een organisatie of merk te bepalen welke groepen, trefwoorden en sleutelfiguren op het internet relevant zijn. Dit moet ertoe leiden dat NPO Spirit beter in staat raakt om video’s naar consumenten ‘toe te brengen’.
MULTIFILE
We bevinden ons in een snel veranderend medialandschap. Technologische ontwikkelingen zorgen voor veranderingen in het mediagedrag van de consument. On demand kijken is volledig ingeburgerd en zeker Millennials kijken nauwelijks nog op een lineaire manier televisie. Live sport lijkt een uitzondering en een garantie voor hoge kijkcijfers. Vanwege de real time suspense vormt sport namelijk een uitzondering op de regel. Het is dan ook niet gek dat de strijd om sportuitzendrechten heviger is dan ooit. De concurrentie komt daarbij niet langer alleen van collega-mediabedrijven, ook nieuwe en niet-traditionele mediapartijen mengen zich in de strijd.
DOCUMENT
Businesses today are facing ever greater competition. Products and services need to be delivered faster, more efficiently and at lower price. Companies are forced to supply customised products: demand-oriented production. In order to meet this changing demand, companies have to subcontract and collaborate. An efficient web service system that defines tasks and roles is indispensable for achieving this. The spiders in the web are people. People have a number of tools to hand that enable them to design or adapt the process-oriented organisation. In this regard, people have access to an ever increasing number of standardised process objects (web services) that are available via the Internet.
DOCUMENT
In het boek is een overzicht te vinden van de verschillende kenniscentra en lectoren van de HU. Per kenniscentrum worden de verschillende onderzoeksterreinen beschreven en de lectoren voorgesteld.
DOCUMENT
Het proefschrift gaat in op de werkwijze, het belang en het gedrag van muziekuitgevers, de pioniers van de muziekindustrie. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst geven muziekuitgevers composities uit op bladmuziek of licenseren zij deze. Door het succes van de grammofoonplaat werden de uitgevers een eeuw geleden uit het centrum van de macht van de muziekindustrie verdreven door de platenmaatschappijen die de geluidsopnames van muziek gingen exploiteren. De verborgenheid van de muziekuitgeversbranche komt enerzijds voort uit de onduidelijke positie van de muziekuitgevers in de culturele waardeketen van de muziekindustrie en anderzijds door de historische wirwar aan rechten. Opvallend genoeg is er weinig wetenschappelijke aandacht geweest voor deze industrie zeker in tegenstelling tot de aandacht voor de platenmaatschappijen, dit onderzoek hoopt daar verandering in te brengen. Machtige positie door digitalisering van muziek Het proefschrift van Wierda is een longitudinale studie die een periode van honderd jaar omvat. Muziekuitgevers verwerven een deel van het auteursrecht van een liedje, indien de componist muziek wenst uit te geven. Door deze wijze komt de uitgever voor de componist op zodat ze beide inkomen uit het intellectueel eigendom vergaren als of het liedje op plaat verschijnt of live ten gehore wordt gebracht. Muziekuitgevers wensen mede ten behoeve van de componist, inkomen te vergaren. Waar ook maar muziek geconsumeerd wordt eisen zij het recht van gebruik op. Dit kan zijn bij live entertainment, televisie, internet en games. Het bijzondere volgens het proefschrift is dat door de digitalisering na honderd jaar dynamiek de uitgevers weer in belang toenemen, doordat de handel in de fysieke geluidsdragers van de platenmaatschappijen tanende is. De muziekindustrie neigt naar een ‘rights industry’ waarin qua werkwijze de uitgevers al eeuwen in gespecialiseerd zijn. De huidige uitgevers kenmerken zich dan ook als ondernemers die weer dichter tegen de componist aankruipen en zich op deze wijze dynamisch profileren in de nieuwe tijd.
DOCUMENT
Diverse Nederlandse gemeenten maken plannen bekend om glasvezelinfrastructuur aan te leggen. De hoop wordt uitgesproken dat daarmee niet alleen technisch wat wordt bereikt, maar dat ook de economische en sociale infrastructuur verbeterd. Op vraag van de gemeente Almere wordt in deze tekst stilgestaan bij de vraag of de grootschalige aanleg van dergelijke breedband ook wat kan betekenen voor de sociale kwaliteit, en of daar gericht beleid op kan gevoerd worden.
DOCUMENT
Het afgelopen decennium hebben we de ontwikkeling en diffusie gezien van pc s en internet. Op dit ogenblik heeft 75% van de Nederlandse huishoudens een pc thuis, en 62 % ook een internetverbinding. Tijd besteed aan televisie en het gedrukte woord wordt vervangen door internet-tijd. Hoewel hiervan steeds meer onder de noemer entertainment valt (uitwisselen van muziek, spelen van computer-games), heeft deze ontwikkeling significante gevolgen voor de manier waarop burgers (wetenschappelijke) informatie zoeken en vinden. Google verdringt de Encyclopfdia Britannica van de troon. De belangrijkste ontwikkeling op het snijvlak van digitalisering en wetenschap is niet zozeer de grotere rekenkracht maar de toegenomen toegankelijkheid van wetenschappelijke informatie, zowel in de communicatie tussen wetenschappers (via virtuele bibliotheken en discussielijsten) als tussen wetenschappers en studenten (via elektronische leeromgevingen). Waar dit eerst nog de vorm aannam van digitaal ontsluiten van traditionele media, dat wil zeggen het digitaliseren van reeds c.q. ook op papier beschikbare artikelen, neemt dit snel de vorm aan van nieuwe kennis-producten, zoals een web-essay. Er ontstaan ook informatie-hangplekken, d.w.z. verdichtingen in de digitale communicatie rondom specifieke thema s. Meestal neemt dit de vorm aan van een website (met daarop artikelen, maar ook beleidsstukken, nieuws, casuostiek) met daarbij een discussieplatform. Wie nu wat zoekt over bijvoorbeeld onderwijsachterstanden, gaat niet naar de bibliotheek, maar komt via google terecht bij www.oatransfer.nl. Wie wat over informeel leren wil weten, komt na wat zoeken terecht op www.infed.org en heeft verder geen behoefte meer aan op traditionele wijze gepubliceerde informatie. Door deze ontwikkeling van digitalisering en in het publieke domein plaatsen van wetenschappelijke informatie ontstaat ook een grotere communicatie tussen wetenschappers en werkveld. Nu eind 2003 het kabinet via het innovatieplatform en anderszins de kennisoverdracht tussen hoger onderwijs en werkveld benadrukt, kan ook de graadmeter van kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek wijzigen: het is tijd om de science citation index aan te vullen met de google citation index.
DOCUMENT
Aan de hand van recente bevindingen van hersenonderzoek en research rond ontwikkelingstheorieën wordt de vraag beantwoord: in hoeverre zijn jongeren toegerust voor het nieuwe leren en in staat tot zelfsturing? Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd voor de onderwijspraktijk.
DOCUMENT
De uitingen van de crossmedia dringen zich steeds nadrukkelijker aan ons op. Een toenemend aantal crossmedia diensten en producten doet een beroep op onze aandacht en financiën: van interactieve televisieprogrammas op websites, tot themakanalen op mobiele apparaten, fysieke bijeenkomsten van online communities, en virtuele werelden waarin wordt gehandeld, gestolen en waarin je echte schulden kan maken. Oude en nieuwe media vinden elkaar in IPTV en podcasts. Traditionele spelers worden links en rechts ingehaald door creatieve pioniers en actieve consumenten die zich niets aantrekken van bestaande marktverdelingen en gevestigde namen. De ene baanbrekende dienst valt over de andere innovatie heen: nog maar net gewend aan het bloggen of iedereen slaat aan het twitteren. Zelfs een achteloze journaalkijker kan de hysterische taferelen die hiermee soms gepaard gaan niet ontlopen, blijkens de nieuwe introductie van een oud apparaat zoals de telefoon: de iPhone.
DOCUMENT