Goede, ondernemende zorgprofessionals in de ouderenzorg vertrekken regelmatig uit organisaties om te starten als ZZP’er. Om deze ondernemende zorgprofessionals te behouden is geëxperimenteerd met het concept Ondernemend Werknemerschap. Ondernemend Werknemerschap is de arbeidsrelatie die de Ondernemende Werknemer heeft met de werkgever, waarbij de werkgever ruimte biedt aan de Ondernemende Werknemer om zelf invulling te geven aan kansen die deze ziet in de externe omgeving en autonoom mag handelen op het terrein van arbeidsinhoud, binnen de kaders van de overkoepelende organisatiedoelen. Het onderzoek bestaat uit een interviewstudie onder 17 experts naar Ondernemend Werknemerschap en twee uitgebreide casestudies in de Ouderenzorg. De algemene conclusie die getrokken kan worden is dat Ondernemend Werknemerschap voor medewerkers en cliënten leidt tot een betere kwaliteit van leven en werken.
DOCUMENT
This is the introduction to the special issue of World Review of Entrepreneurship, Management and Sustainable Development (WREMSD) dedicated to workplace innovation and social innovation related to work and organisation. As technological and business model innovations alone are not sufficient to enhance opportunities for businesses and employment, awareness is rising that better use should be made of human talents and new ways of organising and managing. In order to make working environments more receptive for innovation, and to enable people in organisations to take up an entrepreneurial role as intrapreneurs, a shift towards workplace innovation can be observed. Workplace innovation is complementary to technological and business model innovation, and a necessary ingredient for successful renewal, in that it addresses a type of management that seeks collaboration with employees through dialogue and employee engagement.
DOCUMENT
Er is een nieuw type arbeidsrelatie aan het ontstaan: dat van de ondernemende werknemer. De ondernemende werknemer is in loondienst en heeft een formele gezagsverhouding met de organisatie. Hij ziet kansen en neemt de ruimte om daarnaar te handelen. De werkgever biedt de ruimte om zelf invulling te geven aan kansen binnen het werk. Bron: www.pwdegids.nl. Het originele artikel is beschikbaar in de HU bibliotheek.
LINK
In deze rede zal ik vanuit het heden via de theorie en de wijze waarop theorie en praktijk verbonden zijn, een sprong maken naar de toekomst. Eerst zal ik een korte uiteenzetting geven over de positie van Nederland op het gebied van innovatie en ondernemerschap. Daarna zal ik een schets geven van het theoretische kader en de paradigma´s die naar mijn mening denken en doen in relatie tot innovatie en ondernemerschap bepalen. Tot slot wil ik een brug slaan naar de toekomst en de rol die het lectoraat Ondernemen en Innoveren (O&I) zal spelen om vernieuwing tot stand te brengen en het concept ondernemend innoveren vorm te geven.
MULTIFILE
Nederlandse binnensteden bevinden zich als gevolg van diverse trends – klimaat, maatschappij, demografie, economie en technologie – in een dynamisch en complex transitieproces. Deze transitie moet door samenwerkende en betrokken private en publieke stakeholders uit de binnenstad worden gemanaged om zodoende centra veerkrachtig te maken en houden. Lange tijd richtte dit binnenstadsmanagement zich vooral op operationele zaken rond de aankleding van en events in de binnenstad. Zo staat menig binnenstad in de maand december in de kerstspotlights.
DOCUMENT
Het aantrekken en behouden van de juiste mensen voor de organisatie, vereist het zijn en blijven van een aantrekkelijk werkgever. Experimenteren met nieuwe en andere vormen van arbeidsrelaties kan daarvoor een juist middel zijn.
DOCUMENT
Op 28 juli 2014 is Ben Fruytier overleden. Hij was lector Organisatieconfiguraties en Arbeidsrelaties bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU). Tevens was hij als universitair hoofddocent werkzaam bij de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit (RU Nijmegen). Aan deze universiteit heeft hij arbeid- en organisatiesociologie gestudeerd en is hij cum laude afgestudeerd. Hij was leerling van Ulbo de Sitter en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling en toepassing van de sociotechniek in Nederland. In 1987 heeft hij de werkgroep Productie Organisatie en SocioTechniek (‘POST-groep’) opgericht, waarin wetenschappers, organisatieadviseurs en stafmedewerkers van bedrijven en vakbonden werkten aan de professionalisering van het vak van (sociotechnische) organisatieverandering.
MULTIFILE
In de periode rond de millenniumwisseling zijn veel publicaties uitgebracht over toekomstige ontwikkelingen op het gebied van arbeid (onder meer Van Driel 2001; Gaspersz & Verhoeff 2001; Leijnse 2002; Licher 2001; Paauwe & Williams 1999; Schnabel 2000; Weehuizen 2000). In diezelfde periode heb ik met enkele TNO-collega’s twee publicaties uitgebracht met een vooruitblik naar de toekomst. Dat betreft HRM in de toekomst dat ik in 2003 samen met Erik Jan van Dalen en Sjiera de Vries heb geschreven en De toekomst werkt; mens en bedrijf in 2020 uit 2007, waar ik samen met Joost van Genabeek en Cees Wevers de redactie van heb gevoerd. De publicatie HRM in de toekomst (Gründemann, Van Dalen & De Vries 2003) signaleert vier kernontwikkelingen die niet alleen essentieel zijn gezien hun effect op HRM en arbeid, maar ook omdat het vrij zeker is dat zij zich gaan voordoen. Deze kernontwikkelingen zijn: 1. veranderingen in de samenstelling van de beroepsbevolking 2. ontwikkelingen rond ICT en arbeid 3. flexibilisering van arbeidsrelaties 4. verandering in de betekenis van (betaald) werk
DOCUMENT
Programma 4e HRM praktijk & onderzoek congres
DOCUMENT
Keynote presentatie tijdens het HRM Praktijk Onderzoek Congres 14 november. Over het thema: 'De veranderende waarde(n) van werk: gevolgen voor HRMTrends in werk. Werk is veranderd en verandert nog steeds. Banen waar we 10 jaar geleden nog nooit van gehoord hadden, worden nu veelvuldig gevraagd, maar kunnen ook weer verdwijnen. De situatie op de werkvloer is niet meer te vergelijken met die van enkele decennia geleden. Er is veel meer variatie: meer vrouwen, allochtonen en parttimers, om maar eens wat te noemen. Organisaties werken tijdelijk samen aan projecten en hun medewerkers dus ook. Functies veranderen voortdurend. Hoe spelen organisatie in het algemeen en HRM in het bijzonder hier op in? Hoe bereid je medewerkers adequaat voor op voortdurende verandering? Welke consequenties hebben al die veranderingen voor het HRM beleid in organisaties?
DOCUMENT