Om nu en in de toekomst de Limburgse beroepsbevolking in kwantiteit en kwaliteit aan te laten sluiten op de vraag naar arbeid, heeft de Provincie het Aanvalsplan arbeidsmarkt ‘Zo WERKT Limburg’; een uitvoeringsstrategie met als doel het geven van een extra impuls aan de Limburgse arbeidsmarkt, opgezet. ‘Zo WERKT Limburg’ verbindt, initieert, experimenteert, versterkt en ondersteunt binnen de kaders van het Aanvalsplan arbeidsmarkt. In dit onderzoek staat Leo centraal. Leo, de nieuwe naam van het Limburgs Ontwikkel Centrum, is een van de projecten binnen ‘Zo WERKT Limburg’. Het doel van Leo is het ontwikkelen van een ondersteuningsstructuur die de Limburgse burger wegwijs maakt en begeleidt bij zijn of haar ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Door het aanbieden van laagdrempelige, onafhankelijke activiteiten die toegankelijk zijn voor elke Limburger, wil Leo bijdragen aan het vergroten van de employability van de Limburgse beroepsbevolking. De vraag die centraal staat in dit onderzoek luidt: ‘Op welke wijze kan Leo de activiteiten borgen en verder uitbreiden ten einde bij te dragen aan de employability van de Limburgse beroepsbevolking?’
DOCUMENT
Aanvankelijk werd maatschappelijk werk vooral ingezet bij de armoedebestrijding. Tegenwoordig wordt van de beroepsgroep vooral verwacht dat ze mensen activeren. In werkelijkheid gaat het om accentverschillen. De activeringsopdracht is al zo oud als het maatschappelijk werk.
MULTIFILE
Mentoren en ondersteuningscoördinatoren (onderwijsprofessionals) binnen het Pro Grotius College (hierna PG) ervaren een grote zorglast. Zij besteden een groot deel van hun begeleidingstijd voor leerlingen aan het acteren op vragen en ondersteuningsbehoeften die niet altijd onderwijs gerelateerd zijn. Om deze knelpunten op te lossen is een pilotproject op het PG gestart. Voor het project is een schoolmaatschappelijk werker aangesteld op de school, om leerlingen en ouders te ondersteunen bij hun hulpvragen. Het project is uitgevoerd in de periode november 2021 t/m juni 2024.
DOCUMENT
Het Lectoraat Jeugd is door een Beleidsadviseur Sociaal Domein van de Gemeente Wijk bij Duurstede benaderd om de Pilot Onderwijs Zorg Arrangement (het OZA) in haar gemeente te evalueren. Binnen het OZA werken SBO-school De Driehoek, basisschool Het Baken en Loket Wijk (Sociaal Wijkteam) intensief samen met als doel kinderen binnen de gemeente op te vangen en zo te voorkomen dat zij aangewezen zijn op speciaal onderwijs buiten de gemeente. De Driehoek en het Baken verzorgen samen het onderwijsprogramma binnen de brede school Het Anker. Binnen het OZA worden zij ondersteund door de inzet van hulpverlening vanuit Loket Wijk (Collegevoorstel, 2017). De pilot werd vanaf januari 2017 gefinancierd door de gemeente en liep tot augustus 2018. Om tot besluitvorming te kunnen komen over al dan niet voortzetten van het OZA is de gemeente op zoek naar informatie over de meerwaarde van deze pilot. Dit in relatie tot de beoogde doelstelling: ‘Dat leerlingen onderwijs krijgen op de voor hen meest passende plek: daar waar zij zich in een veilige omgeving maximaal cognitief en sociaal emotioneel kunnen ontwikkelen. Zo mogelijk dichtbij huis en tevens in of dichtbij het regulier basisonderwijs, waar nodig ondersteund met specialistische voorzieningen.’ (Collegevoorstel zaaknummer 21231, 27 juni 2017, p. 1).
DOCUMENT
Dit onderzoek laat zien hoe in de steden Amsterdam, Haarlem en Rotterdam na de transitie van het sociaal domein structuur is gegeven aan de zorg voor en ondersteuning van jongeren van 12 tot 23 jaar en welke rol wijkteams daarin vervullen. Per stad zijn ook vergelijkenderwijs verschillen en overeenkomsten naar voren gebracht, waaronder fricties en aandachtspunten die zich in beleid en uitvoering voordoen. De inzichten uit dit onderzoek hebben een basis geboden voor het vervolgonderzoek Ondersteuning Jeugd in Overgang naar Volwassenheid dat van 2017-2022 is uitgevoerd met RAAK-Pro financiering van Stichting Innovatie Alliantie (SIA).
MULTIFILE
Een verkennend onderzoek in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam. Amsterdam, Haarlem, Rotterdam. Ard is mede auteur. In deze verkenning wordt een systematisch beeld opgebouwd van de sociale infrastructuur in drie steden, gericht op jeugdigen. Ook word gekeken in hoeverre deze infrastructuur ‘op papier’ toegankelijk en bereikbaar is.
DOCUMENT
Projectsamenvatting voor Transitie-programma Innovaties in de langdurende zorg
DOCUMENT
In dit rapport wordt verslag gedaan van een verkennend onderzoek naar de wijze waarop de invoering en borging van drie basismethodieken en drie evidence-based interventies in de Amsterdamse jeugdzorg zijn aangepakt. Het onderzoek is een project van het Lectoraat implementatie in de jeugdzorg, dat per 1 februari 2010 van start is gegaan. Het doel van het onderzoek was drieledig: 1) het in kaart brengen van de strategieën voor invoering en borging van interventies en basismethodieken; 2) het in kaart brengen van de ervaring met de gehanteerde strategieën; 3) het doen van aanbevelingen over de ondersteuningsstructuur in de jeugdzorginstellingen in de stadsregio Amsterdam. De besproken evidence-based interventies in dit onderzoek betreffen Signs of Safety, Positief Pedagogisch Programma (Triple P), Functional Family Parole Service (FFPS), Multidimensional Treatment Foster Care for pre-schoolers (MTFC-P), Parent Management Training Oregon (PMTO), Multi System Therapy (MTS), Multidimensional Family Therapy (MDFT), Incredible Years (Pittige jaren) en Orthopedagogische Gezinsbehandeling (IOG).
DOCUMENT
Besturing van autonomie’. Dat was de titel van de oratie die prof. dr. Edith Hooge als bijzonder hoogleraar aan de TiasNimbas Business School (Universiteit van Tilburg) afgelopen juni uitsprak. Vooral de ondertitel wekte nieuwsgierigheid: ‘Over de mythe van bestuurbare onderwijsorganisaties’. Zou ze bedoelen dat we het maar op moeten geven, dat onderwijsorganisaties toch niet te beheersen zijn? Reden voor Hartger Wassink om er wat dieper in te duiken met een analyse van de oratie, gevolgd door een interview met prof. Edith Hooge zelf.
DOCUMENT
De vraag die we in dit artikel adresseren is: in hoeverre hebben de verschillen tussen hbo en wo invloed op didactische vraagstukken en aanpakken bij het ontwerp van vormen van open en online onderwijs? Om daar meer inzicht in te krijgen schetsen we in dit artikel een hbo- en een wo-casus. In deze casussen worden didactische vraagstukken benoemd en de wijze waarop ze zijn aangepakt. Op basis van deze casussen trekken we een aantal conclusies ten aanzien van de vraagstelling.
LINK