Internet technology offers a lot of new opportunities for the dissemination of information, sharing of support and consultation of professionals. Innovating professionals from multiple disciplines have begun to exploit the new opportunities for parenting support. The studies presented in this book are meant to deepen our insights in the subject of online parenting support and investigate the feasibility to use single session email consultation to empower parents. This publication includes: - A systematic review of 75 studies on online parenting support. - A meta-analytic review of 12 studies on online tools to improve parenting. - A content analysis of 129 parenting questions and responses in single session email consultation. - An analysis and validation study of the newly developed Guiding the Empowerment Process model. - An evaluation study of the effects of single session email consultation on parental empowerment. The results of this research indicate that the Internet is not only a source of information, but it can also be an instrument for support and training, aiming to improve parental competencies.
MULTIFILE
Due to the Covid-19 crisis, higher education was forced to offer online alternatives to their courses. This change drastically increased the number of students partaking in online education. However, the effects of obligatory online education could potentially be harmful and are not yet sufficiently explored. This research analyses the impact of obligatory online education on business students’ social life, well-being and academic performance. The study used a phenomenological and a comparative approach to assess and compare students’ personal experiences in Germany and the Netherlands. A total number of 30 semi-structured interviews were conducted with students in the mentioned countries. Results show, that students’ academic performance decreased due to a lack of student identity, study life balance, motivation and technological issues during e-learning. Furthermore, mixed findings were recorded about the impact on social life. Finally, a slight drop in students’ well-being caused by a decline in physical and mental health was observed. Findings of this study are significant in a sense that they can provide crucial information for policymakers, educators and managers in higher education which enable them to make more informed decisions when delivering online education in crucial times and enhance students’ experience. This will consequently create a more positive impact for students’ well-being, social life and academic performance.
Objectives: Promoting unstructured outside play is a promising vehicle to increase children’s physical activity (PA). This study investigates if factors of the social environment moderate the relationship between the perceived physical environment and outside play. Study design: 1875 parents from the KOALA Birth Cohort Study reported on their child’s outside play around age five years, and 1516 parents around age seven years. Linear mixed model analyses were performed to evaluate (moderating) relationships among factors of the social environment (parenting influences and social capital), the perceived physical environment, and outside play at age five and seven. Season was entered as a random factor in these analyses. Results: Accessibility of PA facilities, positive parental attitude towards PA and social capital were associated with more outside play, while parental concern and restriction of screen time were related with less outside play. We found two significant interactions; both involving parent perceived responsibility towards child PA participation. Conclusion: Although we found a limited number of interactions, this study demonstrated that the impact of the perceived physical environment may differ across levels of parent responsibility.
MULTIFILE
In het project “ADVICE: Advanced Driver Vehicle Interface in a Complex Environment” zijn belangrijke onderzoeksresultaten geboekt op het gebied van het schatten van de toestand en werklast van een voertuigbestuurder om hiermee systemen die informatie geven aan de bestuurder adaptief te maken om zo de veiligheid te verhogen. Een voorbeeld is om minder belangrijke informatie van een navigatiesysteem te onderdrukken, zolang de bestuurder een hoge werklast ervaart voor het autorijden en/of belangrijke informatie juist duidelijker weer te geven. Dit leidt tot een real-time werklast schatter die geografische informatie meeneemt, geavaleerd in zowel een rijsimulator als op de weg. In de ontwikkeling naar automatisch rijden is de veranderende rol van de bestuurder een belangrijk (veiligheids) onderwerp, welke sterk gerelateerd is aan de werklast van de bestuurder. Indien rijtaken meer geautomatiseerd worden, wijzigt de rol van actieve bestuurder meer naar supervisie van de rijtaken, maar tevens met de eis om snel en gericht in te grijpen indien de situatie dit vereist. Zowel deze supervisie als interventietaak zijn geen eenvoudige taken met onderling een sterk verschillende werklast (respectievelijk lage en (zeer) hoge werklast). Of een goede combinatie inclusief snelle overgangen tussen deze twee hoofdtaken veilig mogelijk is voor een bestuurder en hoe dit dan het beste ondersteund kan worden, is een belangrijk onderwerp van huidig onderzoek. De ontwikkeling naar autonoom rijden verandert niet alleen de rol van de bestuurder, maar zal ook de eisen aan het rijgedrag van het voertuig beïnvloeden, de voertuigdynamica. Voor de actieve bestuurder kunnen snelle voertuigreacties op bestuurdersinput belangrijk zijn, zeker voor een ‘sportief’ rijdende bestuurder. Indien dit voertuig ook automatische rijtaken moet uitvoeren, kan juist een meer gelijkmatig rijgedrag gewenst zijn, zodat de bestuurder ook andere taken kan uitvoeren. Dit stelt eisen aan vertaling van (automatische) input naar voertuigreactie en aan de voertuigdynamica. Mogelijk wil zelfs een sportieve bestuurder een meer comfortabel voertuiggedrag tijdens automatisch rijden. Eveneens voor deze twee voertuigtoestanden, menselijke of automatische besturing, moet gezocht worden naar een goede combinatie inclusief (veilige) overgangen tussen deze twee toestanden. Hierbij speelt de werklast en toestand van de bestuurder een doorslaggevende rol. In de geschetste ontwikkelingen in automatisch rijden kunnen de onderzoeksresultaten van ADVICE een goede ondersteuning bieden. Veel van deze ontwikkelingen worstelen met het schatten van de werklast van de bestuurder als cruciaal (veiligheids) aspect van automatisch rijden. De ADVICE resultaten zijn echter gepresenteerd voor beperkt publiek en gepubliceerd op conferenties, waarvan de artikelen veelal slechts tegen betaling toegankelijk zijn. Daarnaast zijn dergelijke artikelen gelimiteerd in aantal pagina’s waardoor de over te dragen informatie beperkt is. Om een betere doorwerking van ADVICE aan ‘iedereen’ te realiseren en tevens de mogelijkheden hiervan in de toekomst van automatisch rijden te plaatsen, willen wij top-up gebruiken om hierover een artikel te schrijven en dit in een peer-reviewed Open Access tijdschrift online toegankelijk te maken. Hierdoor wordt de informatie voor iedereen, gratis toegankelijk (open access), is de inhoud uitgebreider aan te geven (tijdschriftartikel) en is de inhoud en kwaliteit goed en relevant voor het vakgebied (peer-reviewed).
Chronische gewrichtsaandoeningen zijn veelvoorkomende aandoeningen waarmee patiënten bij de fysiotherapeut of oefentherapeut komen. Aandoeningen zoals artrose en reuma veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren vanwege pijn en verminderde mobiliteit. Genezing is vaak niet mogelijk, maar het bevorderen van zelfmanagement kan verergering voorkomen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten spelen een centrale rol in het ondersteunen van zelfmanagement bij patiënten met gewrichtsaandoeningen. De inzet van online toepassingen, waaronder mobiele applicaties, en online platforms, die gericht zijn op het bevorderen van zelfmanagement (in dit voorstel gedefinieerd als Behavioral Intervention Technologies: BITs) kunnen patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen ondersteunen. Echter, voor veel professionals is het onduidelijk hoe BITs kunnen worden ingezet om zelfmanagement te vergroten en hoe dit gecombineerd kan worden met fysieke begeleiding. Daarom onderzoeken we in dit tweejarige project de manier waarop oefen- en fysiotherapeuten coaching op zelfmanagement via BITs kunnen vormgeven. In werkpakket 1 brengen we met een review, observaties en een concept mapping in kaart welke elementen en randvoorwaarden van BITs belangrijk zijn voor het bevorderen van zelfmanagement. Zodra we inzicht hebben in deze elementen en randvoorwaarden wordt in co-creatie met stakeholders toegewerkt naar beroepsrollen en beroepscompetenties die voorwaardelijk zijn voor het gebruik van BITs. Met de input van deze onderzoeksactiviteiten ontwikkelen we samen met de doelgroep de AmSOS methodiek die professionals helpt bij het gebruik van BITs om zelfmanagement te bevorderen bij patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen (WP2). Om te bepalen in hoeverre de methodiek bruikbaar is in de praktijk wordt in WP3 een haalbaarheidsstudie opgezet waarbij 25 eerstelijnsfysio- en/of oefentherapiepraktijken de AmSOS methodiek gaan gebruiken in de behandeling van patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen. Omdat gewrichtsaandoeningen een substantieel onderdeel zijn van de curricula, maar tegelijkertijd weinig aandacht wordt besteed aan technologie en zelfmanagement, ontwikkelen we in WP4 een onderwijsmodule voor scholing van studenten en praktiserende oefen- en fysiotherapeuten.
The general objective of the project is to investigate how we could develop and maintain a network of lecturers from across all THE-ICE accredited institutes who could collaboratively teach online between different institutions, i.e., acting as international guest lecturers in the study programs of THE-ICE accredited institutes.