Gemeenten hebben aangegeven voor hitte behoefte tehebben aan concrete richtlijnen voor een hittebestendigestad. In het RAAK-project ‘De hittebestendige stad’ zijn naaraanleiding van deze behoefte drie ontwerprichtlijnen voor eenhittebestendige inrichting van de buitenruimte opgesteld (ziekader). Deze voorgestelde richtlijnen zijn in het onderzoekconcreet met grenswaarden ingevuld (bijvoorbeeld 300 metertot een koele plek, of 40 % schaduw op loopgebieden).Gemeenten vinden de gekozen richtlijnen logisch en hebbenvooral nog vragen over de voorgestelde grenswaarden en deexacte definitie van koele plekken in de stad. Er is daaromnog een slag met gemeenten nodig om deze grenswaardenen ook de definitie van termen beter te onderbouwen. Het isimmers zo dat iedere gemeenten zelf keuzes dient te makenover wat zij hittebestendig vindt. Een goede lokale afwegingen onderbouwing is van belang.Het doel van dit praktijkonderzoek is om met meerderegemeenten de richtlijnen concreter uit te werken engemeenten handvatten te geven om zelf specifieke grenswaarden te kiezen. De verwachting is dat andere gemeenten bij een bredere onderbouwing makkelijker de voorgestelde richtlijnen grenswaarden overnemen of daar hun eigen specifieke invulling in kiezen. En dus concreet aan de slag kunnen met het hittebestendig inrichten van de buitenruimte. In dit onderzoek zijn de richtlijnen in de praktijk onderzocht door metingen, interviews foto’s en GIS analyse te combineren. Voor elke van de richtlijnen worden de methode, resultaten en aanbevelingen beschreven zodat de aanpak eenvoudig opschaalbaar is naar andere gemeenten.
‘Ontwerpen met biobased plastics’ is de eindpublicatie van het project “Design Challenges with Biobased Plastics”. In dit onderzoeksproject deed de HvA, samen met diverse mkb-bedrijven onderzoek naar de kennis een tools die ontwerpers nodig hebben om biobased plastics, kunststoffen van hernieuwbare materialen, toe te passen. De publicatie gaat in op de kansen die biobased plastics bieden en biedt praktische tools, inspirerende voorbeelden en handreikingen die het ontwerpen met deze materialen makkelijker maken.
Hoe kunnen we bij grote woningbouwprojecten de straat zó ontwerpen dat de menselijke maat behouden blijft? In westerse steden moeten steeds meer inwoners worden gehuisvest. Dit brengt in veel gevallen de introductie van steeds hogere woontorens met zich mee. Hoewel zulke nieuwe stadsprojecten worden ontworpen met de bedoeling de bewoners een gevoel van kleinschaligheid te geven, blijft het onduidelijk hoe de gebruikers hoogbouw en andere vormen van hoge dichtheden daadwerkelijk ervaren op straat.Dit boek verkent hiervoor het nieuwe hybride werkveld van de neuroarchitectuur. Onderzoekers maken daarbij gebruik van geavanceerde technologie om na te gaan hoe het lichaam reageert op impulsen uit de gebouwde omgeving. Neuroarchitectuur introduceert het vakgebied en analyseert systematisch voorbeelden van straten met hoge dichtheden in westerse steden als Amsterdam, Toronto, Manchester en Oslo. Welke ontwerpoplossingen zijn er toegepast? En hoe worden de plekken visueel ervaren? Wat leert dat over het ontwerpen met een menselijke maat? Neuroarchitectuur stelt ontwerprichtlijnen ter discussie en biedt praktische handvatten om de menselijke maat van dichtbebouwde omgevingen te verbeteren.
Mondkapjes, of mondmaskers, zijn door de SARS-COV-2 pandemie niet meer uit het straatbeeld weg te denken. De kwaliteit en comfort van de pasvorm van medische en niet-medische mondmaskers wordt bepaald door hoe goed het mondmasker overeenkomt met de afmetingen van het gezicht van de drager. Echter is er geen goed overzicht van de antropometrie van het gelaat van de Nederlandse bevolking waardoor de pasvorm van mondmaskers nu vaak niet optimaal is. Er is dus vraag naar een laagdrempelige en veilige manier om gezichtskenmerken in kaart te brengen en betere ontwerprichtlijnen voor mondkapjes. Driedimensionaal (3D) scannen doormiddel van Light Detection and Ranging (LiDaR) technologie in combinatie met slimme algoritmes lijkt wellicht een manier om gezichtskenmerken snel en laagdrempelig vast te leggen bij grote groepen mensen. Daarnaast geeft het 3D scannen van gezichten de mogelijkheid om niet enkel de afmetingen van gezichten te meten, maar ook 3D pasvisualisaties uit te voeren. Hoewel 3D scannen geen nieuwe technologie is, is de LiDaR technologie pas sinds 2020 geïntegreerd in de Ipad en Iphone waardoor het toegankelijk gemaakt is voor consumenten. Doormiddel van een research through design benadering zal onderzocht worden of deze technologie gebruikt kan worden om betrouwbare en valide opnames te maken van gezichten en of er op basis hiervan ontwerprichtlijnen ontwikkeld kunnen worden. In dit KIEM GoCi-project zal daarnaast ingezet worden om een kennisbasis en netwerk op te bouwen voor een vervolg aanvraag over de inzet van 3D technologieën in de mode-industrie.
Professionals van het Wetterskip, gemeenten, provincie en natuurorganisaties hebben de vraag gesteld hoe het watersysteem in Noordoost Fryslân duurzamer en toekomstbestendiger kan worden gemaakt. In dit RAAK Publiek project verricht hogeschool VHL samen met deze professionals en met kennispartners onderzoek naar dit vraagstuk. De ?houdbaarheidsdatum? van het traditionele waterbeheer lijkt bereikt. Traditioneel afwateren en ontwateren heeft geleid tot maaivelddaling in de veenweidegebieden, en daaraan gerelateerde CO2-uitstoot en uitspoeling van nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. Gevolg is een verlies aan waterbergingscapaciteit en een achteruitgang van de waterkwaliteit. Bij zware regenval is het moeilijk om het water nog te bergen en af te voeren om wateroverlast te voorkomen. Bij droogte ontstaan veel sneller dan voorheen watertekorten. Ook staan daardoor veel unieke ecologische waarden in de veenweidegebieden onderzoek druk of zijn verdwenen. Klimaatveranderingen versterken deze problematiek. In het project wordt kennis ontwikkeld over een klimaatadaptief watersysteem in veengebieden en nieuwe vormen van waterbeheer, functies en functiecombinaties en de relatie met het meer toekomstbestendig maken van het watersysteem (flexibel waterpeil, berging in een natuurgebied, natte teelt, natuurvriendelijke oevers, etc.). Dit wordt gedaan door met elkaar en met andere actoren uit de regionale samenleving a) het watersysteem te onderzoeken en b) te experimenteren met innovatief waterbeheer in het gebied. De onderzoeksvraag is: In welke mate dragen nieuwe vormen van duurzaam, slim waterbeheer bij aan de toekomstbestendigheid van het watersysteem in Noordoost Fryslân? Het project levert voor de waterbeheerders, planologen, natuurbeheerders en andere betrokken professionals een digitaal handboek, bestaande uit een analyse van het watersysteem in het gebied, een klimaatstresstest, een gidsmodel voor het vasthouden en schoonhouden van water, beschreven innovatieve oplossingsrichtingen, een 3D animatie, een participatieve handreiking met ontwerprichtlijnen, beschreven ervaringen en enkele toekomstscenario?s voor het gebied. Dit alles wordt gekoppeld aan een veldwerkplaats en kennismanagementsysteem.
Gezien de klimaatproblematiek wordt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) steeds belangrijker. Bedrijven zijn op zoek naar praktische invulling van dit begrip. Hergebruik van grondstoffen is daarin een belangrijk uitgangspunt. In de meeste kantoorgebouwen wordt het bioafval niet gescheiden van het restafval, in tegenstelling tot in huishoudens. Redenen hiervoor zijn ongemakken zoals geur, schoonmaken en frequent legen van de bakken. Daarnaast verwachten veel mensen dat de hoeveelheid bioafval uit kantoorgebouwen klein is, maar uit verkennend onderzoek is gebleken dat in kantoorgebouwen bijna net zo veel bioafval per persoon wordt geproduceerd als in huishoudens. Echter, de kantoor/bedrijfsomgeving verschilt met de thuisomgeving, omdat er in kantoren een andere betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid is voor de afvalscheiding. Om gescheiden inzamelen van bioafval succesvol te laten zijn is duurzame betrokkenheid van de gebruikers nodig. Het doel van dit project is dan ook om samen met drie verschillende type bedrijven op het businesspark een bioafval scheidingssysteem op te zetten die werkt voor hen. Om het gescheiden inzamelen van afval op een duurzame manier te organiseren is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: “Op welke manier kan, voor de verschillende type bedrijven, bioafval het best worden gescheiden?” Door naar de eisen en wensen per type bedrijf te luisteren, wordt per bedrijf de juiste strategie gekozen om medewerkers te blijven motiveren om bioafval te scheiden en een efficiënt en hygiënisch systeem inclusief transport naar de composteerder ontwikkelt. Succesfactoren worden vertaald in ontwerprichtlijnen per bedrijfstype die relevant zijn voor andere bedrijven die bioafval willen gaan scheiden.