Tijdens het driejarig verhalenproject voor de midden- en bovenbouw van twee basisscholen was de centrale vraag: hoe verloopt de narratieve ontwikkeling van leerlingen in groep 5 t/m 7? Binnen het verhalenproject zijn de schriftelijke verhalen beduidend langer dan de vertellingen. Toch blijkt uit de inhoud dat het weergeven van een gebeurtenis, van personen, tijd en ruimte al zoveel van de schrijfkwaliteiten van de leerling vergt, dat het jezelf inleven in de lezer waardoor er meer aandacht is voor verrassende wendingen, verlevendiging van het verhaal, verdieping van karakters en het gebruik van verschillende tijds- en plaatsaanduidingen, voor velen een stap te ver is. Dit geldt ook voor het gebruik van specifieke taal binnen de context van het verhaal of de vertelling. Het modelgedrag van de leraren is in de lesbeschrijvingen steeds benadrukt, maar in de praktijk te weinig gemonitord. Ook het gericht geven van feedback op de verschillende genrekenmerken is te weinig structureel en op een verdiepende wijze onder de aandacht van de leerlingen gebracht. Want juist modeling en het geven van goede feedback door leraren en leerlingen kunnen de sleutels zijn voor het verbeteren van de schijfvaardigheid. Daarnaast kan er op het gebied van het reviseren van teksten (herschrijven) ook nog winst behaald worden.
DOCUMENT
Boek, uitgegeven naar aanleiding van de oraties van John Dagevos en Yolanda te Poel, d.d. 26-03-07. In het boek worden de belangrijkste visies op duurzame ontwikkeling en het monitoren van duurzame ontwikkeling beschreven. Met name wordt ingegaan op de duurzaamheidsbalans die ontwikkeld is door TELOS, het Brabants Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken. In het eerste deel worden de belangrijkste uitdagingen voor economische vitaliteit, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van stad en streek geschetst. In het tweede gedeelte staat de bijdrage van jongeren aan- en leren voor duurzame ontwikkeling centraal.
DOCUMENT
Dit EU gesubsidieerd onderzoek was een 2 jaar EU-breed initiatief en resulteerde in een reeks instrumenten om organisaties te helpen met het organiseren van leren tussen generaties. In een vergrijzende maatschappij is het belangrijk dat organisaties de capaciteiten van oudere medewerkers beter benutten, in plaats van hun uit de organisatie zo snel mogelijk zien te krijgen. Het organiseren van leren tussen de generaties is een manier om dit probleem van onderbenutting en anderen te helpen. Voordelen van het gebruik van intergeneratie-leren zijn: het vermijden van kennisverlies en vaardigheden, het verbeteren van mobiliteit door oudere medewerkers, het vergroten van competenties van oudere en jongere medewerkers en het stimuleren van duurzame innovatie
DOCUMENT
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen hét middel om de wereld te ontdekken en te communiceren met anderen. Bovendien is bewegen de motor voor de ontwikkeling van andere functies zoals denken, waarnemen en voelen. Ouders en begeleiders kunnen aan de wijze waarop een kind beweegt en zich motorisch ontwikkelt, belangrijke informatie over een gezonde en voorspoedige groei aflezen. Maar op dat gebied is er enige reden tot zorg. Onlangs werd aangetoond dat de motorische ontwikkeling van kinderen minder vlot verloopt dan tien jaar geleden (Runhaar, Collard, Singh, Kemper, van Mechelen & Chinapaw, 2010). Zo blijken kinderen gemiddeld op een later tijdstip te gaan lopen en komt de ontwikkeling van het evenwicht trager op gang. Ook blijkt dat tienjarige kinderen minder motorisch vaardig zijn dan hun leeftijdsgenootjes een decennium daarvoor. Een beperkte vaardigheid kan leiden tot inactiviteit en verminderde sportdeelname. Het is dan ook belangrijk om een zo gunstige mogelijke motorische ontwikkeling in het oog te houden en om over handvatten te beschikken om deze te stimuleren. In dit hoofdstuk komt allereerst de reguliere motorische ontwikkeling aan bod. We gaan in op de motorische ontwikkeling van zuigeling tot kleuter. We maken inzichtelijk hoe een kind uiteindelijk tot allerlei fundamentele vaardigheden, zoals lopen, werpen en springen komt. In de tweede paragraaf komen de verschillende opvattingen over het leren bewegen aan de orde. Waarom kan het ene kind een beweging direct nadoen, terwijl het bij een ander niet direct lukt? In dit verband bespreken we de verschillende manieren waarop een kind kan leren en de rol die de omgeving en de begeleider hierbij kunnen spelen. Tot slot komt het belang van bewegen in relatie met andere ontwikkelingsgebieden aan bod. We behandelen de functie van bewegen in de omgang met anderen en als middel om gezond te blijven. Ook wordt de samenhang tussen bewegen en de emotionele en cognitieve ontwikkeling besproken.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk gaan we in op de professionele ontwikkeling van lerarenopleiders. Enerzijds gaat het om de professionele ontwikkeling van de individuele beroepsbeoefenaar en anderzijds om de ontwikkeling van het beroep als geheel (De Boer, Melief, & Tigchelaar, 2009). Beide elementen hebben met elkaar te maken: als individuele beroepsbeoefenaren hun professionele ontwikkeling serieus nemen en zich blijven ontwikkelen, heeft dat zijn weerslag op (het aanzien van) de beroepsgroep als geheel. We besteden aandacht aan drie onderwerpen: 1) waarom zou je als lerarenopleider in ontwikkeling blijven; 2) hoe kun je in ontwikkeling blijven; en 3) waar kun je je in ontwikkelen? Deze onderwerpen worden beknopt uitgewerkt. De uitwerking biedt de lezer geen stappenplannen, maar wel aanknopingspunten en ideeën voor het zelf invulling geven aan de eigen professionalisering. Bij elk onderwerp noemen we enkele artikelen die lezenswaardig zijn voor wie zich verder in dit thema wil verdiepen.
DOCUMENT
Duurzame ontwikkeling is een thema dat je bij ieder schoolvak kunt toepassen. Het is een manier van denken, waarbij je streeft naar het voorkomen van een onevenwichtig gebruik van menselijke en natuurlijke hulpbronnen in de samenleving. Hier ligt een belangrijke taak voor leerkrachten en docenten. Dit boek biedt een didactische handreiking, waarbij het accent ligt op de zogenoemde contentanalyse van maatschappelijke en natuurkundige onderwerpen. Via een didactisch analysemodel leer je om onderwerpen uiteen te rafelen, gebaseerd op de principes van duurzame ontwikkeling. De focus van het boek ligt uiteindelijk op de vraag hoe je onderwijs over duurzame ontwikkeling moet toepassen in de lessituatie.
DOCUMENT
Beschrijving van aflevering, gepresenteerd bij de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond vanuit de wereld van sport. Stimulans tot brede ontwikkeling van de jeugdDe maatschappij verandert, mensen bewegen minder. Daarom is breed motorische ontwikkeling belangrijker dan ooit! Maar hoe stimuleer je BMO? En welke voordelen heeft het? Gesprek met Remo Mombarg, Bewegingsonderwijs en Jeugdsport, en Harm Bruin, fysiotherapeut in de topsport, zoals nu de Jong Oranje Hockeydames. Wetenschap én praktijk vertellen alles wat je moet weten over BMO!
LINK
Er zijn steeds meer kinderen die te dik zijn en te weinig bewegen. Ook zijn er steeds meer kinderen met een motorische achterstand. Op allerlei manieren wordt hier aandacht aan besteed. Wat zijn de trends rondom gezondheid? En wat is het belang van de ontwikkeling van motorische vaardigheden en de wijze waarop de motorische ontwikkeling gemonitord kan worden in de lichamelijke opvoeding?
DOCUMENT
We bevinden ons in een tijdperk waarin veel kinderen te dik zijn en te weinig bewegen. Daar wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed, waarbij vooral wordt ingezet op het bevorderen van een gezonde actieve leefstijl. In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de motorische ontwikkeling van kinderen en een actieve leefstijl op latere leeftijd.
DOCUMENT