Oudere werknemers hebben behoefte aan zinvolle arbeid en daar schort het aan.De gangbare inrichting van de werkplek en het beleid van arbeidsorganisatie maakt dat oudere werknemers hun vermogens daar nauwelijks kunnen inzetten.
DOCUMENT
In zijn oratie wees Willem de Nijs er op dat het onderzoek naar HRM anno 2000 in het teken stond van een eenzijdig managementperspectief. De vraag is of in HRM-kringen de afgelopen jaren het perspectief van de werknemers, hun wensen en mogelijkheden, in onderzoek en praktijk wel een plaats heeft gekregen. In deze bijdrage bekijken wij het beleid van organisaties voor oudere werknemers vanuit deze invalshoek. We zullen betogen dat dit beleid een schoolvoorbeeld is van de tendens die Willem indertijd signaleerde en dat er in het afgelopen decennium ondanks de fraaie ideeën die binnen en buiten organisaties naar voren zijn gebracht in de praktijk weinig veranderd is. We hopen echter ook te laten zien dat een beleid dat wensen en mogelijkheden van oudere werknemers tot uitgangspunt neemt niet alleen goed mogelijk is, maar ook de organisatie geen windeieren legt.
DOCUMENT
In een zorginstelling in Amsterdam is onderzoek gedaan onder een groep oudere werknemers of zij zich kunnen ontwikkelen. Als wordt uitgegaan van hun werkelijke arbeidsvermogens in plaats van het stereotype beeld dat oudere werknemers 'niks meer willen', 'vastgeroest zitten' en het 'toch alleen maar minder wordt', blijken oudere werknemers wis en waarachtig te kunnen leren. Deze bevindingen zijn tot stand gekomen door in de praktijk te experimenteren op basis van de bestaande kennis over het leren van oudere werknemers. Die kennis heeft echter betrekking op hoogopgeleide ouderen. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag: op welke wijze kunnen laag en middelbaar opgeleide oudere werknemers met verzorgende taken leren?
LINK
De autuers analyseren de gevolgen van desinvesteringen in vakmanschap. In deze reflectie leggen zij de nadruk op het concept van ‘ervaringsrendement’ en de waarde die oudere werknemers vertegenwoordigen binnen strategische bedrijfsvoering. Door bestaande praktijken kritisch te bevragen, pleiten zij voor een herwaardering van ervaring.
MULTIFILE
Recently, the Dutch government raised the retirement age of workers in the Netherlands. In this study we focused on the work values of low-skilled older workers, the extent to which their jobs fulfill these values, and the effect of work values on the willingness of these workers to extend their working life. This study is based on a literature review and a secondary analysis on a large database of persons aged 45 and older (STREAM). The study shows that extrinsic work values are more important for low-skilled older workers, and intrinsic work values more relevant for high-skilled older workers. The most important work values for low-skilled older workers are fulfilled slightly more often than those of high-skilled older workers. The extent to which important work values are fulfilled in the jobs of low-skilled older workers is positively correlated with job satisfaction and with their own assessment of whether or not to continue working for another 12 months. Based on this research, we formulated recommendations for HR practices on the employability of low-skilled older workers
DOCUMENT
Purpose – The purposes of this paper are to 1) give an overview of the prevalence of HR practices that are used to retain vital older workers in health organizations, 2) to examine the evaluations of those HR practices, and 3) to determine the wishes for HR practices in three different target groups:older workers, line managers and HR professionals.Design/methodoly/approach - An inventory case study was conducted based on 51 interviews with older workers, line managers and HR professionals working in 15 hospitals and nursing and care organizations.Findings - Our results showed that maintenance HR practices focused on retaining older workers in their current jobs, in comparison with development HR practices, are by far more prevalent. In addition, maintenance and development HR practices, in general, are assessed being successful.Although wishes appeared to be strongly related to development HR practices, maintenance HR practices are mentioned as well.Originality/value - This paper aims to give an overview of the prevalence of HR practices used to retain older workers in health care organizations vital at work, which practices are evaluated as successful from not only line managers’ and HRM perspective, but from the older workers themselves as well.
DOCUMENT
Uitgangspunt van dit artikel is dat er bij het ouder worden niet alleen achter‐uitgang van arbeidsvermogens plaatsvindt, maar dat er ook vermogens zijn die metde jaren toenemen, ook al gebeurt dit bij de ene werknemer meer dan bij de andere:‘verrijkte’ vermogens waarmee oudere werknemers zich kunnen ontwikkelen, mitsde werksituatie dat niet verhindert. Werkgevers hebben echter nauwelijks oog voorde leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van oudere werknemers. In een actieonder‐zoek onder een team van laagopgeleide oudere vrouwen in een zorginstelling werdsamen met de betrokkenen een leerproces op gang gebracht dat tot de groei van hunarbeidsvermogens en verbetering van hun functioneren bleek te leiden. Ditgebeurde met behulp van een leerprogramma dat aansloot bij hun eigen wensen enervaringen, en dat gekenmerkt wordt door een grote nadruk op ervaringsleren, col‐lectief leren en zelfsturing. Tegelijkertijd bleken er ook veranderingen in de arbeids‐relatie (meer delegatie van bevoegdheden door de leidinggevenden en een meercoachende manier van leidinggeven) en in de arbeidsinhoud (in de richting van bre‐dere functies met meer regel- en samenwerkingsmogelijkheden) plaats te vinden diede effecten van het leerprogramma verder versterkten. Ten gevolge van de combi‐natie van externe bezuinigingsdruk en interne rationalisering bleek na een jaar eengroot deel van de veranderingen echter weer te zijn verdwenen.
DOCUMENT
Het komende decennium zal er, ondanks de huidige crisis, sprake zijn van krapte op de arbeidsmarkt (CBS, 2010; Van Duin, 2009). In de bouwsector laten de cijfers een uitstroom zien van zowel ouderen als van jongeren.1 Vanuit de zorg voor voldoende gekwalifi ceerd personeel in de (nabije) toekomst stimuleert de sectororganisatie Bouwend Nederland daarom individuele bouwbedrijven om een personeelsbeleid te voeren dat gericht is op het aantrekken en behouden van personeel. In dat kader hebben HRM-functionarissen van verschillende bouwbedrijven besloten samen met onderzoekers van het lectoraat HRM van de Hogeschool van Amsterdam te kijken hoe de arbeidsparticipatie van oudere werknemers vergroot zou kunnen worden. Zij zijn het erover eens dat de inzet van oudere werknemers staat of valt bij de erkenning van hun specifieke vermogens. De HRM-functionarissen uit de deelnemende bouwbedrijven zijn alert op de naderende tekorten en zoeken aansluiting bij de wensen en mogelijkheden van de oudere werknemers. Doordat zij in hun personeelsbeleid niet alleen kijken naar de zittende ouderen maar ook het aannemen van ouderen niet schuwen vormen zij een uitzondering op hun collega’s die bij het vervullen van vacatures vaak “geheel voorbij gaan aan oudere werkzoekenden” (Van Hoof & De Beer, 2007, p. 192).
DOCUMENT
Dit onderzoek toont aan dat door middel van gerichte acties in het organisatiebeleid, de arbeidsinhoud en arbeidsrelatie er mogelijkheden geschapen kunnen worden voor een zinvolle inzet van de arbeidsvermogens van de oudere werknemers. Dat vraagt wel om een eigen koers die tot uiting komt in het centraal stellen van de continuïteit van de organisatie en de kwaliteit van de geleverde productie of dienstverlening op de lange termijn.
DOCUMENT
Economische sectoren als landbouw, transport en industrie staan voor de opgave om te verduurzamen. Deze opgave zorgt voor andere banen en stelt andere eisen aan mensen die werkzaam zijn in deze sectoren. In dit artikel verkennen we de vraagstukken rond werk, vakmanschap en oudere werknemers die ontstaan vanwege deze transitie, en de rol die HR hierin speelt. Om hier inzicht in te krijgen, deden we een jaar lang onderzoek bij een groot industrieel bedrijf, waar we spraken met vakmensen, HR-medewerkers en leidinggevenden over de gevolgen voor het werk van de transitie van grijze naar groene productiemethoden. In deze casus bleek dat de schoksgewijs verlopende transitie het vakmanschap van (oudere) werknemers onder druk zet. De onzekerheid die de transitie voor de komende jaren met zich meebrengt leidt op organisatieniveau tot spanningsvelden. HR zou de eigen rol kunnen invullen door de concretisering van de duurzame productie in de toekomst samen met de werknemers en de leidinggevenden proactief vorm te geven.
MULTIFILE