Met genoegen bieden we hierbij Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 aan. Het Onderwijsraamwerkpalliatieve zorg 2.0 beschrijft de competenties ten behoeve van de palliatieve zorgverlening voorzorgprofessionals op niveau 2 tot en met 8 volgens het Nederlands kwalificatie raamwerk zoals vastgesteld door het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF). Deze bestaat uit acht niveaus en één instroomniveau. De niveaus worden vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van de niveaus van kennis, vaardigheden en zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leerresultaten. (www.nlqf.nl)
MULTIFILE
Op 1 oktober 2019 verzorgde het programma OptimaliserenOnderwijs Palliatieve Zorg (O²PZ) het symposium PalliatieveZorg: optimaliseren begint bij onderwijs. Het symposium vormdede afsluiting van het eerste subsidiejaar en een opmars naar dekomende twee jaar. Fred Lafeber (beleidscoördinator Palliatieve Zorg, ministerie vanVWS), Sander de Hosson (longarts), Rob Bruntink (journalist),Marieke van den Brand (internist - ouderengeneeskunde en docent)en Monique Steegers (hoogleraar Pijngeneeskunde en PalliatieveGeneeskunde en docent) spraken over het belang van palliatievezorg in het onderwijs. Patrick van Veen (bioloog) vertelde aan dehand van het gedrag van apen hoe hiervoor onderwijscurriculaveranderd kunnen worden. Tijdens de workshops ontvingen dedeelnemers praktische tips en tools om de optimalisatieslag in hetzorgonderwijs over palliatieve zorg te maken. In dit e-book vindt u een samenvatting van het symposium.
MULTIFILE
In Nederland zijn er op dit moment ruim 30 duizend mensen geregistreerd als 'dak- en thuisloos', dat wil zeggen zij hebben geen vaste woon- of verblijfplaats, slapen in de opvang, op straat, in openbare gebouwen of bij familie of vrienden. Die 30.000 betreffen mensen die in bevolkingsregisters staan geregistreerd. In werkelijkheid is de groep dus groter: denk aan de mensen die illegaal in Nederland verblijven en die geen vaste verblijfplaats hebben. Onderzoek laat zien dat mensen die dak- of thuisloos zijn (geweest) een kortere levensverwachting hebben dan de gemiddelde Nederlander. Voor vrouwen geldt dit nog sterker dan voor mannen (Nusselder e.a., 2014). Mannen leven naar schatting 11 jaar korter en vrouwen bijna 16 jaar korter. In de periode voor het overlijden is vaak palliatieve zorg nodig. Zij hebben in die laatste fase meestal wel een dak boven hun hoofd, bijvoorbeeld van een maatschappelijke opvangvoorziening, maar de problematiek blijft desalniettemin vaak complex door het samenkomen van lichamelijke, psychische en sociale problemen. Wat houdt palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn (geweest) in? En hoe kan u deze zorg optimaal aan laten sluiten bij de zorgbehoeften en problemen van de doelgroep?
Dit onderzoek richt zich op het verbeteren van kwaliteit van leven in de palliatieve levensfase van mensen met kanker. Het onderzoeksvoorstel ABL-PC heeft als doel een verkenning van een interventie voor deze doelgroep. Uiteindelijk kan de inzet hiervan leiden tot vergroting van kennis van persoonlijke behoeftes en vragen van deze doelgroep en draagt zo bij aan verbetering van kwaliteit van de palliatieve zorg. MOTIEF: Er komt steeds meer aandacht voor het belang van de rol van zingeving als onderdeel van kwaliteit van de zorg (Huber et al, 2016; ZonMW, 2016), en ook in de zorg in de palliatieve levensfase (Medische Oncologie, nr 1., 2019). Er zijn richtlijnen ter verbetering van de palliatieve zorg (Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017, O2PZ 2019) en er bestaat een overzicht van instrumenten voor zorgverleners (Goede Voorbeelden, Verbeterprogramma ZonMw 2016). Er ontbreken echter interventies rondom zingeving voor zorgvragers die praktisch zijn georiënteerd en theoretisch en empirisch zijn onderbouwd. RESULTATEN: 1) Een multidisciplinair netwerk vanuit de praktijk, kunsten, de medische en psychologische wetenschap voor het ontwikkelen van een innovatieve interventie, 2) Een opzet voor een praktische interventie voor zingeving vanuit persoonlijke vragen, 3) Een wetenschappelijk artikel over dit onderzoek 4) Inrichting van een grootschalig vervolgonderzoek. INHOUD: Het onderzoek is opgebouwd als een iteratief proces waarbij onderzoekers samen met de praktijk, een bestaande kunstkijk methode Art-Based Learning (ABL) (Lutters, 2012), door- ontwikkelen tot interventie voor de palliatieve zorg: Art-Based Learning-Palliative Care (ABL-PC). Deze interventie genereert door het aandachtig en op systematische wijze kijken naar kunst, nieuwe mentale ervaringen en bewustzijn, vanuit zingevingsvragen bij de doelgroep. PARTNERS: In dit ontwerpgericht onderzoek werken samen: Amsterdam UMC (AUMC/VUmc), de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK), ArtEZ, Hogeschool voor de Kunsten (Lectoraat Kunst- en Cultuur Educatie), Universiteit Twente (Narratieve Psychologie), Museum Jan Cunen, Amsterdam Museum.
“In Nederland overleden in 2010 ongeveer 136.000 mensen, waarvan 108.500 (ca. 80%) niet onverwacht. Bij deze laatste groep is palliatieve zorg aan de orde. Hiervan was 80% ouder dan 65 jaar. In de toekomst zal dit aantal door de dubbele vergrijzing sterk toenemen. Van de mensen die in 2008 overleden aan een chronische ziekte stierf 34% thuis (IKNL, Algemene principes van palliatieve zorg)”. 84% van de Nederlandse bevolking prefereert thuis te sterven (Gomes, 2012).Palliatieve zorg helpt bij het voorkomen en verlichten van gezondheidgerelateerd lijden door vroege identificatie, juiste beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen (WHO, 2020). Bij thuiswonende kankerpatiënten in de Nederlandse eerstelijnszorg geeft 72% aan pijn te ervaren, van wie 25% ondraaglijke pijn (Ruijs, 2012). Meer dan een kwart van de oudere volwassen patiënten ervaart pijn in de laatste 2 jaar van hun leven, waarbij de prevalentie toeneemt van 23% in 24 maanden voorafgaand aan het overlijden tot 55% in de laatste levensmaand (Smith, 2010). Tijdens de laatste levensweek meldt 25% van de palliatieve patiënten pijn te ervaren, ondanks het voorschrijven van opioïden (Klint, 2019). Onverlichte pijn is een veelvoorkomend probleem bij patiënten die sterven aan kanker en aan niet-kwaadaardige chronische ziekten. De leeropdracht Kortdurende zorg en interprofessionele samenwerking bij kwetsbare ouderen is onderdeel van het lectoraat Healthy Ageing, Allied Healthcare and Nursing. De insteek binnen de wijkverpleging van ZuidOostZorg is om, waar mogelijk, de kwetsbare ouderen kortdurend te ondersteunen en te werken aan reablement. In de laatste levensfase zijn de kortdurende doelen en acties gericht op het bieden van kwaliteit van leven, waarin een intensieve samenwerking is met o.a. huisartsen. Dit kan bijvoorbeeld zijn op het gebied van het in kaart brengen van de laatste levenswensen (proactieve zorgplanning), bieden van symptoommanagement en zorg voor naasten.
Pijn treft veel mensen en veroorzaakt niet alleen veel persoonlijk leed, maar sluit grote groepen mensen uit van maatschappelijke participatie en brengt dientengevolge ook hoge kosten voor de samenleving met zich mee. Momenteel is het thema ‘pijn’ evenwel slechts gefragmenteerd in het onderwijscurriculum van zorgverleners binnen de HAN opgenomen. Docenten zijn vaak onvoldoende onderlegd op het gebied van pijn en beschikbare richtlijnen worden onvoldoende in de praktijk gebruikt. Ook praktijkgericht onderzoek naar preventie en behandeling van pijn wordt onvoldoende opgezet. Deze postdoc aanstelling biedt een unieke kans om het thema ‘Intensieve pijnzorg’ voor verpleegkundigen en paramedici verder te ontwikkelen en te verbinden in zowel het onderwijs als het praktijkgerichte onderzoek. Hierbij kan worden aangesloten bij wat de afgelopen jaren is ontwikkeld aan onderwijs en onderzoek door de kandidaat zelf. De kandidaat bevindt zich in de unieke positie waarin zij haar functie als docent en coördinator in Bachelor, post-hbo en Master van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) combineert met zowel een functie als onderzoeker en verpleegkundig pijnexpert aan het Radboudumc, als met een functie als voorzitter van de afdeling Pijnverpleegkundigen van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN). De kandidaat beschikt over een uitgebreid nationaal en internationaal netwerk waarin zij een voortrekkende rol vervult. De activiteiten van de kandidaat zullen in de postdoc periode zijn gericht op onderzoek naar preventie van acute en chronische postoperatieve pijn met daaraan verbonden complicaties en het verbeteren van onderwijs over pijn. Deze activiteiten passen bij de activiteiten van het HAN kenniscentrum Duurzame Zorg en meer specifiek het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) en zwaartepunt Health. De HAN is tevens de enige opleider in Nederland die op (post-)hbo niveau opleidingen en cursussen aanbiedt op het thema pijn voor verpleegkundigen. Hierin wordt, evenals voor het onderzoek, nauw samengewerkt met het Radboud Expertisecentrum Pijn en Palliatieve Geneeskunde (REPPG).