Hoe kan je met studenten onderwijskwaliteit versterken met behulp van de methodiek participatief actieonderzoek? In deze rapportage lees je hoe studenten van verschillende opleidingen in domein Gezondheid Sport en Welzijn van Hogeschool Inholland hun onderwijs ervaren, met welke acties ze hun onderwijs zouden willen verbeteren, hoe de methode participatief actieonderzoek dit proces vormt en welke kansen en uitdagingen deze methode hierbij biedt. Participatief actieonderzoek; PAO; PAR; participatory action research; student als partner; onderwijskwaliteit; kwaliteitscultuur; studentparticipatie.
DOCUMENT
Door de auteur verstrekt: Het ontwerpen van producten gericht op adequaat beweeggedrag van kinderen die in het ziekenhuis worden behandeld voor kanker is, door de vele stakeholders en variëteit aan verschijningsvormen van kanker, een ingewikkeld proces. In deze paper wordt de onderzoeksvraag beantwoord: “Hoe kunnen interventies ontworpen worden gericht op adequaat beweeggedrag van een kind met kanker?” Een ontwerpproject voor de afdeling Kinderoncologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen vormt hierbij de casus. Op basis van resultaten uit acht participatieve ontwerp/onderzoeksmethoden wordt een eerste conceptinterventie gepresenteerd: BLOX.
DOCUMENT
In deze handreiking vindt u handvatten om een project op te zetten waarin senioren zelf filmpjes maken over verbeterpunten in hun eigen leefomgeving. De filmpjes worden gedeeld met relevante stakeholders om concrete verbeteringen teweeg te brengen en bij te dragen aan het creëren van een leeftijdsvriendelijke omgeving. Deze handreiking kan gebruikt worden door onderzoekers, docenten en studenten die samen met senioren willen onderzoeken wat verbetermogelijkheden zijn om de leefomgeving leeftijdsvriendelijker te maken. Met het oog op de vergrijzing en de toename van het aantal senioren dat in steden zal wonen de komende jaren, is het creëren van leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen van groot belang. Een leeftijdsvriendelijke omgeving is een omgeving die voldoende voorwaarden biedt om daar prettig oud te worden en er te kunnen blijven wonen. In deze handreiking gaan we uit van het model van Age friendly cities and communities van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2007). Dit model onderscheidt diverse aspecten die van belang zijn: voldoende mogelijkheden voor (openbaar)vervoer; toegankelijke gebouwen en schone en veilige openbare ruimte; passende huisvesting; mogelijkheden voor betaalbare en toegankelijke activiteiten; begrijpelijke communicatie en informatie; respectvolle benadering en aandacht voor senioren; maatschappelijke participatie en werkgelegenheid; voldoende voorzieningen van zorg en welzijn.
DOCUMENT
"Hoe bouwen we aan een samenleving waarin iedereen kan meedoen, tot zijn recht komt en zich veilig voelt? Hier doen de lectoraten praktijkgericht onderzoek van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht onderzoek naar, met en voor (aankomend) sociale professionals in het brede sociaal domein. Onze missie is om samen met partners uit praktijk, onderwijs en beleid bij te dragen aan ‘beter samen leven’ en het verkleinen van sociale ongelijkheid. Dit doen wij door praktijkgericht onderzoek, ontwikkeling en agendering van actuele maatschappelijke en sociale vraagstukken op het vlak van participatie, welzijn, zorg en ondersteuning, jeugdhulp, werk en inkomen, schuldenproblematiek, dak- en thuisloosheid, toegang tot recht, reclassering, sociale veiligheid, en deelname aan onderwijs, sport en cultuur. Gedurende de laatste maand van 2020 en de eerste maanden van 2021 is vanuit het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU) onderzoek uitgevoerd naar en in goede samenwerking met de Werkwinkel in Utrecht Overvecht. De doelstelling van het onderzoek is om op basis van ervaringen van zowel klanten als professionals de succesfactoren van de Werkwinkel inzichtelijk te maken, om op basis daarvan een methodische werkwijze van de Werkwinkel te beschrijven en te ontwikkelen. Specifiek is daarbij aandacht voor de benodigde vaardigheden en competenties van de betrokkenen en voor de organisatorische randvoorwaarden die nodig zijn om activiteiten vanuit de Werkwinkel goed uit te kunnen voeren. Het huidige projectplan met daarin onder meer het concept, de leidende principes en aanpak van de Werkwinkel beschreven, dient daarbij als fundament voor de huidige werkwijze."
DOCUMENT
Het plan van aanpak gepresenteerd in deze handreiking is bedoeld als leidraad voor het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren van verschillende Learning Communities binnen het RAAK-5 project Het Nieuwe Telen: gas erop! Het is bedoeld om zowel inzichten als instrumenten te bieden aan coördinatoren en facilitatoren voor de implementatie van de lokale Learning Communities gedurende het project. Deze handreiking is een noodzakelijke aanvulling op het project vanwege de prominente rol van Learning Communities binnen het project, maar ook omdat er geen wetenschappelijk gebaseerde ontwerpprincipes voor LC’s te vinden zijn. Er zijn veel projecten die Learning Communities uitvoeren, maar een grondige zoektocht naar literatuur en internetbronnen resulteerde niet in ontwerpprincipes.
DOCUMENT
De maatschappelijke urgentie van vergroening is groot: het draagt bij aan biodiversiteit en klimaatadaptatie. Gemeente Eindhoven zet daarom in op vergroening, maar krijgt niet altijd de buurtbewoners mee. Hoe betrek je hen en maak je ze warm voor een groenere omgeving? Onderzoekers van Fontys Hogeschool en consortiumpartners onderzochten het in het KIEM GoCI-project Intelligent en participatief vergroenen.
LINK
In het ontwerpen van de omgeving voor mensen met dementie zoeken participatief ontwerpers naar geëigende vormen van co-creatie. In het project De ontwerpende attitude is gezocht naar een benadering vanuit de kunsten die het mogelijk maakt dat een collaboratief ontwerpproces in de zorg op gang komt waarin niet alleen rekening wordt gehouden met de mens met dementie maar ook met de zorgverlener, de mantelzorger en de vrijwilliger
MULTIFILE
Dit artikel beschrijft een praktijkgericht onderzoek waarbij een lectoraat van een hogeschool samenwerkte met leraren, interne begeleiders en stagiairs van drie basisscholen uit het Samenwerkingsverband WSNS regio 41-07 uit Gorinchem en één basisschool uit de Oostzaan. Deze basisscholen hebben ervoor gekozen de komende jaren een inclusieve onderwijspraktijk te ontwikkelen, waarin leerlingen met een beperking of met specifieke onderwijsbehoeften kunnen participeren in reguliere schoolklassen. Leraren en stagiairs zouden actief worden betrokken als medeonderzoekers van de eigen beroepspraktijk als deelnemers binnen een participatief actieonderzoek. Het onderzoek bestond uit vier fasen: een oriënterende fase, een onderzoeksfase bestaande uit een verkennende en een reconstructie fase en een afsluitende fase. Dit artikel beschrijft per fase de doelstellingen en de verworven inhoudelijke inzichten op het gebied van inclusief onderwijs in het licht van sociale rechtvaardigheid. In de conclusie worden de verschillende deelresultaten bij elkaar gebracht en besproken. Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat leraren hun leidende positie zijn gaan nuanceren. Ze gaven meer ruimte aan leerlingen om een eigen verantwoordelijkheid te nemen. Hierdoor ontstond in de klassen een organische orde die minder afhankelijk was van interventies van de leraar. De leerlingen bleken beter in staat om hun eigen balans te vinden.
DOCUMENT
Dit boekje is bedoeld voor Hogescholen die aan de slag willen met dubbelparticipatief onderzoek. Door onze ervaringen te delen en handvatten te geven, hopen we docenten én studenten te inspireren. In hoofdstuk 1 beschrijven we wat we wilden bereiken en hoe we het pilotonderzoek in grote lijnen hebben opgezet. Dit hoofdstuk is interessant voor zowel docenten als studenten. In hoofdstuk 2 bespreken we verschillende vormen van participatief onderzoek en de mogelijke inbreng van studenten en medeonderzoekers. Hoofdstuk 3 gaat over kansen en risico’s van dubbelparticipatief onderzoek. We beschrijven hoe wij daar mee om zijn gegaan en hoe dat in de praktijk heeft uitgepakt. Deze twee hoofdstukken zijn vooral bedoeld als achtergrondinformatie voor docenten die dubbelparticipa-tief onderzoek willen opzetten. Hoofdstuk 4, tenslotte, is een praktische handleiding voor docenten en studenten: met stappenplannen, tips en adviezen.
DOCUMENT