In deze bundel wordt op verzoek van de Stedelijke Ouderen Commissie van Den Haag ingegaan op het begrip participatie voor ouderen in Den Haag. Participatie is een begrip met evenzoveel invalshoeken als meningen. Om richting te geven aan deze veelvormigheid is gekozen voor de volgende definitie hiervan: participatie is alles wat ouderen in staat stelt om invloed uit te oefenen op beslissingen – en om betrokken te zijn bij initiatieven – die hun leven beïnvloeden (bron: Beter Oud, Handboek participatie). De Stedelijke Ouderen Commissie wil aan de slag met het thema participatie van ouderen in de stad Den Haag. Den Haag is een seniorvriendelijke stad. Een stad die ook vitaliteit en leefplezier als uitgangspunt van beleid heeft geformuleerd. Binnen het vitaal functioneren is participatie van alle ouderen in Den Haag een groot goed. Dat kan op kleine schaal in de buurt en/of binnen de persoonlijke levenssfeer plaatsvinden. Er is door SOC geconstateerd dat ook in Den Haag te weinig een beroep gedaan op wat ouderen nog wél kunnen. De Werkplaats Sociaal Domein Den Haag & Leiden is gevraagd een praktische en functionele handreiking te maken. Met tips en trucs en do’s en don’ts ten aanzien van participatie voor ouderenorganisaties in Den Haag. In de loop der tijd verschoof de vraag naar het schetsen van een beeld van de participatie van Haagse ouderen met een migratieachtergrond. Hiervoor zijn diverse sleutelfiguren met een functie in het Haagse zorg en welzijnswerk benaderd of die expert zijn in het omgaan met oudere migranten. In lijn met de oorspronkelijke vraag zijn enkele verwijzingen opgenomen naar tips om zelf met participatie aan de slag te gaan. Copyright © 2020 Werkplaats Sociaal Domein Den Haag & Leiden
Om de participatie van volwassenen met visuele en (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen ((Z)EVVB) te vergroten, is in een pilotproject de methodiek Zorg voor Participatie (ZVP) ontwikkeld. ZVP is een aanpassing van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). ZVP is een scholing op maat, ontwikkeld voorbegeleiders. De toepasbaarheid en de mogelijke resultaten van deze methodiek zijn nog onbekend. Om de toepasbaarheid van ZVP, de veranderingenvan de begeleiders in het kijken naar cliënten en de veranderingen in de activiteiten van cliënten te onderzoeken hebben begeleiders, zowel tijdens de cursus als zes maanden later, vragenlijsten ingevuld en persoonlijkeprofielen geschreven van de cliënten, voor wie ze ZVP toepasten. Deze gegevens zijn aangevuld met notities tijdens de cursusdagen endossieronderzoek.De resultaten laten zien dat de toepasbaarheid van ZVP goed is bij volwassenen met (Z)EVVB. De begeleiders kijken meer naar de mogelijkheden en minder naar de beperkingen van hun cliënten. Ook werd een toename van het aanbod van activiteiten gezien. Om de toepasbaarheid van ZVP te vergroten gaven debegeleiders aan dat het belangrijk is dat ZVP opgenomen wordt in de werkprocessen en in de besprekingen van cliënten. Verder onderzoek naar de inhoud van het begrip participatie van volwassenen met (Z)EVVB en naar de toepasbaarheid en de effecten, ook op langere termijn, van ZVP bij groteregroepen begeleiders en volwassenen met (Z)EVVB is aan te bevelen.
De ambitie van kindcentra is om interdisciplinair samen te werken: onderwijs, kinderopvang en zorg samen. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden van pedagogische professionals (leraren, pedagogisch medewerkers en zorgprofessionals). In dit rapport wordt geschetst om welke vaardigheden het gaat, van individuele professionals en van interdisciplinaire teams.
Een burgerberaad is een relatief nieuwe, populaire participatievorm. Verschillende overheidsorganisatie, waaronder veel gemeenten, experimenteren ermee of gaan dat de komende jaren doen. Een burgerberaad is een participatievorm waarbij een representatieve (gelote) groep burgers een overheidsorganisatie adviseert over een urgent, complex en veelal omstreden vraagstuk. De adviezen komen tot stand in een aantal bijeenkomsten waarin deelnemers zich met behulp van experts verdiepen in het vraagstuk en er diepgaand over met elkaar in gesprek gaan. Het burgerberaad wordt gezien als kansrijke participatievorm voor vraagstukken over klimaat en duurzaamheid. Het organiseren van een burgerberaad is niet eenvoudig. Participatieprofessionals, de groeiende groep ambtenaren die verantwoordelijk is voor burgerparticipatie, vragen zich af: hoe ontwerp en organiseer je een burgerberaad op een goede manier? Zij willen het goed doen, omdat een niet goed georganiseerd burgerberaad averechts kan werken en de bereidheid tot participatie en het vertrouwen van burgers in de overheid schaadt. In dit participatieve onderzoek staan vier kenmerkende eigenschappen van burgerberaden centraal. Het gaat hier om representativiteit van de deelnemersgroep, de rol van experts tijdens het burgerberaad, de doorwerking van adviezen in beleid en de maatschappelijke inbedding ervan. In leernetwerkbijeenkomsten met participatieprofessionals die betrokken zijn bij de organisatie van een burgerberaad, merendeel over klimaat of duurzaamheid,) worden ervaringen uit de praktijk en inzichten uit het onderzoek met elkaar verbonden. Met de inzichten uit dit onderzoek worden participatieprofessionals bij het maken van onderbouwde keuzes bij de organisatie van een burgerberaad. De inzichten worden o.a. ontsloten door middel van een ontwerp-toolkit waarin participatieprofessionals vooraf, tijdens en na afloop ven een burgerberaad worden geholpen bij het maken van keuzes. Ten tweede beoogt dit onderzoek meer inzicht te geven in de waarde van burgerberaden als participatievorm bij vraagstukken over klimaat en duurzaamheid.
Langs verschillende kanalen halen participatieprofessionals inbreng op bij bewoners, maar door tal van redenen blijkt deze vaak moeilijk te verbinden aan interne processen van plan- en besluitvorming. Dat leidt tot teleurstelling bij zowel professionals als bewoners. Dit onderzoek zal helpen het handelingsrepertoire van participatie- en backofficeprofessionals te versterken, met als doel om deze verbinding te verbeteren.
De omslag naar het gebruik van duurzame bronnen in de gebouwde omgeving van onze huizen en wijken is een enorme maatschappelijke uitdaging voor de komende decennia. Professionals worstelen met de vraag hoe burgers hierbij kunnen worden betrokken. De noodzaak hiervan is evident, aangezien er veel achter de voordeur en in de directe leefomgeving moet gebeuren. Tot nu toe zijn bewoners vaak sceptisch, bijvoorbeeld over de kosten. En als ze participeren lopen hun verlangens en wensen regelmatig vast binnen grote instituties als gemeenten, woningcorporaties en energiebedrijven die de warmtetransitie uitvoeren. Dit is uiteindelijk fataal voor het draagvlak en de uitvoering. In dit project analyseert een cross-disciplinair consortium van twee hogescholen en twee universiteiten de participatie van bewoners bij de wijkgerichte warmtetransitie, en realiseert het mechanismen om deze te verbeteren. Het consortium richt zich specifiek op de vraag hoe participatieprofessionals van gemeenten, woningcorporaties en energiebedrijven deze bewonersparticipatie binnen hun eigen complexe organisaties kunnen verknopen aan besluitvorming en uitvoering. Hier botsten wensen van bewoners vaak met allerlei andere technische, financiële en bestuurlijke uitgangspunten waardoor ondoorzichtige interne afwegingen ontstaan. Het is noodzakelijk dat verschillende soorten professionals, bijvoorbeeld met een meer technische, sociale of financiële achtergrond, beter met burgers en met elkaar tot besluiten komen. Het onderzoek gaat in de Verdiepingslijn via een rijke etnografische analyse uitgebreid in op twee ‘kerncasussen’ waar professionals worstelen met burgerparticipatie. Een parallelle Ontwikkelingslijn met consortiumpartners uit de brede praktijk van de lokale warmtetransitie realiseert juist verbreding. In een Community of Practice met een diversiteit aan praktijkpartners worden de (tussen)resultaten uit de verdiepingslijn ingebracht ook andere cases en ervaringen gedeeld. Met partners wordt een toolkit voor wijkparticipatie ontwikkeld, terwijl ook een interdisciplinair onderwijsprogramma zorgt voor voeding en doorwerking richting betrokken hogescholen.