Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Under- and overfeeding in Intensive Care Units (ICUs) are linked to prolonged hospitalisation, increased morbidity, and elevated mortality. This study investigates whether ICU patients were optimally nourished according to the European Society for Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN) guidelines. Methods: A cohort of 158 COVID-19 patients requiring intensive care for severe respiratory failure, necessitating a nuanced approach to nutritional support, was analysed. Nutritional status was determined regarding kilocalories and protein using the Energy Expenditure derived from ventilator-measured VCO2 and the adjusted Weir equation, and data on intake through enteral feeding was used. The study included ventilated patients hospitalised for over five days without Extra Corporeal Life Support (ECLS) and receiving enteral nutrition. Associations between mortality and (i) calorie intake and (ii) protein intake were examined using Chi-Square statistics. Results: Conforming to the ESPEN guidelines, 45% of patients were malnourished, and 21% were over-nourished in kilocalories. Additionally, 61% were malnourished, and 16% were over-nourished in protein. The distribution between the groups of survivors and deceased relative to each of the groups well nourished, malnourished, and over-nourished was not statistically different (p = 0.21). The protein distribution among survivors and deceased groups was not statistically different (p = 0.67) regarding correct, insufficient, or excessive protein intake. Conclusions: Based on ESPEN guidelines, most ICU patients were inadequately nourished in kilocalories and protein. However, no significant survival differences were observed across groups with varying nutritional adequacy. Further research is recommended to explore the implications of nutritional interventions in critically ill patients.
DOCUMENT
Wat zijn de belangrijkste inhoudelijke speerpunten van het lectoraat voor de komende jaren? Een belangrijk doel van deze rede is om dat uiteen te zetten. In hoofdstuk 2 wordt eerst kort beschreven hoe er vanuit verschillende perspectieven gekeken kan worden naar de interactie tussen mens en (zorg)technologie en hoe dit richting geeft aan de drie belangrijkste inhoudelijke thema’s van het lectoraat: mensgericht ontwerpen als voorwaarde om tot zinvolle (digitale) diensten en producten te komen, de aandacht voor sociale innovatie om de implementatie van digitale interventies succesvol te laten zijn en het belang van het onderbouwen en evalueren van deze interventies. Hoofdstuk 3 gaat in op de verschillende projecten en activiteiten die binnen in het lectoraat uitgevoerd (gaan) worden. We beschrijven hoe hiermee invulling gegeven wordt aan deze drie belangrijkste thema’s van het lectoraat. Tenslotte komt de kenniskring aan bod in hoofdstuk 4.
DOCUMENT