Present study focuses on revealing and developing personal constructs regarding problem behaviour in classrooms. The main idea is that teachers opinions about their students and themselves influence the way they interact with them. Their thoughts and ideas about students - their personal constructs - are generally unconscious. We used the Personal Construct Theory from Kelly (1955) and his Repertory Grid Technique for exploration mental constructs. They can give an impulse to the development of thinking and acting of teachers. We think it can help them to build up their professional identity towards problem children. Twenty-nine teachers formed the sample that worked with this method. We investigated the number of unique construct pairs mentioned by the teachers. This number happened to be remarkably high. While assessing pupils, the teachers use primarily personality characteristics. There is hardly any agreement between the teachers constructs, which complicates their communication about their pupils. We considered the number of construct pairs named by one participant. This number seems to depend on the type of education the teacher is involved in. The type of the school the teacher is working at also influences the average scores on the constructs. We shall also turn to the issue of pupils sex and its role if any in the teachers scores. No significant differences have been found.
This study focuses on revealing and developing personal constructs regarding problem behaviour in classrooms. Twenty-nine teachers (initial and in-service students) took part in the project. The main idea is that teachers opinions about their pupils and themselves influence the way they act in their classrooms. Their thoughts and ideas about students - their personal constructs - are generally unconscious. To clarify and to develop teachers constructs, we used Kellys repertory grid technique and Garmans reflective approach. Both methods give a powerful impulse to the development of thinking and acting of teachers. They can use the experiences as an integral part of their own action research. & I am one of the teachers who took part in the constructs research.A personal set of fifteen constructs on twenty-eight pupils was collected. These constructs showed me what kinds of constructs I have (mainly social-emotional and cognitive ones) and made me reflect. They also made clear to me that I think less positively on problem children. Participation in this research includes coaching, theoretical orientation and continuous reflection, making me conscious of what (problem) behaviour I like or dislike and what I should change to get a professional, holistic view. Then problem behaviour will be more easily tolerated by me and I can teach my colleagues about my new insights in intercommunicative sessions and by personal counselling.
In this article, the outcomes of a survey aimed to investigate how aware of and how capable coaches in higher vocational Dutch education perceive themselves to assist students displaying mental health and well-being issues are presented. Additionally, the article explores coaches’ perceptions regarding the frequency, form of help offered, topics to be tackled and the preferred form in which this help should be provided. The author conducted a survey that gathered qualitative and quantitative data from coaches (N 5 82) at a Dutch University of Applied Sciences in the north of the Netherlands. A differentiation in coaches’ number of years of teaching and coaching experience was considered.
MULTIFILE
Nederland kent ongeveer 220.000 bedrijfsongevallen per jaar (met 60 mensen die overlijden). Vandaar dat elke werkgever verplicht is om bedrijfshulpverlening (BHV) te organiseren, waaronder BHV-trainingen. Desondanks brengt slechts een-derde van alle bedrijven de arbeidsrisico’s in kaart via een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en blijft het aandeel werknemers met een arbeidsongeval hoog. Daarom wordt er continu geïnnoveerd om BHV-trainingen te optimaliseren, o.a. door middel van Virtual Reality (VR). VR is niet nieuw, maar is wel doorontwikkeld en betaalbaarder geworden. VR biedt de mogelijkheid om veilige realistische BHV-noodsimulaties te ontwikkelen waarbij de cursist het gevoel heeft daar echt te zijn. Ondanks de toename in VR-BHV-trainingen, is er weinig onderzoek gedaan naar het effect van VR in BHV-trainingen en zijn resultaten tegenstrijdig. Daarnaast zijn er nieuwe technologische ontwikkelingen die het mogelijk maken om kijkgedrag te meten in VR m.b.v. Eye-Tracking. Tijdens een BHV-training kan met Eye-Tracking gemeten worden hoe een instructie wordt opgevolgd, of cursisten worden afgeleid en belangrijke elementen (gevaar en oplossingen) waarnemen tijdens de simulatie. Echter, een BHV-training met VR en Eye-Tracking (interacties) bestaat niet. In dit project wordt een prototype ontwikkeld waarin Eye-Tracking wordt verwerkt in een 2021 ontwikkelde VR-BHV-training, waarin noodsituaties zoals een kantoorbrand worden gesimuleerd (de BHVR-toepassing). Door middel van een experiment zal het prototype getest worden om zo voor een deel de vraag te beantwoorden in hoeverre en op welke manier Eye-Tracking in VR een meerwaarde biedt voor (RI&E) BHV-trainingen. Dit project sluit daarmee aan op het missie-gedreven innovatiebeleid ‘De Veiligheidsprofessional’ en helpt het MKB dat vaak middelen en kennis ontbreekt voor onderzoek naar effectiviteit rondom innovatieve-technologieën in educatie/training. Het project levert onder meer een prototype op, een productie-rapport en onderzoeks-artikel, en staat open voor nieuwe deelnemers bij het schrijven van een grotere aanvraag rondom de toepassing en effect van VR en Eye-Tracking in BHV-trainingen.
De diëtist kan in de eerstelijns situatie slechts rekenen op 3 uur vergoeding per jaar uit de basisverzekering, hetgeen voor veel cliënten te weinig is. Digitaal ondersteunde (voedings)interventies die gebaseerd zijn op relevante, continu verzamelde persoonlijke data van de cliënt kunnen helpen de beschikbare tijd efficiënter te benutten. Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden in de vorm van apps en activity trackers, zoals de Eetmeter, Runkeeper en Fitbit, die diëtisten kunnen helpen inzicht te krijgen in het gedrag van hun cliënten, en zodoende bij de coaching van de cliënten. Het gebruik van dergelijke technologie en het delen van data met de diëtist om dit coachingsproces te optimaliseren is echter nog niet gangbaar en diëtisten maken niet of weinig gebruik van digitale hulpbronnen. Een belangrijke reden hiervoor is dat de beschikbare technologie niet altijd even goed aansluit op de behoeften van diëtisten en hun cliënten. Daarbij is het niet duidelijk welke data de diëtisten precies (kunnen) gebruiken en hoe deze verzameld kunnen worden die in de begeleiding ook echt meerwaarde hebben. In dit project willen onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen in samenwerking met diëtisten van de Diëtisten Coöperatie Groningen (DCG), het Voedingscentrum, het lectoraat Zorg voor Voeding en Gezondheid van de Christelijke Hogeschool Ede verkennen welke data het beste verzameld kunnen worden met digitale apps om coaching bij leefstijl beter af te stemmen op de situatie van de cliënt en welke apps het meest geschikt zijn in de praktijk. Op basis van deze input wordt met deze subsidie een toolkit ontwikkeld, gebaseerd op bestaande technologie, om de gewenste data te verzamelen. Dit prototype toolkit vormt de basis voor een toekomstig subsidievoorstel om een e-assistent te realiseren, een app die de diëtist en cliënt kan ondersteunen door middel van uit de data verkregen visualisaties en op de cliënt gepersonaliseerde inzichten en adviezen.
Dit onderzoek wil de interactie tussen begeleiders van organisatieverandering en betrokken stakeholders verbeteren, zodat deze begeleiders organisaties effectief kunnen faciliteren bij (complexe) organisatieverandering.Doel Het doel van dit onderzoek is om begeleiders van organisatieverandering handvatten te bieden voor effectieve interactie. Uiteindelijk moet dit bijdragen aan het verbeteren van de uitkomsten van de organisatieverandertrajecten. Resultaten Vergrote deskundigheid deelnemende consultants Bijdragen aan masteronderwijs en opleiding van professionals Suggesties voor curriculaontwikkeling van opleidingen Uiteindelijk: doeltreffender begeleiding van ingewikkelde organisatieveranderingen Wetenschappelijke bijdrage in de vorm van een dissertatie Looptijd 01 januari 2019 - 01 januari 2023 Aanpak Social construction, conversaties/personal coaching, observatie en vragenlijstonderzoek.