Dit rapport is een samenvatting van de volgende onderzoeken: De invloed van spekkevers op een meelwormenkweek Monitoring van spekkevers binnen een meelwormenkweek
MULTIFILE
This article explores how concern about animal welfare and animal rights relates to ecological citizenship by discussing student assignments written about the Dutch Party for Animals or PvdD. ‘Animal welfare’, ‘animal rights’, and ‘ecological citizenship’ perspectives offer insights into strategic choices of eco-representatives and animal rights/welfare advocates as well as educators. The assignments balance animal issues with socio-economic ones, explore the relationship between sustainability and ethics, and attribute responsibility for unsustainable or unethical practices. Analysis of student assignments reveals nuanced positions on the anthropocentrism-ecocentrism continuum, showing students’ ability to critically rethink their place within larger environmental systems. Some students demonstrated compassion for nonhumans, indicating that biophilia is evenly distributed among different groups of students. This article finds that fostering pro-environmentalism and animal welfare or rights requires the deepening of the debate contesting but also connecting key issues in sustainability and ethics. This analysis can be valuable for political parties representing nonhumans, or for education practitioners in getting students to think about the challenges in human-environment relationships and for advancing support for ecodemocracy. https://ro.uow.edu.au/asj/vol8/iss1/10/ LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
The objective of this book ‘An introduction to Smart Dairy Farming’ is to provide insight in the development of the Smart Dairy Farming (SDF) concept and advise as to how to apply this knowledge in the field of activities of students from universities of applied science. The information in this book includes background information and comprehensive insight in the concept of SDF.
MULTIFILE
Nederland streeft naar een verduurzaming van het energiesysteem. In 2020 moet 14% van onze energie duurzaam opgewekt zijn, waarbij de zon, naast wind, als belangrijkste duurzame energiebron gezien wordt. Systemen voor geconcentreerde zonne-energie kunnen worden ingezet voor het opwekken van elektrische en/of thermische energie. Grootschalige systemen (multi-MW) met spiegels worden reeds toegepast in zonnevelden. Het HAN Lectoraat Duurzame Energie werkt al enige jaren aan innovatieve systemen met lenzen waarbij naast het concentreren van direct licht het overblijvende diffuse licht beschikbaar is voor verlichting van de onderliggende ruimte. We willen de in eerdere projecten opgedane kennis en ervaring nu inzetten in een nieuw project, waarin we streven van prototype naar toepassing te komen. De bedrijven zijn benaderd over de nog openstaande vragen. Hieruit is een nieuwe onderzoeksvraag gevormd: Hoe kan voor systemen van geconcentreerde zonne-energie voor toepassingen in glastuinbouw en gebouwde omgevingen voor de productie van zowel elektriciteit als warmte, de energie-opbrengst verhoogd worden door een optimaler gebruik van de lichtinval en met een compacter en duurzamer systeem? In dit project, CONSOLE (acroniem voor CONcentrated SOLar Energy), gaan we werken aan het optimaliseren van de bestaande systemen en het ontwerpen van verbeterde (hybride) systemen voor het opwekken van warmte en elektriciteit in kassen en gebouwde omgeving. We gebruiken hiervoor zowel modellering als meten en testen en komen vanuit een inventarisatie tot een pakket van eisen wat uiteindelijk tot verbeterde prototypes leidt die geschikt zijn voor commerciële toepassing. We doen dit vanuit een nauwe samenwerking met 12 MKB’s, een branche-organisatie en een Centre of Expertise. Daarnaast is er een directe koppeling met het onderwijs, door de betrokkenheid van docent-onderzoekers en studenten in semesterprojecten, stages en afstudeerprojecten.
In dit onderzoek ontwikkelen we een online leeromgeving voor het verbeteren van interactie tussen zorgprofessionals en patiënten met chronische pijn. Doel Zorgprofessionals geven aan dat zij onvoldoende inzicht hebben in de manier waarop patiënten met chronische pijn communiceren en de effecten van hun eigen communicatiepraktijken. Op basis van inzichten in deze gesprekken en in succesfactoren bij online leeromgevingen, ontwikkelen we een online leertool. Resultaten Een online leeromgeving die de zorgprofessional helpt patronen in communicatie met de patiënt met chronische pijn op te merken en inzicht te verwerven in de manier waarop de terughoudendheid van de patiënt verminderd kan worden. Voorlopige resultatenOp basis van de resultaten van de interviews met patiënten en focusgroepen met zorgprofessionals, hebben we de vorm- en inhoudselementen van de leeromgeving en leerdoelen geformuleerd met de partners. Voorbeelden van leerdoelen zijn het ‘valideren van de pijnervaring’ en ‘ruimte geven aan het perspectief van de patiënt. Vervolgens hebben we in cocreatiesessies een ontwerp gemaakt voor de leeromgeving. Gebruikers van de leeromgeving worden uitgedaagd te kiezen hoe te reageren op een uiting van de patiënt, met een meerkeuzeformat. Afhankelijk van de keuze gaat het gesprek verder en elke keuze wordt gevolgd door feedback. Momenteel ontwikkelen we met developers een eerste proof of concepts die in de komende periode wordt getest. Looptijd 01 april 2022 - 31 maart 2024 Aanpak Door interviews met patiënten en zorgprofessionals en een literatuurstudie verwerven we inzicht in de gevoeligheden in de gesprekken en in het huidige aanbod aan leeromgevingen in de zorgpraktijk. In cocreatiesessies met het werkveld ontwikkelen we de leeromgeving. Relevantie van het project Voor de zorgberoepspraktijk levert het project een online leeromgeving waarin ze leren gevoeligheden of knelpunten in gesprekken met patiënten met chronische pijn op te merken en hier anders mee om te gaan. De opbrengsten van het project kunnen worden ingebed in opleidingen als (psychosomatische) fysiotherapie en oefentherapie.
De Nederlandse arbeidsmarkt heeft dringend behoefte aan meer instroom in technische mbo-opleidingen en beroepen, maar het imago van techniek spreekt nog onvoldoende aan bij scholieren in po en vmbo. De uitdaging is om leerlingen al op jonge leeftijd te laten kennismaken met een rijker (beroeps)beeld van de techniek waarin ook 21ste-eeuwse vaardigheden als creativiteit, communiceren, probleemoplossen en ondernemen een prominente plaats hebben. Een veelbelovend aanknopingspunt om het techniekonderwijs breder en aantrekkelijker te maken is het ontwerpproces. Met name de bespreking van voorlopige ideeën met de klant, met behulp van taal, beelden, schetsen en objecten, vormt een interessant gebied, dat sterk beroep doet op creatieve en communicatieve vaardigheden, waarover echter vanuit didactisch oogpunt nog te weinig bekend is om dit goed naar po- en vo-onderwijs te vertalen. Om dit onderwijs goed en aansprekend vorm te geven is het gewenst dat po- en v(mb)o-docenten, die zelf geen ontwerpers zijn, meer inzicht verwerven in de authentieke communicatiepraktijken van technische ontwerpers in interactie met gebruikers en klanten, en dat zij kunnen beschikken over geschikte (video)-voorbeelden die kunnen dienen als model om met hun leerlingen te bespreken. Het doel van dit project is om zulke authentieke praktijken te verzamelen in mbo- en TU-ontwerpersopleidingen en deze voor docenten en leerlingen te ontsluiten in de vorm van good-practices met uitleg en voorbeeldmatige instructies. Dit project levert als eindproduct een catalogus van good-practices van ontwerpcommunicatie (presentaties en dialoog) in het onderwijs met bijbehorende genre-kenmerken, feedbacksuggesties en beoordelingscriteria. Na dit project volgt de stap om samen met po- en vmbo-docenten te onderzoeken hoe deze good-practices gebruikt kunnen worden om hun technische ontwerponderwijs te verrijken.