AIM: To understand the steps in the decision-making process regarding pain assessment and management for people living with dementia from the perspectives and experiences of people with dementia, formal and informal carers.METHODS: A systematic review was conducted. Seven English databases were searched, including PubMed, Psychological Information Database, Cochrane Library, Scopus, Cumulative Index of Nursing and Allied Health Literature, Web of Science, and ProQuest, using synonyms and derivatives for "dementia", "cognitive impairment", "pain", "pain assessment", "pain management", "decision", "decision support", and "decision-making".RESULTS: Twenty-eight studies fulfilled the eligibility criteria. Pain assessment and management in dementia are complex, successive, and collaborative processes carried out by different individuals over a period based on one's understanding of the person with dementia but with high uncertainty. Pain assessment involves a certain degree of guesswork, while pain management is a trial-and-error process.CONCLUSION: More pragmatic approaches are needed to overcome challenges, including uncertainty and decisional conflicts.
DOCUMENT
Het doel van de klinische forensische zorg, of meer specifiek de tbs-maatregel, is het beveiligen van de maatschappij; op korte termijn door iemand uit de maatschappij te halen en op langere termijn door behandeling gericht op het verlagen van risicofactoren en het opbouwen of versterken van beschermende factoren. In de media verschijnen met enige regelmaat kritische verhalen over de forensische zorg, meestal naar aanleiding van een ernstig incident, zoals een delict gepleegd door een tbs-patiënt op verlof. De vraag die daarbij steeds wordt opgeworpen, is hoe effectief de tbs-maatregel en behandeling in de forensische zorg is. Het is logisch dat er maatschappelijke onrust ontstaat bij ernstige incidenten en de opgeworpen vragen vanuit de maatschappij zijn terecht. Toch is enige nuancering hier op zijn plaats, aangezien recidive tijdens forensische behandeling uitzonderlijk is. Zo werd in een recent onderzoek met gegevens van het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT) gevonden dat slechts bij 0,15% van de 15.050 positief beoordeelde verlofaanvragen sprake was van een ongeoorloofde afwezigheid met recidive. Verder blijkt al jaren uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) dat ernstige recidive na ontslag uit de forensische zorg, met name de tbs, relatief laag is, in ieder geval aanzienlijk lager dan na een gevangenisstraf. Hierbij dient aangetekend te worden dat de cijfers lastig te vergelijken zijn vanwege belangrijke verschillen tussen de groepen. De recidivecijfers tijdens en na forensische zorg zijn dus relatief gunstig, maar een delict kan enorme impact hebben en het zo veel mogelijk voorkomen van recidive blijft het ultieme doel van de behandeling in de forensische zorg. Het is nog onduidelijk wat precies bijdraagt aan recidivereductie en hoe behandeleffectiviteit of behandelsucces gedefinieerd kan worden.
DOCUMENT
In de afgelopen jaren zijn diverse cyberveiligheid informatiedeling-initiatieven opgericht. Dergelijke samenwerkingsverbanden zijn van groot belang om cyberdreigingen het hoofd te kunnen bieden. Maar welke factoren zorgen ervoor dat die initiatieven succesvol zijn?
DOCUMENT