Dit boek met portretten in de retail laat zien hoe mensen in de uitoefening van hun beroep verschillen en wat dit betekent voor de ontwikkeling van future-proof skills en kwaliteiten van winkelmedewerkers.
DOCUMENT
Dit rapport brengt met acht portretten initiatieven in de regio Utrecht in kaart, waarmee het onderwijs en/of het werk anders georganiseerd werd in een onderwijsinstelling. De volgende onderzoeksvraag stond hierbij centraal: Hoe zijn onderwijsinstellingen in de regio Utrecht hun onderwijs en/of werk anders gaan organiseren? Om deze vraag te beantwoorden, werden de volgende deelvragen bestudeerd: a. Wat was de aanleiding om anders te gaan organiseren? b. Op welke manier werd er anders georganiseerd? c. Hoe is het proces van het anders organiseren verlopen? d. Welke (eerste) resultaten heeft het anders organiseren opgeleverd?
DOCUMENT
Voorjaar 2020: ook Nederland wordt getroffen door COVID-19. Vooral ouderen lopen grote risico’s; een lockdown volgt. Fotograaf Otto Lussenburg trekt eropuit voor een ‘praatje en een plaatje’ op gepaste afstand. Hij blijft dichtbij huis en fotografeert in zijn woonplaats Assen. Aanvankelijk alleen mensen die de deur niet uit kunnen. Gaandeweg komen daar meer mensen bij. Zo ontstaat een serie van meer dan tweehonderd portretten. Lussenburg laat niet alleen de verscheidenheid aan inwoners zien. In hun ramen zien we ook de weerspiegeling van een verstilde stad. Bijzondere beelden uit een gedenkwaardige tijd.
LINK
De geheime kamer is een product van de Expeditie Lerarenagenda. De Expeditie zet zeven bouwstenen in in een onderzoek naar toekomstig leraarschap en adaptief vermogen. Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Met de bouwsteen Creative Commons onderzoekt het Expeditieteam met creatieve werkvormen toekomstig leraarschap en adaptief vermogen. Welke intuïties (bege)leiden leraren, wat voelen ze voor en bij bepaalde ontwikkelingen en hoe verhoudt hun persoonlijke zelf zich tot hun professionele zelf? De onderzoeksvragen waarop de bouwsteen zich met name richt zijn: (1) Hoe ziet adaptief vermogen eruit? (2) Wat zijn percepties van, en ervaringen met, adaptief vermogen? In 2021 heeft de bouwsteen de vorm gekregen van een brievenproject: Beroepsbrieven. Beroepsbrieven is een vorm van narratief onderzoek: een methode waarin het geschreven of gesproken verhaal centraal staat (e.g., Clandinin et al., 2007; McEwan & Kegan, 1995). Er vonden briefwisselingen plaats tussen onderzoekers en leraren. Zij schreven elkaar persoonlijke, handgeschreven brieven. De briefwisselingen hadden als onderwerp adaptief vermogen en toekomstbestendig leraarschap. De brieven laten zien hoe de leraren kijken naar leraarschap tegen het decor van een veranderend beroepsbeeld. Op basis van de brieven schreven onderzoekers korte, fictieve portretten van de leraren die zijn gebundeld in Beroepsbrieven (Van Stigt, et al., 2022). Daarna synthetiseerden we de portretten in een fictief verhaal over een school: De geheime kamer. De geheime kamer is een metanarratief dat de narratieven over de leraren verbindt. Met het verhaal geven we symbolisch uitdrukking aan wat de brieven ons vertelden over toekomstig leraarschap en adaptief vermogen. Het kan gelezen worden als een metafoor voor een toekomstige werkelijkheid waarin de interpretaties van de brieven door ons creatief en expressief in verhalende elementen zijn uitvergroot.
DOCUMENT
De klimaatcrisis raakt iedereen – maar mensen in een kwetsbare positie in het bijzonder. Het is een dure plicht voor sociaal werkers en anderen in het sociaal domein om ervoor te zorgen dat deze ‘kwetsbare groep’ gelijkwaardig onderdeel wordt van de oplossingen voor klimaatverandering. En dat de lasten van de klimaatcrisis eerlijker verdeeld worden. Dat is een belangrijke missie van het eco-sociaal werk. In deze bundel staan tien voorbeelden van eco-sociale praktijken. De initiatiefnemers, niet alleen sociaal werkers, zetten zich in voor mensen in een kwetsbare positie én voor een duurzame toekomst. Dat klinkt mooi – tegelijkertijd laten de voorbeelden zien hoe moeilijk en weerbarstig de realiteit van die eco-sociale praktijken kan zijn. De initiatiefnemers zijn actief op het gebied van energie, voedsel, groen-ontwikkeling, geestelijke gezondheidszorg of op het bredere terrein van duurzaamheid. We kijken steeds naar de aard ervan, hoe de omgeving en burgers bij hun praktijk worden betrokken en met welke hindernissen ze zich geconfronteerd zien. Aan het einde brengen we de inzichten samen in een synthese. Redactie: Richard de Brabander (lectoraat Ecosociaal werk Hogeschool Inholland), Jeanet de Jong (BPSW), Karijn van den Berg, Mirjam Andries en Marcel Ham (Movisie)
MULTIFILE
In Ik zie ik zie wat jij niet ziet worden de portretten geexposeerd die studenten van Academie Minerva hebben gemaakt van de mensen met dementie in Het Blauwbörgje
LINK
Parallele portretten.Wat is een portret? En welke positie hebben ouderen in onze samenleving? Deze vragen vormden het vertrekpunt voor een interculturele dialoog tussen studenten en docenten van Academie Minerva en Uganda Christian University. Het idee van het portret is via verschillende media onderzocht, met directe waarneming als gemeenschappelijke factor. Gedurende het traject werden de persoonlijke ervaringen en het artistieke proces van de deelnemers gedeeld in een Facebook-groep. Dit resulteerde in portretten van ouderen in Nederland en in het Oost-Afrikaanse Oeganda. Opvallend is dat al het werk gemaakt in Oeganda tot stand kwam vanuit familierelaties, terwijl de Nederlandse studenten voornamelijk via nieuwe contacten met ouderen werkten. Illustreert dit de kracht van Oegandese familiebanden? En het gemakkelijk aangaan van nieuwe relaties en samenwerkingsverbanden in Nederland? Deze tentoonstelling toont zowel de portretten, als de interactie die plaatsvond tijdens het project. Zichtbaar is zowel de ontmoeting tussen culturen als tussen generaties.Te zien is werk dat zowel door studenten als door begeleidende docenten gemaakt werd zonder dat daarin een hiërarchie aanwezig gesteld wordt. Passend bij de manier waarop de onderzoeksgroep PRICCAPractice, waar dit project uit voort komt, functioneert, namelijk als onderzoeksgemeenschap waarin iedere deelnemer vanuit zijn eigen expertise werkt en vragen omtrent het gebruik van fotografisch beeld in artistieke praktijken beantwoordt.Vanuit Nederland: Lola Diaz Cantoni, Anna Emmink, Anouk Enders, Herman van Hoogdalem, Wytze Hoogslag, Eline Leenders, Laura LaasikVanuit Oeganda: Piloya Irene, Martha Namutosi, Eria Nsubuga, Nathan Omiel, Andrea Stultiens & Kaddu Wasswa (zaaltekst)
MULTIFILE
Deze publicatie beschrijft het actieonderzoek van het Project ‘De Haagse Verbindt Jong en Oud in de Wijk’, dat binnen de Werkplaats Sociaal Domein heeft plaatsgevonden in het studiejaar 2023-2024. Opdrachtgevers en samenwerkingspartners zijn Wijkz, de Gemeente Den Haag en het lectoraat Urban Ageing van De Haagse Hogeschool. Het project genaamd ‘De Haagse Verbindt Jong en Oud in de wijk’ (DHVJO) onderzoekt de ervaringen en behoeften van ouderen en hun mantelzorgers bij de Haags Ontmoeten locaties van Wijkz en de WoonZorgcentra Haaglanden. Deze organisaties verzorgen ontmoetingsactiviteiten voor zelfstandig wonende senioren onder de noemer Haags Ontmoeten. Bij de locaties van Haags Ontmoeten kunnen ouderen in de wijk terecht zonder een Wet maatschappelijke ondersteuning indicatie (Rijksoverheid, 2015). Het eerste deel van het project vond plaats in 2022-2023 (Kroon, 2023). Uit dit project blijkt dat Haags Ontmoeten een waardevolle wijze van elkaar treffen is tussen ouderen en jongeren. Ook komen de ouderen graag in de Haags Ontmoeten locaties en voelen zij zich erbij betrokken. Voor de eerstejaars studenten Social Work is het project een goede leerervaring in het ouderenwerk en voor de locaties van Haags Ontmoeten een bijdrage aan hun activiteitenaanbod voor de ouderen in de wijk. Het vervolg in studiejaar 2023-2024 gaf de mogelijkheid nog meer ouderen te spreken, portretteren en activiteiten voor hen te bedenken en te organiseren. Bij alle interviews is gekozen meer de focus te leggen op de levensgebieden zoals die door het Kennisplatform zijn benoemd. In samenwerking met de programmacoördinatoren van Haags Ontmoeten zijn er zo’n 25 Haags Ontmoeten locaties benaderd en beschikbaar gesteld en er is met zo’n 186 ouderen gesproken. De activiteiten zijn in subgroepjes uitgevoerd op één middag per locatie. De projectleider heeft de 20 betrokken professionals van de Haags Ontmoeten organisaties benaderd (in studiejaar 2023-2024) en zo mogelijk geïnterviewd om ook hun visie, kennis en ervaringen bij het antwoord op de onderzoeksvragen te betrekken.
DOCUMENT
Met deze publicatie wordt beoogd gevarieerde en praktische informatie te bieden die behulpzaam kan zijn bij het ontwerpen en exploiteren van EVC-praktijken. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van een 9-tal EVC-praktijken in het Nederlands hoger onderwijs.
DOCUMENT