Van weten naar doen. Leren omgaan met aanvaardbaar risico bij het gebruik van de buitenruimte in de kinderopvang
Daar waar pedagogisch medewerkers en leerkrachten de binnenruimte vanzelfsprekend zien als een speelleeromgeving waarin zij zelf een ontwikkelingsgerichte rol vervullen, ligt dit buiten vaak anders. Buiten nemen zij eerder een toezichthoudende rol aan, waardoor de pedagogische potentie van de buitenruimte onvoldoende wordt benut.
Over het algemeen weten pedagogisch medewerkers dat het voor kinderen goed is om
buiten te zijn en buiten te spelen, maar ervaren in het doen belemmeringen. In het Raak Publiek onderzoeksproject ‘Leren omgaan met aanvaardbaar risico bij het gebruik van de buitenruimte in de kinderdagopvang’ is onderzocht of pedagogisch medewerkers door samen te werken met vrijwilligers van het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN) -experts op het gebied van natuur en natuureducatie-, makkelijker de stap van dit weten naar het doen kunnen maken, en of dit de exploratieruimte voor de kinderen vergroot. Hiertoe hebben pedagogisch medewerkers samen met IVN-vrijwilligers buiten speelleeractiviteiten uitgevoerd.
De resultaten laten zien dat met de samenwerking het gebruik van de buitenruimte door de
pedagogisch medewerkers verandert. Een belangrijk aspect in de realisatie van deze verandering
is het ‘van en met elkaar leren’. Iets wat niet vanzelfsprekend en overal tot stand komt en afhankelijk is van de rol die men in de samenwerking vervult.
Met het oog op de huidige projectcultuur met kort lopende financieringsstructuren zijn deze inzichten relevant. Met de publicatie ‘Van Weten naar Doen. Samen versterken pedagogisch medewerkers en IVN-vrijwilligers het pedagogisch gebruik van de buitenruimte in de kinderdagopvang’ levert het onderzoek handvatten om bij projectsubsidies samenwerkingsvormen te realiseren waarin zo met en van elkaar kan worden geleerd dat dit de praktijk verbetert.
Meer specifiek voor de kinderdagopvang en het jonge-kind-onderwijs is het werkboek ‘De kunst van naar buiten gaan: portretten van pedagogisch handelen in de dagopvang’ ontwikkeld. Het beschrijft een bijzondere serie portretten van pedagogisch handelen in de buitenruimte. Negen pedagogisch medewerksters geven een rondleiding in hun praktijk en vertellen verhalen over pedagogische handelingskeuzen, zoals het spel gadeslaan, risico’s inschatten, het spel volgen en het spel sturen. En er zijn verhalen die laten zien hoe pedagogisch medewerkers hun pedagogisch handelen verbeteren door samen te werken met natuurexperts; de IVN-vrijwilligers.
Elk portret vertrekt vanuit het doen en richt de aandacht op een aspect van het pedagogisch handelen in de buitenruimte. Dit aspect wordt nader belicht; het weten dat achter het handelen schuil gaat, wordt met behulp van literatuur beschreven. Het biedt zicht op het pedagogische thema dat centraal staat. Tot slot de kunst om zelf de verworven kennis in praktijk te brengen. Pedagogisch medewerkers en leerkrachten worden hiertoe uitgenodigd aan de hand van verschillende opdrachten.
De publicaties zijn te vinden op de website van het lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind;
https://www.hsleiden.nl/natuur-en-ontwikkeling-kind/publicaties-en-presentaties.
Aanleiding
Pedagogisch medewerkers in de kinderdagopvang nemen een actieve, stimulerende en ontwikkelingsgerichte rol in wanneer ze binnen zijn met de kinderen. Maar eenmaal buiten verandert dat in een meer passieve, toezichthoudende rol. Een mogelijke oplossing om het gebruik van de buitenruimte als pedagogische ruimte te verbeteren, is de inzet van 'groene experts'. Dit zijn mensen met een rijke ervaring op het vlak van natuur. Verder hebben zij ervaring met jonge kinderen als ouder of door (vrijwilligers)werk.
Doelstelling
Het project beoogt het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers in de buitenruimte te professionaliseren, door de inzet van getrainde vrijwilligers die als 'groene experts' de pedagogisch medewerkers ondersteunen. De samenwerking met 'groene experts' moet de veranderingen in denken en doen bij pedagogisch medewerkers in kaart brengen ten aanzien van risicovermijding en exploratiemogelijkheden voor kinderen in de buitenruimte. Het project wil bovendien de inzet van 'groene experts' optimaliseren door succeservaringen en knelpunten te identificeren en zo tot een goed werkend format voor kinderdagverblijven komen.
Beoogde resultaten
Het concrete resultaat van dit project is een handboek voor kinderdagverblijven met daarin een model, praktijkverhalen en aanbevelingen. Verder levert het project voor de kinderdagverblijven kennis, inzicht en handelingsbekwaamheid op.
Voor het lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind van Hogeschool Leiden en het Instituut voor Ecologische Pedagogiek van Hogeschool Utrecht biedt het project wetenschappelijke en beroepsmatige kennisontwikkeling. Er worden vier voorbeeldlocaties ingericht die worden beschreven in een vakpublicatie en zijn te bezoeken door professionals in de kinderdagopvang. Het traject levert minimaal één wetenschappelijke publicatie en/of presentatie op.