Op 25 mei 2018 moet bij organisaties de ingrijpend gewijzigde privacywet gevinggeïmplementeerd zijn. Veel contracten met leveranciers omvatten de verwerkingvan persoonsgegevens. Inkoopadviseur Gert Walhof en jurist Robert Grandiapresenteren een stappenplan om op tijd klaar te zijn voor de nieuwe regels.
DOCUMENT
Precieze cijfers en feiten over gezelschapsdieren ontbreken in Nederland. Huidige gegevens over bijvoorbeeld het aantal huisdieren zijn vooral gebaseerd op schattingen. Het ontbreken van inzicht en bewijslast op basis van nauwkeurige en actuele feiten en cijfers kan negatieve gevolgen hebben voor onder andere zorgkwaliteit, voorlichting en toezicht op dierenwelzijn en diergezondheid.Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft drie groene hogescholen de opdracht gegeven om te verkennen of het haalbaar is een landelijke structurele monitoring van feiten en cijfers over gezelschapsdieren op te zetten. En dat te vertalen naar aanbevelingen. De verkenning richtte zich op de diergroepen hond, kat en konijn. Er zijn interviews afgenomen bij overheid(sdiensten), NGO’s, brancheorganisaties, kennisinstellingen en één handelsplatform. Aanvullend is specifiek voor de hondensector in twee aan het project gerelateerde afstudeeronderzoeken informatie verkregen over dataverzameling en monitoring. Eén onderzoek richtte zich op de hele sector, de andere op dataverzameling binnen dierenasielen. Hiervoor zijn ook interviews afgenomen en deskstudies uitgevoerd. Deze informatie tezamen geeft inzicht in belangen en doelen van belanghebbenden, de meest relevante data, haalbaarheid, draagvlak en goede praktijken die als voorbeeld kunnen dienen voor een gezamenlijke monitor.Doelen en belangen met betrekking tot een monitoringssysteem lopen ver uiteen. Desondanks scharen alle geïnterviewde stakeholders zich achter een structurele en gezamenlijke monitoring. Het draagvlak is groot. Ze geven heel duidelijk aan dat integratie met ‘eigen systemen’ belangrijk is. Daarom wordt voor een nationale monitoring een ‘overkoepelend’ systeem aanbevolen dat de verschillende systemen verbindt. Veel stakeholders geven aan dat voor dit overkoepelende systeem de verplichte chipregistratie (hond, later kat) een wezenlijke rolspeelt. Ze suggereren om gegevens uit andere systemen aan een uniek chipnummer te koppelen. Dit betekent tegelijkertijd dat een totaalmonitor voor konijnen minder kansrijk is aangezien voor deze diergroep geen verplichte chipregistratie bestaat en ook niet in voorbereiding is.Technische en methodische haalbaarheid worden door de stakeholders niet als probleem gezien. Wel worden hierbij gebruiksgemak, tijdsextensief, veilige opslag van data, en overzichtelijke invoer en presentatie alsrandvoorwaarden benoemd. Dit geeft mogelijkheden voor real-time en continue monitoring. Aanbevolen wordt om in eerste instantie te starten met het monitoren van aantallen dieren en dierstromen als meest relevante feiten en cijfers. Welzijns- en gezondheidsdata zijn op termijn een belangrijke aanvulling. Privacywetgeving en kosten worden gezien als de grootste knelpunten met betrekking tot haalbaarheid. Anonimiteit en gelaagde toegang tot de data kunnen een oplossing bieden voor privacy issues. Respondenten benoemen kosten als noodzakelijk voor de gewenste kwaliteit in en volledigheid van data. Kosten kunnen wellicht worden verlicht aan de hand van subsidies.Vertrouwen, tenslotte, is hét sleutelwoord om tot een gezamenlijk monitoringssysteem in de gezelschapsdierensector te komen. Dit moet zorgvuldig worden opgebouwd. Daarom is het allereerst van belang om per stakeholder een nadere diagnose te doen welke data deze partij heeft die interessant is voor de monitor, en wat de bereidheid is om deze data te delen en onder welke condities. De volgende stap is om met welwillende partijen aan de slag te gaan en de kwaliteit en representativiteit van de data te beoordelen. En indien van toepassing, hoe een koppeling tussen commerciële en niet-commerciële partijen te maken is vanwege uiteenlopende belangen.
DOCUMENT
Het is voor marketeers en CX professionals één van de belangrijkste vraagstukken binnen de snel digitaliserende economie. En het vraagstuk wordt alleen maar groter: hoe moeten we omgaan met de privacy van de consument, terwijl dezelfde consument vraagt om meer gepersonaliseerde dienstverlening? Wat kunnen marketeers en CX-professionals doen om een balans te vinden tussen de kansen en de risico’s in het gebruik van persoonsgegevens?
LINK
Uit onderzoek van de Hanzehogeschool Groningen blijkt dat ondernemers bij de uitvoering van de Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten vragen om betrouwbaar partnerschap en het voor ogen houden van het gemeenschappelijke doel: werkplekken bieden.
MULTIFILE
De digitale leefwereld van jongeren brengt nieuwe uitdagingen met zich mee voor wijkprofessionals in het sociaal en veiligheidsdomein. Hoe krijg je als gebiedsgebonden professional bijvoorbeeld zicht op risicovolle activiteiten die zich in de grenzeloze online wereld afspelen? Het antwoord: met vakmensen die wijk en web weten te verbinden. Een belangrijk deel van het leven van jongeren speelt zich online af. Dat hoeft zeker niet problematisch te zijn. In coronatijd was online contact voor jongeren vaak de enige toegestane vorm van contact met klasgenoten en vrienden. Wijkprofessionals vanuit politie en jongerenwerk krijgen echter ook de keerzijden te zien, bleek uit twintig gesprekken die wij voerden. We spraken met operationeel specialisten bij de politie, (digitale) wijkagenten en jongerenwerkers. En met professionals van de politie en de gemeente die betrokken zijn bij Persoonsgerichte aanpak (PGA)-trajecten en het Zorg- en Veiligheidshuis in Den Haag en omgeving.
MULTIFILE
Creëer een netwerkorganisatie met besluitvorming op het laagst haalbare organisatieniveau.
LINK
Informatiestromen vervullen een steeds belangrijkere functie in de samenleving en voor de sturing van de overheid. Zij zijn de verbindende factor geworden. Van overheden wordt verlangd dat zij hierbij in toenemende mate samenwerken om effectief te blijven in dienstverlening en handhaving. Bovendien willen bestuurders niet alleen informatie waaruit resultaten blijken, ze willen ook inzicht in de informatie die juist nieuwe mogelijkheden biedt. Dit vraagt voortdurende aandacht voor de mogelijkheden van nieuwe technologie, veranderende ketens en toenemende transparantie.
LINK
De retailsector staat voor grote uitdagingen én kansen. Nieuwe technologieën, veranderend consumentengedrag, verduurzaming, veiligheid en arbeidsmarkt krapte zetten ondernemers en beleidsmakers onder druk. Tegelijkertijd groeit de behoefte aan innovatie en betrouwbare kennis die niet op de plank belandt, maar direct toepasbaar is in de praktijk.Met deze Strategische Onderzoeksagenda 2026–2028 bundelen kennisinstellingen en brancheorganisaties uit Nederland én Vlaanderen hun krachten. Samen hebben we de belangrijkste onderzoeksthema’s en vragen geformuleerd die de komende jaren richting geven aan vernieuwing. Deze agenda is daarmee niet slechts een document, maar een gezamenlijke belofte: werken aan kennis die ondernemers helpt keuzes te maken, beleid scherper onderbouwt en studenten voorbereidt op de retail van morgen.Wij nodigen u uit om de agenda actief te benutten én mee te bouwen aan de oplossingen die hieruit voortkomen. Want alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat de retailsector vitaal, toekomstbestendig en maatschappelijk betekenisvol blijft.
MULTIFILE
Monitor vensterscholen 2019 over de vensterschoolontwikkeling in de stad Groningen waarbij 18 vensterscholen zijn meegenomen. De pijlers pedagogisch fundament, doorgaande lijn, ouderbetrokkenheid, ondersteuning en zorg staan hierbij centraal.
DOCUMENT