De beschikbaarheid van passende en betaalbare werkruimte vormt een randvoorwaarde voor creatieve professionals en culturele makers. Atelierstichtingen en broedplaatsen voorzien in deze ruimte en leveren hiermee een vitale bijdrage aan zowel de culturele infrastructuur als aan het innovatieve ecosysteem van de stad. Mede als gevolg van het aantrekken van de vastgoedmarkt en beleidsmatige keuzes door gemeenten staat de beschikbaarheid van betaalbare ruimte echter ook onder druk. De paradox van ateliergebouwen en broedplaatsen is dat het steeds vaker moeite kost om de maatschappelijke meerwaarde ervan te legitimeren, terwijl gelijktijdig andere partijen, zoals commerciële projectontwikkelaars, juist zeer goed in staat blijken te kapitaliseren op deze waardecreatie. Zodra een locatie succesvol wordt, staan partijen in de rij om mee te profiteren van de gecreëerde waarde. Vastgoedprijzen stijgen, initiatieven worden geïnstitutionaliseerd en de bewoners van het eerste uur worden gaandeweg verdrongen. In dit artikel verkennen Bart de Zwart en Marcel Musch nieuwe kansen voor een toekomstbestendig huisvestingsmodel voor makers in de stad.
DOCUMENT
Lectorale rede van Wilma Swildens, uitgesproken op maandag 29 maart 2021: De zorg voor mensen met ernstige psychische problemen in Nederland speelde zich het grootste deel van de vorige eeuw voornamelijk af in grote, meestal afgezonderde psychiatrische ziekenhuizen (Gijswijt-Hofstra, 2005). Zelf was ik al jong regelmatig op ziekenhuisterreinen te vinden omdat mijn beide ouders als psychiater in zo’n instelling werkten. Bij wijze van alternatieve kinderopvang ging ik mee naar het werk en later werkte ik er als vakantiehulp in de verpleging. Patiënten verbleven in paviljoens en recreatieruimtes en werkten soms in ploegen aan productiewerk. De negatieve gevolgen van het leven in deze gemeenschap voor de opgenomen mensen, beschreven door Goffman (1961), waren goed zichtbaar. Pas vanaf de jaren zeventig kwamen er steeds meer moderne units waar mensen gesprekstherapieën kregen, en creatieve of sociotherapie. Sinds het einde van de twintigste eeuw is de-institutionalisering of ambulantisering het credo (Kroon et al., 2019). Het nieuwe ideaal is leven in de samenleving met de benodigde zorg toegankelijk en nabij: wijkgerichte zorg. In Nederland zou het echter nog een tijd duren voordat echt tempo werd gemaakt met het afbouwen van intramurale voorzieningen. Pas sinds enkele jaren trad hierin een aanzienlijke versnelling op.
DOCUMENT
Tussen april 2017 en februari 2018 onderzochten hogeschool Utrecht en hogeschool Windesheim/Flevoland 20 ambitieuze sociale ondernemingen op succesfactoren en belemmerende factoren voor verdere groei in impact op arbeidsparticipatie. Meer informatie over het project: https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/opschalen-van-sociale-ondernemingen-groei-in-impact en https://www.impactgroei.nl/
DOCUMENT
Het zoeken naar zowel meer studentgericht beroepsonderwijs als ook naar onderwijs dat een betere aansluiting heeft op de arbeidsmarkt, nodigt hogescholen uit nieuwe werkwijzen te beproeven. In het onderhavige onderzoek staat de inzet van leerkringen in duaal onderwijs centraal. Student, tutor en werkbegeleider worden door leerkringen uitgedaagd gezamenlijk de beroepsvorming te verbeteren en de vraag is: wat is de optimale rol voor een ieder? Vooral het duale karakter van de opleiding zorgt ervoor dat niet alleen over de leerkring wordt gepraat, maar dat men ook samen aan het werk gaat. De stap van leerkring naar community of practice verrijkt het denken over deze werkwijze is en een bron voor inspiratie voor het concrete handelen. De leerkring is dan een groep mensen die een gemeenschappelijke passie hebben, in dit geval een betere beroepsvorming van een bestuurskundige of overheidsmanager realiseren. Hiervoor wisselen partijen kennis en ervaring uit en kijken ze of vooruitgang wordt geboekt.
DOCUMENT
De eerste uitgave van deze publicatie is in 1991 samengesteld onder auspiciën van de werkgroep "Kwaliteitsborgingsaspecten bij de vervaardiging van gelaste constructie" ressorterend onder de stuurgroep van het NIL Collectieve Onderzoeksproject "Lassen in de Ketel- en Apparatenbouw". In 2009 is deze publicatie aangepast aan de huidige stand der techniek. De inhoud van deze publicatie gaat in op de verschillende normen ten aanzien van kwaliteitsborging en de warmtehuishouding bij het lassen. Tevens wordt getracht informatie te verschaffen met betrekking tot het hoe en waarom van de "variabelen" die staan vermeld op de lasmethodebeschrijving. Dit laatst genoemde document zal in belangrijkheid gaan toenemen als instrument bij een verantwoord kwaliteitsbeleid. Bij gelaste constructies wordt uitgegaan van een minimum wanddikte van 3 mm.
DOCUMENT
Wij hebben onderzoek gedaan naar de diverse vervolgloopbanen van gepromoveerden aan Nederlandse universiteiten. Uit dit onderzoek presenteren wij hierbij 10 persoonlijke verhalen van gepromoveerden over hun loopbanen binnen en buiten de wetenschap. De 10 portretten worden gecomplementeerd door 3 persoonlijke verhalen van werkgevers over hun ervaringen met gepromoveerden op de werkvloer. Uit deze persoonlijke verhalen vloeien aanbevelingen voort voor drie groepen: promovendi of gepromoveerden, universiteiten en buitenwetenschappelijke werkgevers.
DOCUMENT
De tuinbouw sector is een innovatieve sector waar veel gebeurt en die sterk in ontwikkeling is. Er zijn veel vacatures op allerlei gebied: als gewasverzorger, als teeltspecialist, maar ook als manager logistiek, als HRM-er in een commerciële functie. Alleen weten veel mensen dat niet. De kloof tussen de blik van buiten t.o.v. de blik van binnen is groot. In dit project hebben we actuele realistische beroepsbeelden ontwikkeld in co-creatie met zes bedrijven welke kunnen bijdragen aan imagoverbetering van de sector en aan de doorontwikkeling van HRM. De bijlagen zijn op te vragen via BRC@inholland.nl
DOCUMENT
Sociale innovatie kan bedrijven in het MKB een enorme boost geven. Maar de kennis die daarvoor nodig is, ontbreekt in veel bedrijven. Mijn Bedrijf 2.0 brengt MKB-ondernemingen in de regio Utrecht in contact met kennisinstellingen die wel beschikken over die kennis, zoals universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en adviesbureaus. Met als doel: toepassing van deze kennis en daarmee het realiseren van duurzame economische groei van het MKB in de regio. Ruim 340 ondernemers grepen de kans om een gratis scan te laten uitvoeren die liet zien hoe hun bedrijf ervoor staat op het gebied van sociale innovatie. Die uitkomst leidde tot een adviesrapport, waarmee ze aan de slag zijn gegaan. Dankzij een voucher van € 4.000,- konden zij zich laten ondersteunen door een externe adviseur. Bovendien kregen ze de mogelijkheid om tal van workshops, opleidingen en netwerkbijeenkomsten bij te wonen die in het teken stonden van sociale innovatie. Een jaar na de eerste scan vulden ze een tweede scan in om het effect van de activiteiten vast te stellen. In dit boekje komen acht van de ruim 340 ondernemers van Mijn Bedrijf 2.0 aan het woord. Zij vertellen hoe zij werken aan een flexibele en efficiënte onderneming, waar dynamisch leidinggeven en slimmer werken voorop staan. Hun ondernemingen verschillen hemelsbreed van elkaar, maar er is een belangrijke overeenkomst: ze ondernemen nadrukkelijk samen met hun medewerkers. Dat leidt tot een grotere betrokkenheid en inzet van iedereen in het bedrijf. Zo onderstrepen deze acht ‘goede praktijken’ elk het motto van Mijn Bedrijf 2.0: De winst zit in je mensen
DOCUMENT
De publicatie ‘De kracht van verbinding: Loopbaanthematieken in het licht van veranderende beroepsbeelden” is modulair opgebouwd. Iedere module behandelt een stukje van de thematiek, waarbij steeds vanuit een ander perspectief wordt gekeken: vanuit kiezende jongeren, vanuit de veranderingen die plaatsvinden in de maatschappij en die ons werk beïnvloeden, vanuit de Nederlandse arbeidsmarkt, vanuit onderwijsorganisaties en vanuit arbeidsorganisaties.
DOCUMENT