Het Interventieprotocol Zorg in Samenwerking (ZiS) bestaat uit 3 delen: het Achtergronddocument, het Handboek en het Werkboek. In deel I, het Achtergronddocument, worden de theoretische achtergronden van het programma beschreven. Deel II, het Handboek, levert praktische handleidingen en instructies voor de uitvoering van het programma. ZiS bestaat uit een aantal onderdelen, deze corresponderen met het los bijgeleverde Werkboek (deel III), dat speciaal is geschreven voor de patiënt.
MULTIFILE
Het Interventieprotocol Zorg in Samenwerking (ZiS) bestaat uit 3 delen: het Achtergronddocument, het Handboek en het Werkboek. In deel I, het Achtergronddocument, worden de theoretische achtergronden van het programma beschreven. Deel II, het Handboek, levert praktische handleidingen en instructies voor de uitvoering van het programma. ZiS bestaat uit een aantal onderdelen, deze corresponderen met het los bijgeleverde Werkboek (deel III), dat speciaal is geschreven voor de patiënt.
MULTIFILE
Wanneer patiënten hersteld zijn van een angststoornis of depressie, hebben zij een hoge kans terug te vallen. De onderzoekers ontwikkelden een terugvalpreventieprogramma. De interventie werd aangeboden aan patiënten die eerder behandeling ontvingen voor een angststoornis of depressie in de basis of specialistische GGZ en daarna in volledige of gedeeltelijke remissie waren. De praktijkondersteuner huisarts GGZ (POH-GGZ) begeleidde patiënten bij het volgen van deze interventie. Dit artikel biedt inzicht in de toepassing van en ervaringen met dit terugvalpreventieprogramma.
Ongeveer de helft van de traumapatiënten kan effectief worden geholpen. De behandeling van complex trauma, dat wil zeggen meervoudig en langdurig trauma, is daarbij het minst succesvol. In het binnen RAAK-publiek gefinancierde project ‘Beweging in trauma’, is op vraag van praktijkinstellingen een psychomotorische behandelmodule ontwikkeld en geëvalueerd en daarbij ook aangeboden aan de doelgroep vluchtelingen en asielzoekers. Deze groep mensen bleek goed te profiteren van de interventie. Bij afronding van het project is met betrokken therapeuten echter geconcludeerd dat bij verdere implementatie twee aanpassingen van belang zijn om er zorg voor te dragen dat deze specifieke doelgroep optimaal profiteert van het aanbod. Top-up subsidie is nodig voor: 1. Het ontwikkelen en evalueren van een stabilisatiemodule ‘Beweging in Trauma’ voor vluchtelingen en asielzoekers. Hierbij wordt voortgebouwd op de in het RAAK project ontwikkelde behandelmodule. De psycho-educatie wordt aangepast zodat deze beter geschikt is voor de doelgroep vluchtelingen en asielzoekers. Een belangrijk aspect waarmee rekening moet worden gehouden is de taalbarrière. Uit het RAAK project bleek dat het thema spel en bewegingsplezier succesvol is. Dit thema wordt in de te ontwikkelen interventie uitgebreider doorgevoerd. Dit kan de veerkracht en de positieve ervaringen van de vluchtelingen en asielzoekers verder vergroten. Daarnaast wordt bij de ontwikkeling aandacht besteed aan hoe er nog beter op de psychofysiologische regulatie geïntervenieerd kan worden. Dit is belangrijk omdat de traumascores bij deze doelgroep nog bovengemiddeld hoog zijn. Deze uitwerking vindt plaats in nauwe samenwerking met de beroepspraktijk en op basis van eerdere evaluaties, ingevuld door vluchtelingen en asielzoekers die de oorspronkelijke module gevolgd hebben. Beoogd resultaat is een psychomotorische module die inzetbaar is bij alle (GGZ-)instellingen waar psychomotorisch therapeuten werken met getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. 2. Het ontwikkelen van een toolbox behandelevaluatie voor vluchtelingen en asielzoekers. Het is voor psychomotorisch therapeuten van belang om hun behandeling te evalueren. Het invullen van vragenlijsten is voor zowel vluchtelingen als begeleiders een tijdrovende en intensieve aangelegenheid, mede door het feit dat vaak tolken ingezet moeten worden. In dit project wordt een voor de doelgroep geschikt meetinstrument ontwikkeld en beproefd. Beoogd resultaat is een toolbox voor de behandelevaluatie die inzetbaar bij alle (GGZ-)instellingen waar psychomotorisch therapeuten werken met getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. Het is van belang bovenstaande producten te evalueren op toepasbaarheid. Een derde punt in dit project is dan ook het uitvoeren van een evaluatie van beide aanpassingen met behulp van enkele n=1 studies.
Het is van groot maatschappelijk belang om de ontwikkelingskansen van jeugdigen in kwetsbare gezinnen te optimaliseren. Wanneer thuis, school en hulpverlening goed op elkaar aansluiten heeft dit een positief effect op welbevinden, leerprestaties en gedrag van jeugdigen. Het leidt tot groei in hun psychosociale ontwikkeling en versterkt de eigen regie van ouders op de opvoeding. Professionals in onderwijs en jeugdhulp zouden jeugdigen en hun ouders als partners moeten zien waarmee ze gezamenlijk werken aan hun ontwikkeling. In de praktijk is het echter complex om een duurzame samenwerking op basis van gelijkwaardigheid met ouders te realiseren en de stem van jongeren daarin een centrale plek te geven. Zeker bij kwetsbare gezinnen. Uit de evaluatie van Passend Onderwijs blijkt dat ouders en jeugdigen zich onvoldoende gehoord voelen en beter betrokken zouden moeten worden bij beslissingen rondom zorg. Het doel van het project is om partnerschap te verbeteren zodat leraren en jeugdhulpverleners samen met jeugdigen en ouders de meest passende ondersteuning bij opvoeden en opgroeien vinden. Het onderzoek kent een mixed methods design. Het is erop gericht de kwaliteit (vragenlijstonderzoek) en de aard (interviewstudie) van de samenwerking tussen ouders, jeugdigen en professionals te onderzoeken; tools voor het versterken van de eigen regie van jeugdigen en ouders te ontwikkelen (participatief actieonderzoek) en kennis van professionals uit verschillende domeinen van jeugdhulp en onderwijs te verbinden (learning communities). Het project heeft een kennisplatform (www.educatief-partnerschap.nl) waar doorlopend bevindingen, good practices en tools gedeeld worden. Het project wordt uitgevoerd bij een jeugdhulporganisatie voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking, een welzijnsorganisatie en een stichting voor speciaal onderwijs. We verbinden onderwijs en jeugdhulp in dit project en betrekken nadrukkelijk ouders en jeugdigen erbij om invulling te geven aan het server user perspective en verbeteringen voor partnerschap te creëren waar alle betrokkenen baat bij hebben.
De mentale gezondheid van Nederlandse meisjes staat onder druk. Bijna de helft van de 10- tot 15-jarigen ervaart wekelijks meerdere psychologische symptomen, zoals depressieve klachten. Alarmerend is dat deze stijging na COVID-19 veel sterker is dan voorspeld. Van de 500.000 meisjes in deze leeftijdsgroep worstelen er 250.000 met deze klachten. Volgens toonaangevende depressiepreventie-experts ligt de sleutel in het aanpakken van de gevolgen van depressie, in plaats van de symptomen, en in het intensiever gebruik maken van digitale preventie-infrastructuren. Een cruciale factor is emotieregulatie: veel meisjes raken overweldigd door negatieve gevoelens en ontwikkelen maladaptieve strategieën zoals rumineren en co-rumineren. Preventie moet zich richten op het versterken van gezonde emotieregulatie-vaardigheden. Onderzoek toont aan dat mindfulness-training bij meisjes significant bijdraagt aan betere emotieregulatie en een afname van depressieve klachten. Met steun van Innofest X SIA willen wij de App je happy verder ontwikkelen. In Fase 1 breiden we de app uit met innovatieve oefeningen en psycho-educatie om meisjes zelfstandig mindfulness-vaardigheden te laten trainen. In Fase 2 onderzoeken we via een fieldlab in hoeverre deze nieuwe bouwstenen gebruiksvriendelijk zijn voor meisjes van 10 tot 15 jaar en hoe we structurele implementatie van de bouwstenen in hun dagelijks leven met behulp van de app kunnen faciliteren. Hun feedback vormt de basis voor verdere optimalisatie. Deze aanpak biedt een schaalbare, digitale oplossing om de mentale veerkracht van jonge meisjes structureel te versterken.