In steeds meer gemeenten in Nederland werken het jongerenwerk en scholen voor Voortgezet Onderwijs (VO) samen. Samenwerking tussen jongerenwerk en VO kan leiden tot een sterk(er) positief pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich meer veilig en thuis voelen op school en zij ondersteuning ervaren in de zoektocht naar identiteit en het omgaan met maatschappelijke vraagstukken. Hiermee levert samenwerking een mogelijke bijdrage aan de ontwikkeling van leerlingen door het versterken van het pedagogisch klimaat en kan het uiteindelijk bijdragen aan de preventie van polarisatie en radicalisering.Deze leerlijn is bedoeld voor jongerenwerkorganisaties en scholen die hun samenwerking zelfstandig willen versterken om zo een bijdrage te kunnen leveren aan een positief pedagogisch klimaat op school, een positieve ontwikkeling van jongeren, en preventie van polarisatie en radicalisering.Met behulp van deze leerlijn kunnen jongerenwerkorganisaties en VO-scholen gedurende vier maanden hun huidige of beoogde samenwerking in beeld brengen, actieplannen maken en uitvoeren om hun samenwerking te versterken, en evalueren in hoeverre de onderlinge samenwerking is verbeterd.
Full text via link. In de praktijk van terrorismebestrijding, waaronder ook radicalisering, lopen professionals geregeld tegen ethische dilemma’s aan. Nederland en het Verenigd Koninkrijk kennen allerlei instrumenten die besluitvorming ondersteunen bij dergelijke dilemma’s. Anke van Gorp, Stijn Hoorens en Michael Kowalski beschrijven het instrumentarium om ethische besluitvorming bij terrorismebestrijding beter te verankeren
LINK
Frontline professionals such as social workers and civil servants play a crucial role in countering violent extremism.Because of their direct contac twith society,first liners are tasked with detecting individuals that may threaten national security and the democratic rule of law. Preliminary screening takes place during the pre-crime phase. However, without clear evidence or concrete indicators of unlawful action or physical violence, it is challenging to determine when someone poses a threat. There are no set patterns that can be used to identify cognitive radicalization processes that will result in violent extremism. Furthermore, prevention targets ideas and ideologies with no clear framework for assessing terrorism-risk. This article examines how civil servants responsible for public order, security and safety deal with their mandate to engage in early detection, and discusses the side effects that accompany this practice. Based on openinterviews with fifteen local security professionals in the Netherlands, we focus here on the risk assessments made by these professionals. To understand their performance, we used the following two research questions: First, what criteria do local security professionals use to determine whether or not someone forms a potential risk? Second, how do local security professionals substantiate their assessments of the radicalization processes that will develop into violent extremism? We conclude that such initial risk weightings rely strongly on ‘gut feelings’ or intuition. We conclude that this subjectivitymayleadto prejudiceand/oradministrativearbitrariness in relationtopreliminary risk assessment of particular youth.
Binnen dit Europees project zal met samenwerkingspartners uit Nederland, België en Slowakije samengewerkt worden aan een systeem voor het detecteren van online hate speech in de verschillende Europese talen. Het project richt zich op het ontwikkelen en opzetten van een monitor van online hatespeech en desinformatie: de European Observatory of Online Hate . De inzichten worden verwerkt in informatie dashboards, rapportages en bijeenkomsten voor relevante stakeholders op het gebied van beleidzaken, veiligheid en sociaal werk.Doel Met dit project wordt een Europees onderzoekscentrum naar onlinehaatspraak en desinformatie opgezet: European Observatory of Online Hate (EOOH). De opgedane inzichten moeten experts helpen om onder andere online radicalisering vroegtijdig te detecteren in de 24 landstalen van de Europese Unie. Bij dit project wordt een netwerk aan experts opgebouwd om de observaties om te zette naar inzichten en concreet beleid. Resultaten Dit project richt zich op de volgende doelen: Inzicht in online verspreiding hate speech en desinformatie Versterken samenwerking en kennisuitwisseling met stakeholders in de praktijk in de publieke en private sector. Bewustwordingscampagnes i.h.b. gericht op jongeren ResultatenHet project heeft al geleid tot verschillende resultaten waaronder de volgende blogs: Facebook revelations and the fundamental problems of platform monopolies Moderation after the deed always comes too late Meer resultaten waaronder andere blogs en nieuwsbrieven zijn te vinden op: eooh.eu Looptijd 01 januari 2021 - 01 juli 2023 Aanpak Ontwikkelen van Explainabale AI technologie voor online hate speech detectie en monitoring en een lexicon in 24 EU talen. Bij de European Observatory of Online Hate (EOOH) worden meer dan 50 experts en organisaties betrokken, van AI onderzoekers, sociaal werk deskundigen, Europese politiediensten, mensenrechtenorganisaties tot beleidsmakers. Doorwerking van het onderzoek Inzichten in verspreiding en adequate counter narratieven en interventies voor online social werk onderwijs. Inzichten voor de beroepspraktijk voor AI onderzoek, sociaal werk deskundigen, Europese politiediensten, mensenrechtenorganisaties en beleidsmakers.
Binnen dit Europees project zal met samenwerkingspartners uit Nederland, België en Slowakije samengewerkt worden aan een systeem voor het detecteren van online hate speech in de verschillende Europese talen. Het project richt zich op het ontwikkelen en opzetten van een monitor van online hatespeech en desinformatie: de European Observatory of Online Hate . De inzichten worden verwerkt in informatie dashboards, rapportages en bijeenkomsten voor relevante stakeholders op het gebied van beleidzaken, veiligheid en sociaal werk.