Gemeente Zandvoort en de organisatie van de Dutch Grand Prix (DGP) hebben Breda University of Applied Sciences (BUas) gevraagd om de economische, sociale en maatschappelijke impact van het evenement Dutch Grand Prix 2023 en haar side events (onder de noemer Zandvoort Racefestival) te onderzoeken.Het onderzoek is uitgevoerd middels online en/of face-to-face afgenomen gestructureerde vragenlijsten onder 726 bezoekers van het circuit, 286 bezoekers aan het dorp Zandvoort, 108 ondernemers van Zandvoort en 3418 bewoners van Zandvoort (736), Bloemendaal (37), Haarlem (2322), Haarlemmermeer (162), Heemstede (59) en Noordwijk (102). Daarnaast is aanvullende informatie opgevraagd bij de organisatie van de Dutch Grand Prix, Stichting Zandvoort Beyond, Zandvoort Marketing en Gemeente Zandvoort.Voor het berekenen van de economische impact is gebruik gemaakt van de richtlijnen zoals deze opgesteld zijn door de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Er is inzicht verkregen in de additionele bestedingen van DGP-bezoekers en de DGP-organisatie.In de berekening van economische impact is niet gecorrigeerd voor verdringingseffecten. Sponsoractivaties (zoals afhuur van gelegenheden in Zandvoort, inhuur personeel, verzorgen eten en drinken voor genodigden) zijn niet in kaart gebracht. Bestedingen van bezoekers die niet het circuit maar wel het dorp hebben bezocht tijdens het raceweekend zijn eveneens niet meegenomen in de berekening van de economische impact. Het winstcijfer van de DGP-organisatie wordt niet gedeeld en is ook niet meegenomen in de berekening van de economische impact.
Bewust zijn van een gezonde en groene leefomgeving. Het staat de afgelopen jaren bij velen centraal, maar de meeste bedrijventerreinen in Nederland lopen daar flink op achter. Zo ook Eindhoven Airport District. Studenten van de opleiding Vastgoedkunde gaan de uitdaging aan om het gebied te vergroenen.
LINK
Dit promotieproject richt zich op Conversational Agents en hun rol in de dienstverlening in het publieke domein. Geautomatiseerde vormen van communicatie komen steeds vaker voor. Dit roept vragen op over het opbouwen van relaties, vertrouwen, vormen van servicegebruik en data-ethiek.Doel De interdisciplinaire studie onderzoekt kritisch hoe de interacties van burgers met Conversational Agents het vertrouwen in publieke organisaties vormgeven. Resultaten Inzichten over huidig en eerder onderzoek naar vertrouwen en Conversational Agents door middel van een systematisch literatuuronderzoek Identificatie van ‘trust markers’ in gebruikersinteracties met bots Inzichten over opvattingen en reacties van burgers op verschillende gradaties van antropomorfisering in CA-design Begrip over de rol van Conversational Agents in de citizen journey Looptijd 01 januari 2023 - 01 januari 2027 Aanpak Er zullen vier onderzoeken worden uitgevoerd, afgestemd op dimensies van vertrouwen. Deze studies gaan over concepten van vertrouwen, identificeren ‘trust markers’ in mens-bot-dialogen, voeren experimenten uit rond mens-bot-relaties en onderzoeken de rol van CA's in de burgerreis door digitale diensten. Afstudeerproject Chatbots en Voice assistants Tijdens het onderzoeksproject Bots of Trust (BOT) zijn er verschillende mogelijkheden om met studenten samen te werken aan een gerelateerd vraagstuk zoals chatbots en/of voice assistants en hoe deze vorm geven aan vertrouwen in verschillende sectoren.
Het project in Touch heeft geleid tot veel kennisontwikkeling en -verspreiding. Er is een iPad cover ontwikkeld en in productie genomen. Ook is er kennis ontwikkeld over de effecten van het spelen van spelletjes op de iPad door mensen met dementie. Uit het onderzoek van Kenniscentrum Zorginnovatie is gebleken dat ouderen met dementie zelf aangeven dat het doen van spellen op de iPad hun zelfwaardering verhoogt, omdat ze een hoge score kunnen behalen, hun identiteit wordt versterkt doordat ze spellen spelen die ze vroeger ook deden, en omdat ze zich verbazen over de mooie beelden van het spel (Groenewoud et al. 2014). Een indeling maakt het gemakkelijker om vooraf een spel te kiezen dat goed aansluit bij de individuele wensen en behoeften van een persoon met dementie. De criteria voor indeling zijn niet eenduidig en zijn onderwerp van nadere precisering. Naar aanleiding van de ervaringen tijdens het In Touch onderzoek is er een indeling gekozen (Cordia,2014) die voor de context van belang is en die door nader onderzoek verfijnd kan worden. De Top-up biedt de mogelijkheid om vooral het element beoordeling en selectie van games voor mensen met dementie verder uit te werken. Hierdoor zal de toepassing in het onderwijs en praktijk vergemakkelijkt en vergroot worden. Het biedt bovendien de kans om het onderzoek wat door de UK-partner (Sheffield University) van In Touch is gedaan met dit vervolg te vergelijken en de samenwerking internationaal te versterken. Het doel van het project is het verder ontwikkelen van een instrument om een goede match tussen wensen, behoeften en mogelijkheden van mensen met dementie en eigenschappen van een spel te vergemakkelijken en de verwerking hiervan in handreikingen en een internationale conferentie. Belangrijk mijlpalen van het project zijn: een instrument dat getest kan worden in de praktijk (fase 1), Inhoudelijke en praktische kennis over wat wel en niet werkt in praktijk (fase 2), digitaal instrument bruikbaar voor onderwijs en praktijk waarvan de ervaringen gedissemineerd kunnen worden ism met Sheffield University.
Samen met leraren (opleiders), studenten, en duurzaamheidsexperts onderzoeken we hoe Leren voor Duurzame Ontwikkeling vorm kan krijgen in de bèta-schoolvakken en welke docentcompetenties leraren-in-opleiding daarvoor moeten ontwikkelen.Doel Onder leraren, scholen en beleidsmakers bestaat brede steun voor de gedachte dat duurzaamheidsvraagstukken een integrale plaats moeten krijgen in het funderend onderwijs. Onderwijs over duurzaamheid vraagt echter deskundigheden en benaderingswijzen die in het reguliere bèta-onderwijs minder gebruikelijk zijn: redeneren met onzekere of onvolledige informatie, morele discussies en omgaan met emotionele reacties, en interdisciplinaire en buitenschoolse projecten. Daarnaast lopen de opvattingen uiteen over de gewenste inhoudelijke en didactische invulling van “leren voor duurzame ontwikkeling” (LvDO). Ook de voorstellen van Curriculum.nu bieden hiervoor nog weinig houvast. In de praktijk blijkt het dan ook moeilijk om duurzame ontwikkeling goed in te bedden in de bèta-onderwijspraktijk. Dit promotieonderzoek richt zich op de begripsmatige verheldering en operationele invulling van LvDO binnen en met de bètavakken, de kennis, houding en vaardigheden die daarvoor nodig zijn, en de manier waarop deze in een initiële lerarenopleiding ontwikkeld kunnen worden, zodanig dat studenten in staat zijn om aspecten van LvDO-onderwijs daadwerkelijk in hun vo-praktijk te integreren. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2023 Aanpak Het onderzoek volgt een ontwerpgerichte benadering. Als proeftuin dient daarbij de bèta-lerarenopleidingscursus Lesgeven in het Leergebied Mens en Natuur (LLMN), waarin LvDO het centrale thema vormt. In wisselwerking met de schoolpraktijk, externe stakeholders en experts, onderzoeken we hoe LvDO vorm kan krijgen en welke docentcompetenties bèta-leraren in opleiding (in het tweedegraadsgebied) daarvoor nodig hebben.