Tijdens een reclasseringstraject houdt een reclasseringswerker toezicht op iemand die een delicht heeft gepleegd. Het doel is die persoon te motiveren een leven op te bouwen zonder criminaliteit.Er is echter nog weinig bekend over de band tussen reclasseringswerker en cliënt en de invloed ervan op het reclasseringstraject. Meer kennis hierover kan de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt verbetern en de kans op terugval in de criminaliteit verminderen. In dit proefschrift magazine deelt Annelies Sturm de belangrijkste bevindingen van haar promotieonderzoek.
LINK
Rapport inclusief factsheet en filmpje. In het onderzoek ‘Werken op afstand bij de reclassering’ is gekeken hoe reclasseringswerkers en reclasseringscliënten online (begeleidings)gesprekken ervaren. Een belangrijk onderdeel is de werkalliantie: is het mogelijk om op afstand een goede dynamiek in de samenwerking te creëren en te onderhouden en zo ja, lukt dat bij alle type cliënten en in alle fasen van het reclasseringstraject?
MULTIFILE
In deze publicatie laten we zien hoe reclasseringswerkers de bevindingen van het onderzoek ‘werkalliantie in gedwongen kader’ in praktijk brengen. Het lectoraat Werken in Justitieel Kader, onderdeel van het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht, werkt sinds 2010 aan dit onderzoeksprogramma. Dit gebeurt in samenwerking met het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid van hetzelfde kenniscentrum2. In de afgelopen jaren zijn diverse tussenresultaten gepubliceerd, onder meer in het methodiekboek Werken in Gedwongen Kader3. In 2018 zijn de definitieve resultaten van het eerste onderzoek gepubliceerd in een proefschrift4. In dit onderzoek is ontdekt wat kenmerken zijn van de werkalliantie in gedwongen kader. En wat het belang van deze kenmerken is voor het verloop en een goede afronding van het reclasseringstraject. Momenteel lopen twee vervolg promotieonderzoeken, waarin nog meer kennis over de werkalliantie in gedwongen kader wordt verworven. Het proefschrift is niet erg toegankelijk voor professionals in de dagelijkse praktijk. Onder hen is wel veel vraag naar de resultaten. Daarom is deze versie gemaakt, waarbij de nadruk ligt op de betekenis van de resultaten voor het professionele handelen. Dit ‘praktijkboek’ kwam tot stand in een nauwe samenwerking tussen mij als auteur, vijf professionals met een lange (huidige of vroegere) ervaring als reclasseringswerker en een rollenspelacteur.
DOCUMENT
In de periode oktober 2019 - juli 2020 heeft de Hogeschool Utrecht in opdracht van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) een onderzoek uitgevoerd naar vrijwilligerswerk bij de reclassering. Doel van dit onderzoek is vast te stellen op welke wijze vrijwilligers van meerwaarde kunnen zijn voor de doelen van een reclasseringstraject. De aanleiding was dat de reclassering op meer structurele wijze invulling wilde gaan geven aan de inzet van vrijwilligers in de organisatie. Deze ambitie is in lijn met het Regeerakkoord 2017-2021, waarin staat dat bij de ten uitvoerlegging van straffen en maatregelen, resocialisatie en reclassering steviger worden gepositioneerd. In januari 2020 heeft de reclassering een visie ontwikkeld over hoe vrijwilligersinzet in het reclasseringswerk in de toekomst vormgegeven kan worden (Reclassering Nederland & Bureau Buitenland, 2020). In deze visie staat centraal welke samenwerkingsvorm met vrijwilligersorganisaties het meest geschikt zou zijn voor de reclassering. Naast dit inrichtingsvraagstuk wil de reclassering inhoudelijke vragen oppakken. Relevante vragen voor dit onderzoek zijn welke activiteiten vrijwilligers uitvoeren voor reclasseringscliënten en welke doelen zij daarmee beogen; op welke wijze vrijwilligers, professionals (reclasseringswerkers) en cliënten samenwerken en hoe zij deze samenwerking waarderen; welke meerwaarde vrijwilligers, professionals en cliënten ervaren ten aanzien van vrijwilligerswerk bij de reclassering en of er knelpunten zijn.
MULTIFILE
Uit dit onderzoek blijkt dat vrijwilligers met een brede set aan activiteiten inzetbaar zijn in meerdere fasen van het reclasseringstraject. Hoewel het primaire doel van hun inspanningen op het gebied van sociale inclusie ligt, hebben vrijwilligers ook een signalerende rol. De vraag is hoe de toegevoegde waarde van vrijwilligers het beste te benutten is bij de reclassering.
DOCUMENT
In Nederland krijgrn mensen die een delict hebben gepleegd iet alleen een straf, zij worden ook actief begeleid naar een leven zonder criminaliteit. Hierin speelt de reclassering een belangrijke rol. Deze organisatie helpt onder meer mensen die een gevangenisstraf hebben uitgezeten of een tbs-behandeling hebben gehad. Ook kan begeleiding door de reclassering worden opgelegd om een straf of maatregel te vermijden. Cliënten onder toezicht van de reclassering kampen vaak met diverse problemen, zoals werkloosheid, verslaving psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. Ook worstelen zij vaak met schulden. Tot dusver weten we echter nog maar weinig over schulden bij cliënten van de reclassering. Hoeveel en welke soort schulden hebben zij eigenlijk? Welke factoren spelen een rol bij de instandhouding van schulden? En wat hebben cliënten nodig om te werken aan een toekomst vrij van delicten én schulden? De afgelopen jaren deed ik onderzoek naar schulden van reclasseringscliënten. Ook wilde ik weten hoe de reclassering haar doelgroep hierin het beste kan begeleiden. In dit proefschrift magazine deel ik de belangrijkste bevindingen.
LINK
In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen uit deelproject 2: een onderzoek naar de metamethodiek wraparound care bij drie instellingen voor verslavingsreclassering. Het onderzoek is begeleid door Jo Hermanns, Anneke Menger en Rene Butter. Luisteren naar de cliënt, de cliënt serieus nemen en de continuïteit van zijn begeleiding waarborgen; belangrijke elementen van een goed reclasseringstraject. Maar hoe doe je dit bij een doelgroep die middelen gebruikt en veelal ook psychiatrische problemen heeft? Dit onderzoeksrapport maakt duidelijk dat wraparound care toegevoegde waarde heeft voor reclasseringswerkers. Het onderzoek richt zich op het verbeteren van de samenhang en continuïteit in de justitieketen, wat voor deze kwetsbare doelgroep erg belangrijk is. Vaak krijgen cliënten in de praktijk te maken met verschillende partijen die allemaal een klein stukje van de problemen proberen op te lossen. Het komt voor dat de verschillende partijen niet van elkaar weten wat ze doen, soms zelfs met tegenstrijdige behandelingen en adviezen tot gevolg. De cliënt raakt hiervan in de war en weet niet meer naar welke hulpverlener hij moet luisteren. Met uiteindelijk een minder effectieve aanpak tot gevolg. Wraparound care vormt een team om een cliënt heen, waar die cliënt zelf ook deel van uitmaakt. Alle betrokken partijen weten van elkaar wat ze doen. Ze verdelen de taken en verantwoordelijkheden. Er wordt gewerkt vanuit de eigen kracht van de cliënt. Dit sluit naadloos aan bij de specifieke aanpak van de verslavingsreclassering, waarin de visie van de cliënt ook belangrijk is. Als een cliënt zelf verantwoording neemt voor het reclasseringstraject, daalt de kans op herhalingscriminaliteit fors. En dat is juist waar de verslavingsreclassering voor staat: het strafrecht effectiever maken.
DOCUMENT
Interview met Anneke Menger. Zij onderzoekt de manier waarop professionals in een justitieel kader hun werk doen. Ze constateert dat de uitvoering van het reclasseringswerk in balans is gekomen. ‘Stel voorwaarden, maar wees ook uitnodigend.’
DOCUMENT
Hoe denken cliënten en professionals over de kwaliteit van het contact en de onderlinge samenwerking tussen cliënten en professionals in het (semi)gedwongen kader? En helpt het volgens hen als zij daar samen af en toe systematisch over praten aan de hand van een door ons (Hogeschool Utrecht) ontwikkeld hulpmiddel? En heeft dat hulpmiddel, een vragenlijst, aanpassingen nodig om het beter werkbaar te maken? Deze vragen stonden centraal in het praktijkgerichte onderzoek waarvan we hier verslag doen. De kwaliteit van het contact en de onderlinge samenwerking noemen we ‘de werkalliantie’. In een recent empirisch onderzoek is gevonden dat een goede kwaliteit van de werkalliantie in het gedwongen kader voortijdige uitval van cliënten kan terugdringen (Menger, 2018).
DOCUMENT
Maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in het reclasseringswerk maken de vraag naar een samenhangende werkwijze en continuïteit in de begeleiding actueel. Het lectoraat heeft wraparound care geïntroduceerd als mogelijk antwoord op deze vraag. Wraparound care is een meta-methodiek: het is een paraplu waaronder verschillende interventies en methodieken kunnen vallen. Wraparound care gaat zowel over een specifieke wijze van coördineren en samenwerken als over specifieke (ideologische) opvattingen over de (rol van) de cliënt. Wraparound care ziet de cliënt als 1) autonoom én onderdeel van (en verbonden met) een (sociaal) geheel waardoor 2) het perspectief van de cliënt centraal staat en de cliënt einddoelen formuleert in relatie tot (de wens tot) herstel van eigen regie en grip op eigen leven. De cliënt komt hiermee centraal te staan, waarbij het gedwongen kader onderdeel is van de werkelijkheid waarbinnen de cliënt (eind)doelen kan formuleren. Bij Centrum Maliebaan is gestart met een nulmeting waarin het mogelijk ervaren effect van wraparound care op ketenniveau werd bevraagd, uitgedrukt in de volgende aspecten: eigen regie, duidelijkheid, teamgerichtheid, creativiteit en continuïteit. De onderdelen continuïteit en duidelijkheid hadden volgens de stakeholders prioriteit. In de best practice unit zijn de principes (en uitgangspunten) van wraparound care op verschillende manieren verkend: door de theorie te bespreken, door casuïstiek te bespreken aan de hand van de principes, door goede praktijken te verkennen, door opvattingen over de principes te vergelijken, de principes te definiëren en te verkennen in welke mate en welke vorm ze van toepassing kunnen zijn. Wat betekent eigen regie? Hoe verhoudt dit zich tot het gedwongen kader? Hoe betrekken we het sociaal netwerk? Hoe werken we aan doelen van de cliënt? Wat betekent ‘betrokken blijven’ wanneer het kader wegvalt? Deze vragen stonden (en staan) centraal. Er werd tijdens de casuïstiek gebruik gemaakt van (een digitale) ‘bloem’ om het netwerk in kaart te brengen en om recht te doen aan het uitgangspunt ‘de cliënt kiest/centraal’ werd een cursus oplossingsgericht werken gevolgd
DOCUMENT