In opdracht van Stichting Lezen & Schrijven wordt in dit rapport de Relatie onderzocht tussen financiële problemen en lees- en rekenvaardigheden bij mensen die zich melden bij de schuldhulpverlening. Hiervoor wordt de rijke dataset van Mesis© gebruikt, een online vragenlijst die wordt ingezet bij het aanmeldproces van de schuldhulpverlening. Het onderzoek levert informatie op over de kenmerken van de groep schuldenaren die moeite heeft met lezen of rekenen en zich met een ondersteuningsvraag meldt bij de (gemeentelijke) schuldhulpverlening.
DOCUMENT
Het lectoraat Armoede Interventies heeft in 2018 een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de eerste fase van de schuldhulpverlening in Amsterdam. We hebben in dit onderzoek specifiek gekeken in welke mate de dienstverlening methodisch, klantgericht en professional is opgezet en wordt uitgevoerd en dit vergeleken met de bevindingen uit de nulmeting die in 2015 is uitgevoerd. Daarnaast hebben we gekeken in welke mate er gebruik wordt gemaakt van de meest recente inzichten uit de wetenschap. Een belangrijke hoofdconclusie in dit vervolgonderzoek is dat het klantgericht en methodisch werken veel meer uitgangspunt vormen dan in 2014-2015 en dat er meer aandacht is voor evidence based werken.
DOCUMENT
Er is onderzocht of studenten na deelname aan de zomercursus rekenen, taal en studievaardigheden van de opleidingen business studies, accountancy en bedrijfseconomie, beter presteren op reken- en taalopgaven in vergelijking tot hun prestaties voorafgaand aan de zomercursus én in vergelijking tot studenten die niet hebben deelgenomen aan de zomercursus. Studenten die hebben deelgenomen aan de zomercursus hebben voorafgaand aan de zomercursus een aantal reken- en taalopgaven gemaakt en een algemene vragenlijst ingevuld. Een controlegroep die niet heeft deelgenomen aan de zomercursus heeft een vergelijkbare algemene vragenlijst ingevuld. Daarnaast hebben alle studenten, zowel de deelnemers aan de zomercursus als de controlegroep, een diagnostische instaptoets voor taal en rekenen gemaakt bij de start van het studiejaar.
DOCUMENT
Dit projectvoorstel, Rekenen op spel, richt zich op de vraag van professionals in voorscholen en de onderbouw van de basisschool hoe zij de taal- en rekenontwikkeling van peuters en kleuters kunnen stimuleren in de context van spel. De focus ligt op doelgroepkinderen: kinderen uit ach-terstandssituaties. Professionals werken nu nog vaak aan taal- en rekendoelen vanuit een school-se benadering die volgens hen niet goed aansluit bij de manier van leren van jonge kinderen. Het Pre-cool onderzoek (Leseman & Veen, 2016) ondersteunt die opvatting: de wiskundige ontwikke-ling van doelgroepkinderen blijft sterk achter bij die van niet-doelgroepkinderen. Het stimuleren van fantasiespel en verrijken van spel lijkt echter potentieel te bieden voor de ontwikkeling van taal en wiskunde. Bovendien lijkt het kansrijk om het verwerven van wiskunde op jonge leeftijd naar analogie van taalverwerving te benaderen. Het gaat immers om het verwerven van woorden die de wereld beschrijven vanuit wiskundig perspectief. Samen met professionals wordt een ver-beterde aanpak ontworpen voor het stimuleren van de wiskunde- en taalontwikkeling in voor jonge kinderen betekenisvolle spelcontexten. Dat leidt tot een serie ‘narratives’ en een kennis-dossier met filmmateriaal. Het onderzoek richt zich vervolgens op de vraag hoe PM-ers en leerkrachten gezamenlijk kunnen professionaliseren op de ontworpen aanpak. De gezamenlijke professionalisering draagt bij aan versteviging van de doorgaande lijn van kinderopvang naar primair onderwijs. De professionalise-ringsaanpak gaat uit van de samenstelling van een professionele leergemeenschap (PLG) van professionals en experts van lerarenopleiding basisonderwijs. Gezamenlijk met de professionals wordt het leer- en ontwikkelproces van de professionals in de PLG cyclisch onderzocht. Deze tweede ronde levert kenmerken op die belangrijk zijn voor de professionalisering van PM'ers en leerkrachten via een PLG. Door een betere afstemming te ontwikkelen op doelgroepkinderen, beoogt het project bij te dragen aan verbetering van gelijke kansen voor alle kinderen.
Het aantal personen dat onder bewind staat is tussen 2009 en 2018 ruim verdubbeld van 97.000 naar 242.000 personen. Het probleem is dat bewindvoerders per cliënt 17 uren per jaar hebben, wat vaak net voldoende is om de financiële zaken te regelen. De sociale cohesie en het aanleren van financiële competenties schiet hierdoor te kort, waardoor dit grote gevolgen heeft voor de relatie onderling. Bewindvoerders en financiële hulpverleners zijn opzoek naar nieuwe manieren om personen onder bewind/financiële problemen in beweging te krijgen, te motiveren en het gedrag positief te beïnvloeden. Dit tot doel dat ze de drie kerncompetenties voor financieel zelfredzaamheid die door het Nibud zijn vastgelegd stap voor stap aanleren en in de praktijk kunnen toepassen. In de afgelopen 2,5 jaar hebben de projectpartners verschillende onderzoeken uitgevoerd. Tijdens de Take-off hbo is de doelstelling om de resultaten en onderzoeken met bewindvoerders en personen onder bewind, uit te werken tot de prototype Talking Money dat kan worden getest met bewindvoerders en overige belanghebbende.
Medicatieveiligheid heeft betrekking op geneesmiddelen en het farmaceutisch zorgproces. Verpleegkundige taken hierin zijn het verifiëren, klaarmaken, controleren, aanbieden/toedienen, registreren, monitoren en evalueren van medicatie. Verpleegkundig rekenen kan bij elk van deze taken een onderdeel zijn. Verpleegkundigen zijn de laatste professionals die controleren of patiënten het juiste medicijn op de juiste wijze toegediend krijgen. Daarbij dienen zij ook na te gaan of patiënten signalen vertonen om medicijnen juist niet volgens voorschrift te geven. Ondanks aandacht voor medicatieveiligheid, komen medicatiefouten regelmatig voor. Nascholing op dit gebied is vaak beperkt tot éénjaarlijkse theoretische toetsing op verpleegkundig rekenen. Uit literatuur blijkt echter dat rekenvaardigheid regelmatig en herhaaldelijk getraind moet worden om de rekenkennis tijdens complexe beroepssituaties direct paraat te hebben. Bovendien gaven verpleegkundigen aan (eigen onderzoek KIEM-hbo 2018) dat het trainen van rekenvaardigheid moet worden geïntegreerd met de medicatietaken en beter moet aansluiten op de huidige zorgpraktijk. In die huidige praktijk ondervinden verpleegkundigen problemen in de beroepstaken van het medicatieproces, doordat zij worden geconfronteerd met onverwachte, niet kloppende of onbekende situaties. Daarnaast worden verpleegkundigen tijdens de uitvoering van het medicatieproces nogal eens afgeleid in de beroepscontext, zoals door collega’s, patiënten, alarmen, hectiek en tijdsdruk. Hierdoor wordt uitvoering van de taak ingewikkelder, en dus foutgevoeliger. Dit onderzoek leverde ontwerpregels (taken, situaties, afleiders) op voor een VR-training in medicatie- en rekenvaardigheden. Deze vervolgaanvraag staat in het teken van het integreren van de ontwerpregels in twee VR-scenario's. In samenwerking met een MKB-bedrijf wordt gekeken hoe VR een oplossingsrichting kan zijn om verpleegkundigen herhaald te laten oefenen met medicatie- en rekenvaardigheden in de beroepscontext. De VR-scenario’s worden middels focusgroepinterviews voorgelegd aan 50 verpleegkundigen. De uitkomsten worden verwerkt in een prototype VR-training voor medicatieveiligheid en gebruikt voor het schrijven van een RAAK-publiek aanvraag. Die zal in het teken staan van het verder ontwikkelen en evalueren van het prototype.