Onderzoeksrapport van praktijk- en onderzoekscentrum De Karthuizer over de sociale en culturele effecten van het kunstproject "De zingende stad'. Het project betrof een cultuureducatieve lessenserie die muziekonderwijs combineert met nieuwe media. Daarnaast wordt aandacht besteed aan democratisch burgerschap en kaartvaardigheden van kinderen. Dit alles is aangeboden binnen een context van samenwerkend leren. Het onderzoek evalueert de effecten aan hand van zes pijlers van culturele en sociale ontwikkeling: creativiteit, mediawijsheid, empowerment, de interpersoonlijke sociale ontwikkeling, de identificatie van de kinderen met hun leefomgeving en de betrokkenheid van de ouders. Daarnaast is het project in een internationale context van vergelijkbare, educatieve en creatieve projecten geplaatst.
Op 7 november 2013 werd in Eindhoven de vierde Dag van het Sportonderzoek (DSO) georganiseerd, een landelijk congres vóór en dóór sportonderzoekers. Een unieke gelegenheid voor sportonderzoekers om werk aan elkaar te presenteren en daarover met elkaar in debat te gaan. Voor de sportbeleidsmakers een mooie gelegenheid om zich op de hoogte te stellen van de stand van zaken en meest recente inzichten uit het sportonderzoek.
Cad Cam in de orthopedie techniek. Een technisch hoofdstuk over het gebruik en de toepassing van Cad Cam technologie in de orthopedie. Dit hoofstuk is onderdeel van het boek " Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit", onder redactie van prof. dr. J.H.B. Geertzen en dr. J.S. Rietman. Dit boek wordt onder andere gebruitk in de opleiding Revalidatie Geneeskunde en de Hogere Beroepsopleiding Orthopedische Technologie
Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in Nederland. Revalidatie van mensen die een beroerte hebben gehad, is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te laten functioneren. Vaak zijn er na de revalidatie nog altijd gevolgen van een beroerte, die het zelfstandig functioneren bemoeilijken. Mensen die een beroerte overleven houden er vaak chronische gevolgen aan over, zoals loop- en balansproblemen, verhoogd valrisico, vermoeidheid en depressie. Deze problemen bij thuiswonende mensen met een beroerte resulteren vaak in een inactieve leefstijl. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal waarin de fysieke activiteit steeds verder afneemt, patiënten steeds verder deconditioneren, de verzorgingsbehoefte toe- en de mate van zelfstandigheid afneemt en het risico op een volgende beroerte toeneemt. Studies laten zien dat fysieke activiteit een positief effect op gezondheid heeft van patiënten na beroerte. De technologie om fysieke activiteit betrouwbaar en valide te meten is aanwezig en er is inzicht in belemmerende en faciliterende factoren voor fysieke activiteit. Er is echter nog geen bewezen effectieve interventie voor het aanleren en behouden van een fysiek actieve leefstijl voor patiënten na beroerte. Omdat alle richtlijnen voor beroerte aangeven dat het belangrijk is dat patiënten na beroerte fysiek actief zijn, vragen fysiotherapeuten zich af hoe krijgen en houden wij patiënten na een beroerte actief, dus hoe krijgen wij een actieve leefstijl bij een patiënt? Deze praktijkvraag is “vertaald” naar de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van een beweegstimuleringsinterventie bij thuiswonende patiënten na beroerte op fysieke activiteit en aerobe capaciteit? Deze onderzoeksvraag wordt in drie stappen uitgewerkt: 1. Het ontwikkelen van een veldtest om aerobe capaciteit te meten in de praktijk, 2 Het ontwikkelen van een interventie gericht op het (langdurig) bevorderen van een fysiek actieve leefstijl; 3. Het testen van de feasibility van de interventie in een pilot studie.
De consumptie en productie van pittige voedingsmiddelen in Nederland groeit. De bedrijven die pepers telen of verwerken hebben moeite om de pittigheid nauwkeurig te meten. Momenteel gebeurt dit vooral door het proeven van de pepers, wat een beperkte methode is door het aantal monsters dat geproefd kan worden en de subjectiviteit. Alternatieve bestaande meetmethoden zijn duur en niet praktisch inzetbaar. Omdat de pittigheid van pepers sterk kan variëren door omgevingsfactoren, is er behoefte aan een snelle en betaalbare meetmethode om het productieproces te verbeteren. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een toegankelijke en betaalbare methode; "SPICE", voor de detectie van pittigheid. In het kader van het KIEM-project wordt de reproduceerbaarheid en gevoeligheid van deze assay onderzocht, evenals mogelijkheden voor het vereenvoudigen van de uitleesmethode. Daarnaast wordt gekeken naar de correlatie tussen het gemeten signaal en de hoeveelheid capsaïcine in pepers en andere producten. Op basis van de resultaten worden verdere stappen voor doorwerking/implementatie opgesteld in samenwerking met partners, zoals een grotere vervolg aanvraag of contract onderzoek. Samengevat vormen het ontbreken van betaalbare en betrouwbare pittigheidsmetingen een probleem voor bedrijven die pepers telen of verwerken. Het doel van SPICE is om een innovatieve en toegankelijke methode voor pittigheidsmetingen voor bedrijven te ontwikkelen.