De meeste mensen kennen de robotstofzuiger wel. Dit apparaat lijkt een ideale oplossing bij de hulp in het huishouden. Maar welke uitdagingen brengt een robotstofzuiger met zich mee als deze door thuiszorgorganisaties wordt gebruikt in de ondersteuning die zij bij cliënten leveren? Iedereen weet dat de zorg en ondersteuning onder druk staan en dat het aantal medewerkers op alle niveaus onvoldoende is om het werk te verzetten. Maar we zien ook dat technologische innovaties in hoog tempo beschikbaar komen. Helpt dit om het arbeidsmarktprobleem en de toegenomen zorgvraag op te lossen? Een robotsamenleving is nog lastig voor te stellen maar slimme technologie is al op veel plekken in de maatschappij aanwezig: zelfscankassa’s, een groot aantal online tools en slimme sensoren die automatisch alarmeren in geval van nood. In dit rijtje hoort ook de robotstofzuiger thuis. Deze stofzuiger is inmiddels een bekend consumentenproduct en wordt al in vele huishoudens gebruikt. Een robotstofzuiger ziet eruit als een platte stofzuiger zonder kabels en snoeren. De robotstofzuiger werkt op een accu en doet geheel zelfstandig zijn werk. Sommige robotstofzuigers zijn te programmeren, zodat ze op vaste tijdstippen of met een vaste routine de ruimtes schoonmaken. Andere robotstofzuigers kunnen met een aan/uit knop bediend worden waarna ze aan het werk gaan. Het is een interessante vraag of robotstofzuigers ook in te zetten zijn bij hulp in de huishouding die veel ouderen en mensen met beperkingen ontvangen via de gemeente (via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)). De robotstofzuiger kan al het werk van de thuishulp niet vervangen, maar zal het takenpakket er door verschuiven? Deze vraag lag ten grondslag aan een pilot met twintig robotstofzuigers in de gemeente Amsterdam. In die pilot werd gekeken of robotstofzuigers een bijdrage konden leveren binnen de WMO-voorziening hulp bij huishouden. Bij 20 cliënten werd gedurende drie maanden een robotstofzuiger ingezet. De eerste resultaten waren positief: thuishulpen gaven aan dat de robotstofzuiger een verlichting van de werkdruk opleverde, en er werd een geschatte tijdsbesparing ervaren van gemiddeld 10 minuten tot een half uur (Cosijn, 2021). Gezien het kleine aantal deelnemers zijn de resultaten onvoldoende overtuigend om een definitief besluit te nemen over de inzet van de robotstofzuigers. Ook pilots in andere gemeenten leidden niet tot overtuigende conclusies (Das & Kuil, 2015; Stam, 2013). Op basis van de ervaringen met de genoemde pilot in Amsterdam besloten de gemeenten Den Haag en Amsterdam een groter onderzoek op te zetten met meer deelnemers. Deze werd ingebed in het Living Lab Sociaal Domein en Technologie, waain de gemeente Den Haag intensief samenwerkt met de Haagse Hogeschool als kennispartner. In deze nieuwe studie zijn 100 robotstofzuigers ingezet bij Haagse en Amsterdamse inwoners die hulp bij het huishouden ontvangen vanuit de gemeenten via twee uitvoerende zorgorganisaties: Tzorg en Cordaan Thuisdiensten/Axxicom Thuishulp.
DOCUMENT
Vanuit verschillende organisaties is de afgelopen jaren gekeken naar de potentie van nieuwe technologie, zoals robotisering, om meerwaarde te leveren voor het domein van Hulp bij het Huishouden (HbH). Omdat er nog weinig onderzoek was naar de inzet van robotstofzuigers, startten de GGD en de gemeente Amsterdam samen met zorgaanbieders Tzorg en Cordaan Thuisdiensten in 2020 een pilot. Twintig HbH-cliënten in Amsterdam kregen drie maanden lang een robotstofzuiger in gebruik. Uit die pilot bleek dat de inzet van robotstofzuigers zorgt voor tijdswinst, voor verlichting van de werkzaamheden van thuishulpen en dat cliënten zelfredzamer worden (Cosijn, 2018). Gezien het kleine aantal deelnemers waren de resultaten echter onvoldoende overtuigend om een definitief besluit te nemen over de inzet van de robotstofzuigers. Ook eerdere pilots in andere gemeenten leidden niet tot overtuigende conclusies (Stam, 2013; Das & Kuil, 2015). Daarom is besloten in Den Haag en Amsterdam een uitgebreider onderzoek te doen met meer deelnemers. Daarvan doet dit rapport verslag.
DOCUMENT
Er zijn tegenwoordig meer technische mogelijkheden om langer comfortabel en veilig thuis te blijven wonen. Dat kan beginnen bij een snoerloze robotstofzuiger, een robotgrasmaaier tot een robot die kan koken. Maar zijn al die technische snufjes ook gebruiksvriendelijk? En willen we ze eigenlijk wel?
LINK
Dit rapport is een schriftelijke weergave van de uitgesproken lectorale rede van Dr. Ir. C.J.M. Heemskerk bij Hogeschool Inholland. De rede geeft een duidelijk beeld van wat robots zijn, waar wij anno 2016 met de ontwikkelingen van de robot staan en hoe snel deze gaan. Robots worden steeds socialer en slimmer. Vanuit de twee werkvelden van het Lectoraat, zorg en agri-food, wordt nader ingegaan op de vraag of de angst dat robots banen overnemen of de mensen zullen overheersen reëel is.
DOCUMENT
Het doel van het project is om samen met HHU-partners te onderzoeken welke vaardigheden de (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst nodig heeft (fase 1) en komen tot oplossingsrichtingen om deze professionals goed toe te rusten (fase 2). Dit resulteert in een plan van aanpak. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen en beoogde eindresultaten geformuleerd. Voor fase één is de vraag: Wat hebben (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessionals nodig om de zorg van de toekomst te leveren en wat is hierop van invloed? Met als beoogd eindresultaat een overzicht van vaardigheden die de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst nodig heeft, en waarbij de gemeenschappelijke opgave van zorg en welzijn helder is geworden. De vraag voor fase twee is welke oplossingsrichtingen bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. Hierbij wordt uiteindelijk een plan van aanpak opgeleverd met oplossingsrichtingen.
DOCUMENT
Deze eindrapportage van het project ‘competenties van de zorgprofessional van de toekomst’ is uitgevoerd in opdracht van de Health Hub Utrecht, Coalitie Aantrekkelijke Arbeidsmarkt. De rapportage is tot stand gekomen met inbreng van een groot aantal mensen uit zorg, welzijn en opleidingen, die in dialoogsessies mee hebben gedacht over hoe de zorgprofessional van de toekomst goed toegerust kan worden. Met elkaar is gezocht naar de uitdagingen die zorg en welzijn, en opleidingen denken tegen te komen richting 2030 en er is nagedacht over richtingen die bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. De tweede publicatie betreft het tussenrapport: Competenties van de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst: Tussenrapportage ter afsluiting van fase 1. (Drs. J. Dijkstra RN, dr. M. Jacobs, Drs. B. Berkhout, 2023)
MULTIFILE
Marokkaanse gastarbeiders brachten de islam mee naar Nederland en droegen die zo over, zo wordt veelal aangenomen. Deze ‘volkse' islam zou botsen met de meer ‘zuivere’ islam van hun kinderen. Met een generatiekloof als gevolg. Ibtissam Abaaziz ontdekte tijdens haar promotieonderzoek dat de werkelijkheid genuanceerder is. De gastarbeiders hebben de islam meegenomen uit hun herkomstland’ is een statement dat we dikwijls voorbij zien komen, niet alleen in maatschappelijke discussies over moslims, maar ook in wetenschappelijk onderzoek. Maar wat hebben gastarbeiders dan aan islam meegenomen naar Nederland? Wat is er vervolgens met hun religieuze bagage gebeurd? In haar promotieonderzoek "Ze waren onwetend" heeft zij door middel van levensverhalen onderzoek verricht naar de religieuze beleving van zowel de eerste als tweede generatie Marokkaanse Nederlanders.
MULTIFILE
Kwetsen en mensenrechten schenden zoals het kabinet dat doet, botst met alle professionele waarden van het sociaal werk, schrijft docent-onderzoeker Jeroen Boekhoven. Niet de individuele sociaal werker, maar de beroepsgroep als geheel moet stelling nemen, meent hij.
LINK
De zorgen om het risico van het COVID19-virus voor de volksgezondheid nopen tot hernieuwde aandacht voor zorg. Elke dag komt in het journaal wel een arts of de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of een deskundige van het RIVM aan het woord. In de media kan iedereen de – vaak schrijnende – verhalen van verpleegkundigen, verzorgenden en professionals uit het sociaal werk lezen. Wij (werkzaam in kenniscentra van hogescholen waar verpleegkundigen, paramedici en sociale professionals worden opgeleid) juichen het toe dat er meer aandacht is voor zorg. We willen echter een aantal kanttekeningen plaatsen bij de manier waarop deze aandacht wordt ingevuld. We doen dit vanuit een zorgethisch perspectief, geïnspireerd door het werk van María Puig de la Bellacasa.
DOCUMENT
Studenten van de opleiding Realisatie van Hogeschool Van Hall Larenstein onderzoeken al jaren ongebaande paden om voor complexe problemen innoverende oplossingen te vinden en daarmee aansprekende projecten te realiseren. In deze projecten staat eco-engineering centraal, het ontwerpen met natuurlijke technieken. Dit boek geeft een beschrijving van de zoektocht naar nieuwe opdrachten vanuit de major Realisatie. Met ideeën en experimenten met olifantsgras bij Schiphol, het Dobberend bos en de ontaarde boom, die in detail worden beschreven.
MULTIFILE