Column over het naar Scandinavisch voorbeeld maken van een plan voor de export van Nederlandse kennis en kunde op het gebied van duurzame energie
DOCUMENT
Urban farming projects often involve the (temporarily) redevelopment of urban space by local co-productions of citizens and/or entrepreneurs. To realize their ambitions these coalitions often need support of public (government) resources such as time, money, space and regulation (Green Deal Stadslandbouw, 2013). This paper asks the question to what extent the development of urban farming projects can be understood as an example of planning through direct citizen participation/ participatory governance (e.g. Cornwall, 2004; Roberts, 2004) and what this means for the role of the municipal planning professional or civil servant in making these projects successful. Literature on the role of the municipal planner or civil servant in urban farming projects mainly concerns the role as enabler of projects given the many difficulties for projects. However, when looked at the development of urban farming as an example of citizen participation/ participatory governance and the transfer of social functions towards society other roles and tasks of planners seem to be important to make urban farming successful. This discussion paper looks to the role of planners and civil servants in some related government domains such as landscape (e.g. Van Dam et al. 2008, 2010, 2011) and neighbourhood development (e.g. Frieling et al., 2014) to complement our understanding of the role of planners in making urban farming projects successful. With this analysis the paper sets the scene for further research into tools for the planning professional or civil servant to support urban farming. In the paper the situation in Amsterdam serves as an example.
DOCUMENT
Dit rapport is gebaseerd op uitgevoerd onderzoek in Scandinavië en Groot Brittannië naar het keuze proces van woningeigenaren bij het vernieuwen van hun verwarmingssysteem. De onderzoeken gaan in op het besluitvormingsproces dat wordt doorlopen om tot een keuze voor een verwarmingssysteem te komen. Deze kennis wordt gebruikt om een marketingcampagne ontwikkelen. De marketingcampagne is vervolgens geanalyseerd. Dit onderzoek vergelijkt de resultaten van de diverse onderzoeken en doet aanbevelingen voor Nederlandse warmtebedrijven voor de focus van hun marketingcampagne.
DOCUMENT
De wereldwijde ijsconsumptie in 2016 bedroeg 18.037 miljoen kg. In de US (38,4%) en Europa (30,9%) wordt het meeste ijs geconsumeerd. Van de totale ijsconsumptie wordt 26,6% out-of-home geconsumeerd in enkele verpakking (marketline.com; Global Ice Cream report July 2017). Deze ijsstokjes worden van berkenhout gemaakt. Het hout hiervoor wordt gekapt in Rusland en Scandinavië. Er van uitgaand dat bij de helft van het out-of-home geconsumeerde ijs het ijsstokje de drager is dan wordt hiervoor in Europa jaarlijks 23.721 ton aan berkenstokjes geproduceerd. Wereldwijd gaat het om 76.765 ton. Na de consumptie van het ijsje worden deze stokjes weggegooid. Dit afval wordt doorgaans verbrand. De samenwerkende partners, Babre Holding, Van Rijsingen Ingredients, HAS Hogeschool hebben de ambitie om het consumeren van ijs op ijsstokjes te verduurzamen door het gebruik van hout te vervangen door plantaardige vezels die ontstaan als bijproduct in de voedingsmiddelen industrie. Naast vezels worden eetbare zetmeel gebruikt zodat een stevige matrix ontstaat met dezelfde functionaliteit als het ijsstokje van berkenhout. Momenteel worden deze plantaardige bijproducten grotendeels afgezet naar de feed industrie en groene energie sector, bio vergisting. Met het eetbare vezelrijke ijsstokje worden deze van oorsprong bijproducten opgewaardeerd tot een humaan voedingsproduct. Bovendien draagt het eetbare ijsstokje bij aan de verhoging van de vezelinname, die bij veel consumenten nog onder het niveau ligt dat wordt geadviseerd door het Voedingscentrum. In dit project onderzoeken we de haalbaarheid om een eetbaar, duurzaam en gezond ijsstokje te maken dat opgeschaald kan worden naar industriële schaal. Het geproduceerde ijsstokje voldoet aan de kwaliteitseisen van de ijsproducenten, is vrij van allergenen en bevat voedingsvezels die als nevenstroom ontstaan bij de productie van voedingsmiddelen.