Het lectoraat Innoverend ondernemen verbonden aan De Haagse Hogeschool heeft op 12 november 2015 een seminar georganiseerd over nieuwe businessmodellen en de nieuwe economie. Van deze dag hebben we een verslag gemaakt middels deze uitgave. Een interessant naslagwerk voor alle ruim 150 deelnemers van dit seminar, die kunnen teruglezen wat ze deze dag hebben geleerd, maar ook kunnen leren van de workshops waarin ze niet hebben geparticipeerd. Daarnaast is deze uitgave leerzaam voor iedereen die geïnteresseerd is in nieuwe businessmodellen vanuit verschillende perspectieven, waarin theorie en praktijk samen komen.
De laatste maand van het jaar nodigt uit tot introspectie en reflectie. Het wordt tijd voor goede voornemens voor het volgende jaar. Daarmee lijkt het wel wat op een persoonlijke planning & control cyclus.
LINK
De toeristisch-recreatieve sector is in belangrijke mate afhankelijk van externe factoren waar zij zelf geen invloed op kan uitoefenen maar wel mee geconfronteerd wordt. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om bevolkingskrimp, vergrijzing, ontgroening, technologische ontwikkelingen, de economische recessie, de veranderende interesses van toeristen e.d. Door deze externe factoren te analyseren ontstaat er zicht op relevante bewegingen die de sector een toekomstbestendige koers bieden. Er is de behoefte ontstaan om nader onderzoek te doen naar de innovatiekracht van Overijssel in totaliteit en gekoppeld aan de regio’s die vanuit marketing perspectief zijn benoemd te weten: • Waterrijk Weerribben Wieden: ongerept en eigenzinnig. • IJsseldelta: Hanzesteden, water, cultuur, polder. • Vechtdal Overijssel: rust en ruimte. • Salland: natuurlijk gastvrij. • Twente: Landgoed van Nederland. Het European Tourism Futures Institute is gevraagd dit onderzoek uit te voeren met behulp van een scenariostudie. Scenario’s verkleinen de afstand tot de dynamische markt en leveren inspiratie om innovatieve initiatieven te ontplooien. Scenario’s zoals die door het ETFI worden ontwikkeld zijn geen voorspellingen die voortkomen uit trendanalyses, maar levendige beschrijvingen van hoe de toekomst, in dit geval van toeristisch Overijssel, er uit zou kunnen zien.
Digitalisering is niet meer weg te denken uit de beroepspraktijk van publieke organisaties. Organisaties zien de voordelen van digitalisering: processen kunnen efficiënter worden ingericht en de klantbeleving kan worden geoptimaliseerd. De Nederlandse overheid zet daarom ook fors in op digitalisering. Desondanks blijkt dat de digitalisering van de publieke dienstverlening langzamer gaat dan verwacht en publieke organisaties nog een lange weg te gaan hebben om hun dienstverlening te digitaliseren of zelfs te transformeren. Belangrijke reden voor het achterblijven van de digitalisering is dat de digitaliseringsstrategieën van publieke organisaties vaak gericht zijn op bescherming van de burger in de institutionele context (dataveiligheid, privacy waarborging, etc.) en niet op de beleving van de burger als klant van publieke diensten. Om digitalisering te laten slagen moeten organisaties echter heel goed weten wat zij moeten doen om de digitalisering niet alleen vanuit organisatieperspectief, maar ook vanuit klantperspectief succesvol te maken. Omdat dit perspectief tot nu toe onderbelicht is gebleven, zal dit onderzoek hier uitvoerig op ingaan. Meerdere publieke organisaties hebben bij Hogeschool Utrecht vragen neergelegd over de gevolgen van digitalisering voor de klantbeleving en klantrelatie. In dit project wordt dan ook met, voor en door de beroepspraktijk van publieke dienstverleners onderzoek verricht omtrent de vraagstelling: “Hoe kunnen servicegerichte publieke organisaties digitalisering zo inzetten dat deze niet alleen bijdraagt aan de doelstellingen van organisaties, maar ook een positieve bijdrage levert aan de klantbeleving?” Via een ontwerpgerichte onderzoekaanpak waarin de drie kennisdomeinen Marketing, Datascience en Media Design samenkomen, krijgen publieke dienstverleners betere inzichten en nieuwe mogelijkheden om digitalisering op de juiste manier in te zetten. De uitkomsten van dit onderzoek krijgen een vertaling in een aantal toekomstscenario’s en digitaliseringsstrategieën waarmee organisaties op een succesvolle manier de transitie naar een digitale samenleving verder vorm kunnen geven.
MKB-bedrijven hebben moeite met de toekomst. Ze werken in het heden en missen werkmethoden om de grotere werkelijkheid te overzien en het bedrijf te richten op de toekomst. Daarmee zijn mkb-bedrijven nog onvoldoende aangesloten op maatschappelijke transities. Ter voorbereiding van deze aanvraag hebben we met drie mkb-bedrijven een werkmethode voor scenarioplanning uitgeprobeerd, om hen te helpen de toekomst in verhalen en acties naar voren te halen. Daarbij is expliciet brede welvaart centraal gezet. Deze vraagarticulatie heeft de waarde van scenarioplanning voor brede welvaart met het mkb bevestigd. De inzet van scenarioplanning om het mkb te faciliteren naar brede welvaart vraagt een dubbele aanpassing van de traditionele scenarioaanpak. In dit onderzoek willen we ten eerste de aanpak aanpassen zodat het denken in maatschappelijke waarde faciliteert. Dus geen volledig open toekomst (‘the sky is the limit’), maar scenario’s waar maatschappelijke opgaven uitgangspunt zijn (‘the earth is the limit’). Ten tweede willen we komen tot een aanpak die voor het mkb te hanteren is. Dus eenvoudig, praktisch en herkenbaar. In deze verkenning focussen we op de maakindustrie. Dat maakt het mogelijk om de maatschappelijke opgaven die daar spelen zo concreet mogelijk mee te nemen als kansen en bedreigingen en een instrument te ontwikkelen dat deze optimaal mee weegt. Te denken valt aan digitalisering, grondstoffenschaarste en krapte op de arbeidsmarkt. Een adviseur van de Metaalunie treedt in dit project als changemaker op. De beoogde scenariomethode is overigens niet uitsluitend bedoeld voor de maakindustrie, maar moet generiek in te zetten zijn.