Het vakgebied informatica blijft kampen met een technisch imago. Daardoor komt een opleiding informatica niet in aanmerking bij meisjes. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek Het imago van I . Dit onderzoek is uitgevoerd door Miranda Valkenburg, hoofd Communicatie van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland. Onderzocht is welk beeld scholieren in het voortgezet onderwijs (havo en vwo) en middelbaar beroepsonderwijs hebben van informaticaopleidingen. Naast inzicht in de beeldvorming omtrent (hbo-)informaticaopleidingen geeft het onderzoek inzicht in de keuzefactoren die een rol spelen bij de orikntatie op vervolgopleidingen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scholieren een realistisch beeld hebben van informaticaopleidingen. Het vakgebied blijft echter kampen met een technisch imago, waardoor vooral meisjes aangeven dat ze niet kiezen voor een informaticaopleiding. De doelgroep is van mening dat er voldoende werkgelegenheid in de informaticasector is, met goede mogelijkheden op goede banen in vele soorten bedrijven en organisaties. De groep potentikle studenten kan zich echter geen concrete voorstelling maken van de mogelijke beroepen na afronding van een informaticaopleiding. Ook blijkt dat scholieren niet weten dat een diploma havo of vwo, ongeacht profiel, toegang biedt tot een hbo-informaticaopleiding.
DOCUMENT
Het vakgebied informatica blijft kampen met een technisch imago. Daardoor komt een opleiding informatica niet in aanmerking bij meisjes. Dit is iin van de conclusies uit het onderzoek Het imago van I . Dit onderzoek is uitgevoerd door Miranda Valkenburg, hoofd Communicatie van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland. Onderzocht is welk beeld scholieren in het voortgezet onderwijs (havo en vwo) en middelbaar beroepsonderwijs hebben van informaticaopleidingen. Naast inzicht in de beeldvorming omtrent (hbo-)informaticaopleidingen geeft het onderzoek inzicht in de keuzefactoren die een rol spelen bij de orikntatie op vervolgopleidingen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scholieren een realistisch beeld hebben van informaticaopleidingen. Het vakgebied blijft echter kampen met een technisch imago, waardoor vooral meisjes aangeven dat ze niet kiezen voor een informaticaopleiding. De doelgroep is van mening dat er voldoende werkgelegenheid in de informaticasector is, met goede mogelijkheden op goede banen in vele soorten bedrijven en organisaties. De groep potentikle studenten kan zich echter geen concrete voorstelling maken van de mogelijke beroepen na afronding van een informaticaopleiding. Ook blijkt dat scholieren niet weten dat een diploma havo of vwo, ongeacht profiel, toegang biedt tot een hbo-informaticaopleiding.
DOCUMENT
Volgens cijfers van het Voedingscentrum gaat er in de gehele voedselketen jaarlijks ongeveer 2 miljard kilogram voedsel verloren in Nederland. Huishoudens dragen daarvan naar schatting 23 tot 32% bij. Ondanks vele inspanningen en initiatieven om voedselverspilling in Nederland terug te dringen, blijft het een aanhoudend probleem. Want hoewel de hoeveelheid voedselverspilling bij de consument vanaf 2013 sterk is gedaald, lijkt die daling nu te stagneren.Hoeveel voedsel wordt verspild wordt vaak gemeten door het afval te onderzoeken. Dat is een relatief betrouwbare methode, maar geeft geen inzicht in het hoe en waarom van verspilling: wanneer werd het voedsel weggegooid, en werd het eerst nog in de koelkast als restje bewaard?In dit onderzoek hebben we scholieren van vijf technasia in Flevoland gevraagd de verspilling bij hen thuis op drie dagen in kaart te brengen. Op die manier kregen we een waardevolle inkijk ‘achter de voordeur’ en kregen we beter inzicht in hoeveel maar vooral ook hoe (op welk moment van de dag, bij welke maaltijd) voedsel wordt verspild.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 1432 jongeren uit het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs in Leeuwarden. Het biedt een cijfermatig inzicht in online problemen: welke problemen komen voor en in welke mate? Met de via de tool ( Online Tool Internetveiligheid 2.0.) verkregen data zijn zowel analyses op gemeentelijk niveau als op schoolniveau gemaakt. In het verlengde hiervan kunnen preventiestrategieën op maat worden ontwikkeld. Uiteindelijk doel is het veiliger maken van het internet voor jongeren. Dit onderzoeksproject is uitgevoerd vanuit de cross-over Digital Citizenship: dit is een samenwerkingsverband tussen de onderzoeksgroep Cybersafety en het lectoraat Organisations & Social Media, beide van NHL-Stenden Hogeschool. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de afdeling openbare orde en veiligheid (OOV) van de gemeente Leeuwarden.
DOCUMENT
Hoe veilig is het internet voor jongeren? Zijn online pesterijen, seksuele intimidatie en online oplichting eerder uitzondering of regel? Hoe gaan jongeren om met desinformatie en nepnieuws? Kortom, wat speelt er in deze coronatijd nu jongeren nòg meer afhankelijk zijn van internet? Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 423 Amsterdamse scholieren in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
Middelbare scholieren spellen beter dan bassisschoolleerlingen, dit is de uitkomst van onderzoek.
DOCUMENT
In Nederland wordt in de gehele voedselketen jaarlijks 2 miljard kilo voedsel verspild. De verspilling binnen huishoudens ligt op meer dan 33 kilo per persoon per jaar. We weten dat daadwerkelijke verspilling afhangt van verschillende factoren. Gezinnen met kinderen verspillen bijvoorbeeld relatief meer. Maar niet alle doelgroepen zijn goed in beeld. Dit rapport beschrijft hoe schoolgaande jongeren naar verspilling kijken, en welke manieren zij hebben om verspilling te verminderen.
DOCUMENT
Eén van de doelstellingen van de HBO-I stichting is het hbo ict-onderwijs dusdanig profileren dat toekomstige studenten alsmede de arbeidsmarkt een helder en herkenbaar beeld verkrijgen van hbo ict-onderwijs. In 1994 heeft het HBO-I een onderzoek laten uitvoeren onder scholieren uit het middelbaar onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs en onder studenten uit het hoger beroepsonderwijs. Aanleiding voor dat onderzoek was de dalende instroom van informaticastudenten aan hogescholen en de lage instroom van vrouwelijke studenten. Doel van het onderzoek was tweeledig: inzicht verwerven in de beeldvorming omtrent hbo-informaticaopleidingen bij de potentiële instroom en aanknopingspunten vinden voor het beleids- en activiteitenplan teneinde de potentiële instroom zo effectief mogelijk te bereiken. Op basis van de resultaten zijn aanbevelingen gedaan ten aanzien van de voorlichting. Mede op basis hiervan heeft het HBO-I voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Na jaren van groei stabiliseerde eind jaren negentig de instroom van informaticastudenten aan de hogescholen. De instroom van vrouwelijke kandidaten is al die tijd laag gebleven. De vraag hoe het HBO-I de potentiële instroom zo goed mogelijk kon informeren en zo effectief mogelijk kon bereiken, vormde de aanleiding voor een herhaling van het onderzoek in 2001. In het kader van het Europese Equalproject Ict-STER is in studiejaar 2005-2006 het onderzoek - in aangepaste vorm - voor de derde maal gehouden. Het onderzoek geeft inzicht in keuzemotieven van scholieren (v/m) en het beeld dat zij van ict (studeren). Ook biedt het aanknopingspunten om de activiteiten in het kader van Ict-STER zo effectief mogelijk te laten zijn. De resultaten zijn vergeleken met die uit 1994 en 2001.
DOCUMENT
Het JeugdSynergiePlan beschrijft de wijze waarop er bij verenigingen door een effectieve samenwerking tussen de verschillende stakeholders meer kan worden bereikt voor iedereen. De belangrijkste samenwerkende partijen (stakeholders) bestaan uit de leden, de ouders en vrijwilligers, de verenigingen, de bonden, de overheid, de zorgverzekeraars, de sponsors en de zakelijke dienstverleners. Speerpunt vormt de kwetsbare groep van middelbare scholieren voor wie er in praktijk te weinig aandacht bestaat. Door de samenwerking waarbij de partijen gebruik gaan maken van elkaars sterktes en kansen ontstaat er synergie: het effect van de samenwerking is groter dan wat iedere partij afzonderlijk had kunnen bereiken. In het rapport komen theorie en praktijk bij elkaar. De theorie inzake synergie wordt op een unieke manier beschreven en verduidelijkt. Ook staan er veel unieke oplossingen beschreven in het rapport waarmee synergie in praktijk kan worden uitgevoerd. Er wordt meer bereikt en er worden kosten bespaard. Het rapport biedt dan ook grote winstmogelijkheden voor de leden, voor de verenigingen, voor de overheid, de jeugdzorg, het onderwijs, voor de zakelijke dienstverlening; kortom de hele maatschappij. Belangrijke zaken komen eerst en daarom gaat welzijn boven welvaart en een pro-actief beleid gaat voor restrictief beleid. Dat kan allemaal met dit model! Vast staat dat de jeugd een enorme potentie heeft voor velen. Hier groeien de toekomstige winnaars voor 2028, maar hier groeien ook de toekomstige werknemers, politici, uitvinders. Doorzettingsvermogen, discipline, ijver en sociale vaardigheden vormen aspecten die we in het verenigingsleven kunnen stimuleren. Maatschappelijke doelstellingen als integratie, armoedebeleid en gezondheid, zijn daarmee te sturen vanaf het speelgras en het honk. Het kind en de vereniging kunnen hiermee uitgroeien tot het maatschappelijk goud en het olympisch vuur.
MULTIFILE