In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
DOCUMENT
Er is veel om onze luchtkwaliteit te doen op dit moment. Nederland is in de ban van stikstof. Toch is het niets bijzonders dat stikstof in onze lucht zit. Sterker nog, onze buitenlucht bestaat voor ca. 78% uit stikstof. Daarnaast bestaat de buitenlucht voor ca. 21% uit zuurstof en in de resterende 1% zit bijvoorbeeld het bekende broeikasgas koolstofdioxide (CO2). De luchtkwaliteit wordt met name bedreigd door stikstofoxiden, niet te verwarren met het stikstofgas dat al in de lucht zit, en fijnstof. De vraag is of de luchtkwaliteit in Nederland zo zeer is verslechterd, nu er zoveel aandacht is voor dit onderwerp. Het antwoord daarop is neen. Volgens het RIVM is de lucht nu schoner dan ooit. Omdat er minder fossiele brandstoffen worden verbruikt daalt ook de uitstoot van schadelijke gassen en de luchtkwaliteit in ons land voldoet momenteel grotendeels aan de Europese grenswaarde. Ook de uitstoot van CO2 daalt en zit nu op het niveau van 1990. Toch wil dit nog niet zeggen dat de volksgezondheid daarmee volledig wordt beschermd. Ook bij lage concentratieniveaus zijn onder andere stikstofoxiden en fijnstof nog schadelijk voor de gezondheid. Vandaar dat deze concentratieniveaus verder terug moeten worden gedrongen, want een gezonde leer-, werk- en leefomgeving staat of valt bij een gezonde luchtkwaliteit, zowel buiten als binnen. En daarom staat deze gezonde omgeving ook centraal in onderzoeken van de Hanzehogeschool in zowel kantoren, de zorg, de stad en op de campus.
LINK
Dit artikel beschrijœ de stad als microkosmos voor organisaties. Het zoomt in op de relaties tussen de stad, de organisaties die erin zijn gehuisvest en de gezondheid van haar gebruikers. Het artikel opent met een historisch perspectief, om vervolgens te reflecteren op hedendaagse ontwikkelingen. Er worden interventies in en om gebouwen beschreven die gezond gedrag stimuleren. In het publieke domein kunnen mensen in organisaties bijvoorbeeld verleid worden om te bewegen, door aantrekkelijke voorzieningen op korte afstand. Veilige en schone voorzieningen voor wandelen en fietsen dragen daaraan verder bij. In de gebouwen zijn het stimuleren van traplopen, gezondevoeding en ergonomisch meubilair belangrijke stimuli. Door het slim positioneren van trappen(huizen) (op looproutes), informatieborden en noodzakelijke voorzieningen in het gebouw (zoals kantine, koffie, toilet, vergaderruimte en printer) wordt gezond bewegen gestimuleerd. Ook de toegang tot frisse lucht, daglicht, planten, stilte en de juiste temperatuur kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid van mensen in organisaties. Daarmee kunnen ruimtelijke interventies in steden en organisaties positieveinvloed uitoefenen op de gezondheid van zowel werknemers als bewoners.
LINK
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
De nationale en internationale ambities op het vlak van Circulaire Economie zijn groot, en veel bedrijven en organisaties dragen bewust of onbewust reeds bij aan de Circulaire Economie. Een Circulaire Economie reguleert het fundamenteel anders omgaan met grondstoffen, door het hergebruik van producten en grondstoffen centraal te stellen en afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zoveel mogelijk te voorkomen. De belofte van de Circulaire Economie is om verschillende vormen van duurzaamheid op verschillende niveaus te organiseren als een liefst integrale economische opgave. Hierbij zijn het voorkómen van afval en het (her)waarderen van materie belangrijke uitgangspunten. Naast technische ontwikkelingen zijn hier ook sociale en zelfs systeeminnovaties bij nodig. Daar hoort bijvoorbeeld ook bewustwording, gedragsbeïnvloeding en zakelijke haalbaarheid bij. De transformatie naar een circulaire samenleving is een grootschalige maatschappelijke transitie. Hogeschool Inholland beweegt mee met deze ontwikkeling in de maatschappij, door middel van onderzoek en onderwijs in samenwerking met het werkveld. Deze position paper is een verkenning van bestaande theorieën, maatschappelijk debat, relevante beleidskaders en financieringsinstrumenten (het externe beeld), alsmede een eerste inventarisatie gericht op het aanbod binnen Inholland (het interne beeld), om daarmee een dialoog te initiëren over een betere positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie. Als vervolgstappen worden o.a. een verdere inventarisatie van het aanbod en betere inbedding binnen verschillende opleidingen en een versterking en bundeling van onderzoekscapaciteit door middel van een domeinoverstijgende aanpak aanbevolen, alsmede een marktonderzoek om vraag en aanbod beter op elkaar te kunnen laten aansluiten. Mede op basis van deze bouwstenen kan de communicatie en positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie, zowel intern als extern, verstevigd worden. Deze position paper is een groeidocument, dus de deur blijft open staan om in de toekomst nieuwe kennis, inzichten, aanbevelingen en interventies mee te nemen.
DOCUMENT
De stap naar een eerlijke, gezonde en leefbare wereld moet in de eerste plaats worden opgevat als een machtsstrijd tussen private en publieke belangen.’ Maar Mensa Mensa houdt het niet bij strijdlustige taal alleen en zet iets te eten op tafel. Dit hoofdstuk is onderdeel van Eco-social praktijken. Redactie: Richard de Brabander, Jeanet de Jong, Karijn van den Berg, Mirjam Andries, Marcel Ham
DOCUMENT
In de context van zorghuisvesting voor langdurige zorg wordt verondersteld dat, vanwege de specifieke doelgroep (kwetsbare mensen) die hierin gehuisvest is, aanvullende eisen voor luchtkwaliteit en het thermische binnenklimaat wenselijk zijn ten opzichte van de eisen voor de gemiddelde gezonde (jong) volwassene. Echter, in hoeverre dit vraagt om specifieke eisen ten aanzien van het binnenklimaat is onduidelijk en, indien dit het geval is, welke condities dan de voorkeur zouden hebben is eveneens niet bekend. Om hier antwoord op te vinden is onderzoek nodig dat in dit rapport is beschreven.
DOCUMENT
Kwaliteit van samenleven in een stedelijke omgeving is een uitdagend onderwerp. In deze notitie is de context geschetst en zijn de eerste aanbevelingen gegeven op welke wijze de HU dit thema optimaal kan ontrafelen om het in te zetten ter versterking van (de kennisinstelling in) haar omgeving. Steden ontwikkelen zich sterk en snel, daaruit ontstaan allerlei kansen en bedreigingen. Tegelijkertijd is in steden ook de veranderkracht het grootst. Op verschillende manieren kan tegen deze ontwikkeling aangekeken worden. Het perspectief waarmee naar de stad gekeken wordt, leidt tevens tot een categorisering van de meest actuele thematieken en geeft een prioritering aan relevante vraagstukken. Hogeschool Utrecht staat midden in de samenleving en haar onderwijs en onderzoek draagt direct bij aan de kwaliteit van samenleven in de stedelijke omgeving. De specifieke unieke kenmerken van de stad Utrecht zijn daarbij van belang, waarbij Utrecht als proeftuin voor innovaties op het gebied van kwaliteit van samenleven in de stedelijke omgeving beschouwd wordt. Een inventarisatie van de verschillende perspectieven hoe een stad ‘beschouwd’ kan worden, leidt tot de driedeling: a. gezonde duurzame stad; b. sociale, zorgzame en rechtvaardige stad; en c. economisch sterke, creatieve en culturele stad. Lectoren opereren binnen deze driedeling, of begeven zich juist op de cross-overs tussen deze manieren om naar de stad te kijken. Een systeembenadering, waarbij kwaliteit van samenleven in de stad het overkoepelende thema is, is hierbij krachtig in het besef dat de stad leert, zich ontwikkelt en feitelijk ook als proces beschouwd kan worden.
DOCUMENT
Stormwater runoff can contain high amounts of Potential Toxic Elements (PTE) as heavy metals. PTE can have negative and direct impact on the quality of surface waters and groundwater. The European Water Framework Directive (WFD) demands enhanced protection of the aquatic environment. As a consequence, the WFD requires municipalities and water authorities to address the emissions from drainage systems adequately and to take action when these emissions affect the quality of receiving waters together with mitigating the quantity challenges in a changing climate (floodings and drought). NBS is the most widely used method for storing stormwater and infiltrating in the Netherlands. However, there is still too little knowledge about the long-term functioning of the soil of these facilities. The research results are of great importance for all stakeholders in (inter)national cities that are involved in climate adaptation. Applying Nature-Based Solutions (NBS), Sustainable Urban Drainage Systems (SuDS) or Water Sensitive Urban Design (WSUD) are known to improve the water quality in the urban water cycle. The efficiency of NBS, such as the capability of bio swales to trap PTE, highly depends on the dimensions of the facility and on its implementation in the field [Woods Ballard, B et al, 2015]. For the determination of the removal efficiency of NBS information about stormwater quality and characteristics is essential. Acquiring the following information is strongly advised [Boogaard et al. 2014]:1. stormwater quality levels (method: stormwater quality database);2. location of NBS (method: mapping NBS in international database);3. behaviour of pollutants (method: cost effective mapping pollutants in the field). Stormwater quality contains pollutants as heavy metal in higher concentrations than water quality standards dictate. Over 500 locations with bio swales are mapped in the Netherlands which is a fraction of stormwater infiltration locations implemented in 20 years’ time. Monitoring of all these NBS would acquire high capacity and budget from the Dutch resources. This quick scan XRF mapping methodology of topsoil will indicate if the topsoil is polluted and whether the concentrations exceed national or international standards. This was only the case in one of the youngest pilots in Utrecht indicating that there are multiple factors other than age (traffic intensity, use of materials, storage volume, maintenance, run off quality, etc.). Several locations show unacceptable levels, above the national thresholds for pollutants where further research on the prediction of these levels in relation to multiple factors will be the subject of future research.The results of study are shared in 2 national workshops and valued as of great importance for all stakeholders in (inter)national cities that are involved in implementation of NBS for climate adaptation. The Dutch research results will be used to update (inter-)national guidelines for design, construction and maintenance of infiltration facilities this year. Stormwater managers are strongly advised to use this quick scan method within the first 10 years after implementation of swales to map possible pollution of the top soil and prevent pollution to spread to the groundwater in urban areas.
DOCUMENT
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT