Promotieonderzoek. Twee deelonderzoeken: 1. de werking van voorkeursbeleid bij de benoeming van directeuren in het basisonderwijs in 1985 en 2. de werking van voorkeursbeleid als onderdeel van een positieve actie plan.
DOCUMENT
Vanwege ontwikkelingen in het Europese aanbestedingsrecht, waarop elders in dit nummer wordt ingegaan, lijkt het dat publieke partijen niet langer vrij zijn in het bepalen van de spelregels waarlangs de concurrentie wordt georganiseerd. In deze bijdrage wordt betoogd dat de 'angst ' bij publieke partijen voor het moeten aanbesteden conform de door het Europees verdrag voorgeschreven regels, slechts ten dele gegrond is. In beginsel is 'aanbesteden ' gelijk aan het volgen van een selectieprocedure. Deze bijdrage gaat in op de vraag hoe publieke partijen op goede wijze een selectieprocedure kunnen vormgeven en welke aandachtspunten daarbij gelden vanuit de Europeesrechtelijke context.
MULTIFILE
Na het sluiten van de verzorgingshuizen zijn woongroepen een belangrijke schakel in het aanbod van de huisvesting voor ouderen geworden. Er is een gat ontstaan in de huisvestingsvraag voor ouderen die niet langer thuis willen of kunnen wonen, maar ook niet in aanmerking komen voor opname in een verpleeghuis. De combinatie van wonen en zorg en welzijn wordt hierdoor steeds belangrijker. Onderzoekers en studenten van De Haagse Hogeschool en Erasmus School of Health Policy & Management hebben onderzoek gedaan in acht verschillende woongroepen in Den Haag, Rotterdam en Deventer om meer inzicht te krijgen in vragen zoals: waarom kiezen ouderen voor een woongroep , welke voor- en nadelen brengt het met zich mee, en welke vormen van ondersteuning ontvangen ouderen vanuit de woongroep? Daarnaast zijn we in dit onderzoek geïnteresseerd in de governance van woongroepen. Het oprichten van dergelijke collectieve woonvormen is vanwege de hoeveelheid betrokken partijen, zoals (buurt)bewoners, gemeenten en woningcorporaties, geen gemakkelijke opgave. Woongroepen zijn daarmee ook bij uitstek een urban governance vraagstuk, waarvan de uitkomsten afhangen van het samenspel tussen de betrokken partijen. Dit onderzoek richt zich daarom tevens op de vraag hoe de governance van woongroepen is georganiseerd en wat hierin verbeterd kan worden.
MULTIFILE
Veranderingen in de samenleving vragen om aanpassingen in de manier waarop mensen willen wonen. De gemeente Houten streeft naar een inclusieve samenleving, waarin we het belangrijk vinden dat iedereen de kans krijgt om mee te doen in de maatschappij en erbij te horen. Gemengde woonvormen, zoals De Molen, sluiten goed aan bij deze koers. In deze woonvormen krijgen kwetsbare mensen de mogelijkheid om, onder begeleiding, te wonen met mensen die er bewust voor kiezen om hen in het dagelijks leven een handje te helpen. Dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid vanuit ieders kwaliteiten en bijdrage. Lectoraat Innovatie Maatschappelijke Dienstverlening, onderdeel van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht, voerde het onderzoek ter evaluatie van dit gemengd wonen project waarvan deze rapportage verslag doet uit.
DOCUMENT
Bij al het vakmanschap en meesterschap dat leraren nodig hebben, hoort ook een hoog taalvaardigheidsniveau. Om hun vak over te dragen en om bij te dragen aan de vorming van de leerlingen, moeten leraren over uitstekende communicatieve vaardigheden beschikken. Bovendien moeten ze bijdragen aan de taalontwikkeling van hun leerlingen. Dat geldt niet alleen voor docenten Nederlands, maar ook voor alle andere docenten. Bij de doelen van een vak hoort immers ook de tal van dat vak. Dit lectoraat heeft de opdracht om bij te dragen aan de opleiding van 'taalvaardige leraren die competent zijn om taalgericht les te geven'. Maar hoe goed moet het Nederlands van leraren eigenlijk zijn? Hoe kunnen we dat beoordelen? Gelden voor alle leraren dezelfde eisen, onafhankelijk van hun vak en los van hun achtergrond en andere competenties? Hoe kan de lerarenopleiding studenten helpen om dat niveau te bereiken? Door middel van onderzoek, onderwijs en professionalisering proberen de medewerkers van de FLOT Taalwerkplaats deze vragen te beantwoorden.
DOCUMENT
In de afgelopen periode heeft een groot aantal mensen een veilig heenkomen gezocht in Nederland, waaronder veel vluchtelingen uit Syrië. Verschillende organisaties zetten zich in om deze vluchtelingen te helpen om een passende werkplek te vinden. Er is echter nog weinig bekend over wat daarbij effectief is. Het project ´Syrische vluchtelingen aan het werk´ heeft als doel om hierover kennis op te bouwen en breed toegankelijk te maken. Het project loopt van januari 2017 t/m juni 2018. Doel van het project was het ontwikkelen van kennis en instrumenten voor werkgevers die Syrische vluchtelingen aan de slag willen helpen. Om dit te kunnen doen gaan we op zoek naar werkzame elementen en factoren die helpen en hinderen bij het begeleiden van Syrische vluchtelingen naar werk en het duurzaam aan het werk houden van deze vluchtelingen. In he boek staan tal van goede voorbeelden. Tevens zijn tips opgenomen om Syrische vluchtelingen duurzaam aan het werk te helpen en te houden.
DOCUMENT
Dit artikel behandelt ketensamenwerking en de vraag of dit containerbegrip wel tot structurele voordelen heeft geleid. Het stuk is grotendeels gebaseerd op het proefschrift ‘Work Floor Experiences of Supply Chain Partnering in the Dutch Housing Sector’.
MULTIFILE
De belangstelling voor gemengd wonen is groot. Gemengd wonen definiëren wij als woonprojecten waarin verschillende groepen mensen doelbewust samen wonen, contact onderhouden en gezamenlijk activiteiten ondernemen. Het kan hierbij gaan om reguliere huurders met ex-dak- en -thuislozen, studenten met jongeren met een licht verstandelijke beperking, werkende jongeren met mensen met een psychische kwetsbaarheid of juist een waaier aan doelgroepen door elkaar waaronder ook ouderen en vluchtelingen. In de kern gaat het om mensen die een ‘goede buur’ voor elkaar willen zijn. Vaak, maar niet altijd, kan daarbij een onderscheid aangebracht worden tussen bewoners die geheel vrijwillig kiezen voor het wonen in een dergelijk project en bewoners die er wonen uit een zekere noodzaak en een beroep moeten of kunnen doen op ondersteuning en/of zorg. Het gaat om het belang van meedoen in het ‘gewone’ leven van mensen die eerder apart werden opgevangen en begeleid. Een van de belangrijke vragen is of gemengd wonen kan bijdragen aan een verschuiving van ‘Not in my backyard’ (NIBY) naar ‘Welcome in my backyard’ (WIMBY), en vervolgens aan het ontstaan van een proces van werkelijke inclusie. Daarnaast is het de vraag of een dergelijke vorm van wonen bijdraagt aan het individuele welbevinden van (kwetsbare) burgers en of er elementen (uitgangspunten, structuren, werkwijzen, schaalfactoren, et cetera) aan te wijzen zijn die maken dat dit soort projecten haalbaar en herhaalbaar zijn.
DOCUMENT
‘Kamers met Aandacht’ is een verzamelnaam voor (kleinschalige) gemengde woonvormen, waar jongeren van 18 tot 23 jaar ondersteund door hun netwerk, hun omgeving en vertrouwde jeugdprofessional veilig verder kunnen groeien. Het is tevens de naam van een project dat zich richt op het werven van betaalbare kamers bij particulieren, bedrijven en organisaties in de provincie Utrecht, het organiseren van informeel toezicht in de vorm van betrokken huis- of buurtgenoten, en het bieden van ambulante begeleiding door de al betrokken jeugdhulporganisatie Coördinator en initiator van Kamers met Aandacht Bianca van der Neut (Jeugdfocus) benaderde het lectoraat Jeugd van de Hogeschool Utrecht (HU) met de vraag onderzoek te doen naar het eerste (pilot)jaar van Kamers met Aandacht. Naast oriënterende gesprekken met coördinator Bianca van der Neut, is er een gesprek gevoerd met de betrokken jeugdhulporganisaties. Op basis van een probleemanalyse zijn de volgende doelen gedefinieerd voor het onderzoek: a. Het vaststellen van de (ondersteunings)behoeften van de jongeren die in aanmerking komen voor Kamers met Aandacht; b. Het vaststellen van de vereisten waaraan verhuurders van Kamers met Aandacht moeten voldoen; c. Het opstellen van matchingscriteria om jongeren en verhuurders aan elkaar te koppelen; d. Het evalueren van de pilotfase van Kamers met Aandacht vanuit het perspectief van deelnemende jongeren, verhuurders, en jeugdhulporganisaties.
DOCUMENT
Dit onderzoek, dat gefinancierd is door NRO, heeft tot doel om meer inzicht te verkrijgen in de vraag hoe lerarenopleidingen de intake van nieuwe studenten voor de lerarenopleidingen vormgeven en hoe die intake bijdraagt aan en voorspellend is voor het succes van studenten binnen de lerarenopleidingen. De uitkomsten van het onderzoek kunnen opleidingen helpen om hun intakeprocedures te verbeteren, zodat zij aankomende studenten beter ondersteunen bij het proces van zelfselectie.De volgende onderzoeksvragen staan centraal:1. Welke doelen, criteria en instrumenten hanteren de lerarenopleidingen tijdens de intake- en selectieprocedure?2. In hoeverre ondersteunen die procedures bij het proces van zelfselectie ten aanzien van de vraag:a. Kan ik succesvol studeren?b. Kan ik als leraar succesvol zijn?c. Wil ik leraar worden en wat voor leraar dan?3. In welke mate hebben de gehanteerde criteria en instrumenten een voorspellende waarde voor studiesucces en handelen in de beroepspraktijk?4. Hoe ervaren studenten de intakeprocedures?5. Welke mechanismen spelen een rol bij intake en zelfselectie en wat is de betekenis daarvan voor de praktijk van de opleidingen?Op nbasis van de uitkomsten van het onderzoek bevelen de onderzoekers aan om bij de inrichting van intakeprocedures meer systematisch aandacht te besteden aan de drie zelfselectievragen:- Kan ik succesvol aan deze opleiding studeren?- Kan ik een succesvolle leraar worden?- Wil ik leraar worden en zo ja, wat voor leraar?Intakes bij lerarenopleidingen worden hiermee nadrukkelijker een zelfselectie-instrument, bedoeld om de kandidaat-student, de opleiding en het toekomstige beroep van leraar te matchen.Intakeprocedures zouden studenten moeten uitdagen om echt een inspanning te leveren en persoonlijk betrokken te raken. Dit zou meerdere keren over een langere periode moeten gebeuren. In een zelfselectieproces vraagt dit meer van de verantwoordelijkheid van de toekomstige student om inspanningen te leveren, zodat het realistisch uitvoerbaar is voor de opleiding om de intake vorm te geven.
MULTIFILE