Objective: To compare the effects of traditional mirror therapy (MT), a patient-centred teletreatment (PACT) and sensomotor exercises without a mirror on phantom limb pain (PLP). Design: Three-arm multicentre randomized controlled trial. Setting: Rehabilitation centres, hospital and private practices. Subjects: Adult patients with unilateral lower limb amputation and average PLP intensity of at least 3 on the 0–10 Numeric Rating Scale (NRS). Interventions: Subjects randomly received either four weeks of traditional MT followed by a teletreatment using augmented reality MT, traditional MT followed by self-delivered MT or sensomotor exercises of the intact limb without a mirror followed by self-delivered exercises. Main measures: Intensity, frequency and duration of PLP and patient-reported outcomes assessing limitations in daily life at baseline, 4 weeks, 10 weeks and 6 months. Results: In total, 75 patients received traditional MT (n = 25), teletreatment (n = 26) or sensomotor exercises (n = 24). Mean (SD) age was 61.1 (14.2) years and mean (SD) pain intensity was 5.7 (2.1) on the NRS. Effects of MT at four weeks on PLP were not significant. MT significantly reduced the duration of PLP at six months compared to the teletreatment (P = 0.050) and control group (P = 0.019). Subgroup analyses suggested significant effects on PLP in women, patients with telescoping and patients with a motor component in PLP. The teletreatment had no additional effects compared to self-delivered MT at 10 weeks and 6 months. Conclusion: Traditional MT over four weeks was not more effective than sensomotor exercises without a mirror in reducing PLP, although significant effects were suggested in some subgroups.
DOCUMENT
OBJECTIVE: The purpose of this study was to determine the impact of partial glossectomy (using the keyhole technique) on speech intelligibility, articulation, resonance and oromyofunctional behavior. PATIENTS AND METHODS: A partial glossectomy was performed in 4 children with Beckwith- Wiedemann syndrome between the ages of 0.5 and 3.1 years. An ENT assessment, a phonetic inventory, a phonemic and phonological analysis and a consensus perceptual evaluation of speech intelligibility, resonance and oromyofunctional behavior were performed. RESULTS: It was not possible in this study to separate the effects of the surgery from the typical developmental progress of speech sound mastery. Improved speech intelligibility, a more complete phonetic inventory, an increase in phonological skills, normal resonance and increased motor-oriented oral behavior were found in the postsurgical condition. The presence of phonetic distortions, lip incompetence and interdental tongue position were still present in the postsurgical condition. CONCLUSION: Speech therapy should be focused on correct phonetic placement and a motor-oriented approach to increase lip competence, and on functional tongue exercises and tongue lifting during the production of alveolars. Detailed analyses in a larger number of subjects with and without Beckwith-Wiedemann syndrome may help further illustrate the long-term impact of partial glossectomy.
DOCUMENT
"Solo is een cognitieve vaardigheidstraining die op individuele basis wordt gegeven. Uniek aan deze interventie is de gecombineerde aanpak van effectieve What Works-methoden en desistancedoelen. In dit vooronderzoek is nagegaan of doorontwikkeling van Solo zinvol is. Er is wetenschappelijk bewijs verzameld over de werkzaamheid van Solo en er is onderzocht of de interventie aansluit op de behoeften van de deelnemers. Er is een literatuurverkenning gedaan, een enquête uitgezet, interviews gehouden, evaluatieformulieren voor deelnemers verzameld en trainingsregistratie geanalyseerd. Portefeuillehouders, coördinatoren, trainers, coaches en deelnemers vormden de respondentgroepen. Tweeëndertig trainers geven vooral bij Reclassering Nederland Solo-trainingen. Deze trainers geven niet vaak een training. Vanaf 2020 worden er, mede door COVID-19, veel individuele CoVa’s gegeven omdat deze training makkelijker uitvoerbaar zou zijn dan Solo. Solo is een goed vormgegeven interventie: het verandermodel is afgestemd op het verklaringsmodel en de oefeningen vloeien voort uit de methodieken. De interventie is een evidence-based practice, in die zin dat de programma-inhoud is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid. De effectiviteit van Solo is echter niet bekend. Trainers en coaches zijn het oneens of Solo geschikt is voor cliënten die het delict ontkennen, cliënten met lvb en cliënten met een beperkt vermogen tot zelfreflectie. Zij vinden de interventie wel geschikt voor o.a. jong volwassenen, prikkelgevoelige cliënten (bijv. door autisme of ADHD) en verlegen, kwetsbare cliënten. Deelnemers vinden het belangrijk dat een Solo-trainer rust uitstraalt, structureert, goed luistert, ingaat op hun behoeften, let op hoe hij leerstof overbrengt en op de juiste manier doorvraagt. Solo-trainers die tevens reclasseringswerker zijn, merken dat de veranderde reclasseringscontext andere eisen stelt aan hun rol en vaardigheden. Zij vinden dat zij hun kennis van risicomanagement, gedragsverandering en 'lastige' doelgroepen kunnen gebruiken in samenwerkingsverbanden en geïntegreerde, duurzame teams. Uit dit vooronderzoek blijkt dat het wenselijk is om Solo door te ontwikkelen. Adviezen voor aanpassing zijn resp. het uitwerken van het theoretisch kader, opstellen van een duidelijk profiel van Solo (incl. functieprofiel voor trainers), intensiveren van coaching, terugbrengen van het aantal formulieren, vereenvoudigen van de programmahandleiding en delictanalyse en het toevoegen van beeldmateriaal en rollenspelen. Per oefening/werkvorm zijn suggesties voor verbetering gegeven. Coaching zou zich moeten richten op de afweging welke combinatie van methodieken, oefeningen en werkvormen het meest passend is bij een deelnemer. Dit leidt tot meer flexibiliteit in de toepassing van Solo, maar met behoud van programma-integriteit."
DOCUMENT