Deze bundel met Topartikelen 2019 is de negende in de succesvolle reeks met winnende artikelen van de jaarlijkse artikelwedstrijd van vierdejaarsstudenten van de sociale opleidingen van Hogeschool Utrecht (HU). De winnaars van de artikelwedstrijd zijn voor SPH: • Melissa Pereboom, ‘Detentie zonder tralies’ • Esther Uittenboogaard, ’Wet zorg en dwang’ Voor MWD zijn de winnaars: • Lisanne de Rooij, ‘#ZijOok: Doorbreek de onwetendheid omtrent seksueel grensoverschrijdend gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking’ • Fien van Mierlo, ‘Een gesprek over zingeving, kunnen we dat nog?’
The background and purpose of this paper is to investigate adherence, exercise performance levels and associated factors in head and neck cancer (HNC) patients participating in a guided home-based prophylactic exercise program during and after treatment [swallowing sparing intensity modulated radiation therapy (SW-IMRT)]. Fifty patients were included in the study. Adherence was defined as the percentage of patients who kept up exercising; exercise performance level was categorized as low: ≤1, moderate: 1–2, and high: ≥2 time(s) per day, on average. Associations between 6- and 12-week exercise performance levels and age, gender, tumour site and stage, treatment, intervention format (online or booklet), number of coaching sessions, and baseline HNC symptoms (EORTC-QLQ-H&N35) were investigated. Adherence rate at 6 weeks was 70% and decreased to 38% at 12 weeks. In addition, exercise performance levels decreased over time (during 6 weeks: 34% moderate and 26% high; during 12 weeks: 28% moderate and 18% high). The addition of chemotherapy to SW-IMRT [(C)SW-IMRT] significantly deteriorated exercise performance level. Adherence to a guided home-based prophylactic exercise program was high during (C)SW-IMRT, but dropped afterwards. Exercise performance level was negatively affected by chemotherapy in combination with SW-IMRT.
Mensen met dysfagie kunnen grotendeels alleen gepureerd voedsel eten. Ouderen met deze aandoening hebben door hun beperking en doordat gepureerd voedsel niet aantrekkelijk is, een grotere kans op ondervoeding. 3D food printen is een technologie die op het gebied van de presentatie van voedsel een bijdrage kan leveren aan de eetbeleving van deze groep mensen. De zorg heeft interesse om te weten wat de impact is van deze technologie, zodat zij kunnen beslissen er in te investeren, echter zijn nog weinig onderzoeken die daar iets over kunnen zeggen. Deze subsidie aanvraag is bedoeld om een reële praktische proef uit te voeren met mensen met kauw- en slikproblemen (n=20), bij/ in enkele zorginstanties, waarbij het beoogde doel is om de impact en haalbaarheid te testen van 3D food printen in de zorg. Tijdens het project wordt het netwerk met zorgpartners uit de keten vergroot en kan er mogelijk een Raak Publiek aanvraag worden voorbereid.
Een verstoorde vochtbalans en ondervoeding zijn veel voorkomende problemen bij patiënten in ziekenhuizen en behoren al jaren tot één van de belangrijkste uitdagingen in de dagelijkse zorgpraktijk. Een verstoorde vochtbalans zoals uitdroging of overhydratie heeft directe consequenties op het lichamelijk functioneren. De gevolgen van ondervoeding zijn in een veelheid van wetenschappelijk onderzoek beschreven: ondervoeding kan leiden tot vertraagde wondgenezing, verhoogde postoperatieve morbiditeit, verlengde ligduur en vroegtijdig overlijden. Tijdige behandeling van (dreigende) ondervoeding en klachten zoals kauw- en slikproblemen (dysfagie) leidt tot verbetering van voedings- en vochtinname, stabilisatie dan wel toename van het gewicht en spiermassa en een verbetering van kwaliteit van leven (fysiek, emotioneel en mentaal) in het ziekenhuis. In de praktijk blijkt dat de monitoring van de vocht- en voedingsinname voornamelijk een taak is die zorgprofessionals handmatig uitvoeren. Uit onderzoek onder zorgprofessionals in het Máxima MC blijkt dat deze monitoring middels vocht- en voedingslijsten arbeidsintensief, omslachtig, foutgevoelig en complex is. De lijsten worden slecht bijgehouden en raken soms kwijt, waardoor nadelige gevolgen voor de patiënt ontstaan. Tevens hebben patiënten en familieleden nauwelijks tot geen rol in de huidige werkwijze van de monitoring. Betrokkenheid van patiënten en hun naasten door monitoring in te passen in het eigen leven kan helpen om bewustwording te creëren over het belang van een goede voedings-en vochtinname. De wijze waarop monitoring plaatsvindt, vraagt om een persoonsgerichte benadering van monitoring waarin zorg-, leer- en werkomgevingen en structuren voortdurend samen worden vormgegeven zodanig dat eigen regie en waardigheid van alle betrokkenen worden gerealiseerd. Het doel van dit project is de bijdrage te onderzoeken van innovaties aan persoonsgerichte monitoring van voeding en vocht. Dit doel willen we bereiken door het opzetten van praktijkgericht onderzoek, samen met de patiënt, diens omgeving en de betrokken zorgprofessionals (i.o), in Zorg Innovatie Centra (ZIC) in de Brainport regio waaronder het Maxima MC.