Dit is het VWO-werkboek bij de filosofie-methode 'Ik denk - Cogito'
Dit is het werkboek havo bij de schoolmethode 'Ik denk - Cogito', een methode filosofie.
In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek met behulp van de Most Significant Change benadering, naar de impact van een Professionaliseringstraject Ethisch Actorschap (PEA). Ethische reflectie is de laatste jaren ‘booming business’. Steeds meer organisaties besteden aandacht aan ethiek op de werkvloer en stimuleren ethische reflectie van medewerkers. Als ethici en onderzoekers verwelkomen wij deze ontwikkeling uiteraard, maar wij stelden onszelf ook de vraag: wat levert al die reflectie de medewerkers en cliënten eigenlijk op? Deze vraag was aanleiding om een onderzoek hiernaar in te richten, met als hoofdvraag: Tot welke ethische impact leidt een ethisch professionaliseringstraject en op welke manier kunnen we deze in beeld brengen?
De laatste jaren zien we een hernieuwde aandacht voor de maatschappijkritische rol van het sociaal werk die vanaf halverwege de jaren ’90 nagenoeg van het toneel verdween (Peeters, 2010; Banks, 2014; Scholte, 2018). De participatiesamenleving doet een appel op de zelfredzaamheid, de eigen kracht en het informele netwerk van het individu om problemen aan te pakken, zonder daarbij de structurele oorzaken van sociale problemen te adresseren (Peeters, 2010; Banks, 2014; Nachtergaele e.a., 2017; Hubeau, 2018; Reynaert, Roose & Hermans, 2018; Scholte, 2018; Kampen, z.d.). Steeds meer onderzoek laat echter zien dat een beroep op de zelfredzaamheid en de eigen kracht van het individu juist voor kwetsbare groepen niet realistisch is (WRR, 2017; De Brabander, 2014). Sociaal werk zonder maatschappijkritische visie leidt tot een professioneel en democratisch tekort (Bredewold, e.a., 2018). Empowerment speelt een belangrijke rol in de maatschappijkritische positie van sociaal werk (Peeters, 2010; Banks, 2014). Empowerment richt zich niet alleen op het versterken van het zelfvertrouwen van het individu, het bevorderen van een gedeelde verantwoordelijkheid en inclusie, maar ook op het veranderen van structurele oorzaken die sociaal onrecht, sociale ongelijkheid en ongelijke machtsverhoudingen in stand houden (IFSW, juli 2018; Hubeau, 2018). Hier krijgt empowerment een ethisch-politieke dimensie (Van Regenmortel, 2011; Banks, 2012). Dit onderzoek spitst zich toe op de vraag wat de ethisch-politieke dimensie van empowerment inhoudt en op welke wijze empowerment kan bijdragen aan het ontwikkelen van de maatschappijkritische rol van het sociaal werk. Het uitgangspunt is daarbij dat ethiek ‘situated and politicized’ is (Banks, 2014). Deze invalshoek op ethiek biedt een verbreding van de beroepsethiek, die doorgaans ethische kwesties reduceert tot persoonlijke dilemma’s. Over deze bredere ethisch-politieke invalshoek is in Nederland nog nauwelijks geschreven. Het doel van dit onderzoek is kennis over deze ethisch-politieke invalshoek te ontsluiten voor studenten, docenten en professionals.
Mobiliteit zorgt voor bereikbaarheid van producten, diensten en mensen, maar mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid van onze dorpen en steden. Mobiliteit van de toekomst moet schoner, stiller, efficiënter en veiliger, en dan ook nog betaalbaar en inclusief zijn voor burgers, bedrijven en de samenleving als geheel. In de SPRONG-groep Future-proof Automotive SoluTions (FAST) opereren Fontys en Hogeschool Arnhem Nijmegen als kern van een consortium met bedrijven, kennisinstellingen en regionale overheden. Zes lectoraten van Fontys en HAN gaan samen aan de slag. Kennis over voertuigtechniek en intelligente mobiliteit van Fontys en HAN wordt samengebracht met expertise over logistiek, bedrijfskunde, creatieve economie (verwaarding, lange-termijn-denken, verbeeldingskracht), sociale impact van mobiliteitsinnovaties, recht en ethiek. Doel Het doel van SPRONG-groep FAST is de doorgroei en versterking van een multidisciplinaire onderzoeksgroep tot een krachtige SPRONG-groep die bijdraagt tot een versnelling van de transitie naar emissieloze, autonome mobiliteitssystemen voor collectief personenvervoer en goederenvervoer. Beoogd wordt bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen rondom energietransitie, het verlagen van CO2 en NOx emissies door mobiliteit en transport, alsook aan het verbeteren van het concurrerend vermogen van de Nederlandse economie in de betrokken sectoren door in impactvolle projecten de synergie tussen beroepspraktijk, onderzoek en onderwijs te versterken. Focus De inhoudelijke focus van de SPRONG-groep richt zich op het collectief personenvervoer en goederenvervoer, van voertuigtechniek tot logistieke systemen, met aandacht voor veranderende verdienmodellen. De methodologische focus ligt bij het inzetten van digitale technologie voor multidisciplinair onderzoek en co-creatie met overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Hiertoe wordt een gezamenlijk Virtual Mobility Lab gestart waar onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven samenwerken met behulp van digitale tools, zoals Digital Twins, Business-Proces-Modeling en Technology Impact-Tools. Hiermee is het mogelijk om de impact te bestuderen van (technologische) vernieuwing bij het product op mens en omgeving (en vice-versa) alsook de gevolgen voor de betrokken stakeholders.
Integriteitsvraagstukken blijven de mensgerichte beroepsgroepen bezighouden. Denk aan de medewerkers van een ziekenhuis die onbevoegd het patiëntendossier van een bekende Nederlander inkeken. Hoe kunnen teams van professionals werken aan integriteit? Instanties voor inbreuken op professionele integriteit hanteren vaak een regelethiek of gevolgenethiek. Opleidingen doceren voor ethiekonderwijs veelal deugdenethiek en zorgethiek. Hoe kunnen regionale werkveldpartners en hogeschool Viaa vragen werken aan een ‘en/en’-benadering van integriteitsvraagstukken in de beroepspraktijk? Het voorgestelde project ontwikkelt over twee sporen een domeinoverstijgend praktijkonderzoek naar het omgaan met integriteitsvraagstukken in de mensgerichte beroepen. Het eerste spoor is een empirische verkenning van integriteitsvraagstukken in beroepspraktijken van werkveldpartners in de regio, de eisen die deze stellen aan een bredere benadering, en de toerusting die dit vraagt. Werkveldpartners en studenten van de hogeschool werken mee aan deze kennisontwikkeling. Dit levert tools op voor teams van professionals in de beroepspraktijk, zoals competentieprofiel, teamrol ‘aandachtsvelder integriteit’ en een handreiking. Dit levert voor professionals in opleiding een hogeschoolbrede minor met o.a. videocolleges en praktijkopdrachten. Het tweede spoor is een theoretische verdieping om bijdragen aan een brede benadering van integriteitvraagstukken te kunnen wegen en integreren. Om een extern gezichtspunt op beroepsethische benaderingen te hebben wordt een beroep gedaan op de bronnen van sociale en professionele ethiek uit de traditie waaraan de hogeschool haar visie op mens, beroep en samenleving ontleent. In dialoog met andere beroepsethische stromingen draagt deze beschrijving bij aan een integrale benadering van integriteitsvraagstukken in de mensgerichte beroepen, terug te vinden in de praktijk- en onderwijsproducten. De beoogde postdoc is aan de hogeschool in vaste dienst als seniordocent en onderzoeker beroepsethiek en zal dat ook tijdens het project zijn. Hij heeft binnen het lectoraat Zingeving en zorg ervaring met praktijkonderzoek naar competenties, werkwijzen en teamrollen op het gebied van ethiek en zingeving.