Dit is de sociale kaart seksuele en relationele vorming voor jeugdprofessionals. Een overzicht met informatie over methodieken en tools om aandacht te besteden aan seksualiteit en relaties, expertpartners op het gebied van training, advies en workshops en organisaties waar je naar kan doorverwijzen. De wegwijzer is een product voortkomend uit het onderzoeksproject Het hoort erbij! een samenwerking van Hogeschool Inholland, kennisinstellingen en jongerenwerk- en straathoekwerkorganisaties met het doel meer aandacht te hebben voor seksuele vorming in het jongerenwerk en straathoekwerk.
DOCUMENT
Sommige ouders krijgen in hun leven te maken met een opeenstapeling van omstandigheden die hun welbevinden negatief beïnvloeden, zoals schulden, gezondheidsproblemen en werkloosheid. Het kan voor deze ouders lastig zijn om te focussen op opvoeden. Zij kunnen profiteren van groepsgerichte opvoedingsondersteuning: preventieve activiteiten bedoeld om opvoedingscompetenties te vergroten en zo opvoedingsomstandigheden te verbeteren. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar de factoren die door ouders, vrijwilligers en jeugdprofessionals als werkzaam worden ervaren in het versterken van ouders en het ontstaan van steunende netwerken, en de rol die jeugdprofessionals en vrijwilligers hierin spelen. Er werd een participatief, narratief onderzoeksdesign gehanteerd. Uit de analyse van de ervaringen van de betrokkenen komen drie inhoudelijke ervaren werkzame factoren naar voren: (1) uitwisselen en leren, (2) ontmoeten en steunen, en (3) ontspannen en opladen. Daarnaast komen er drie procesmatige ervaren werkzame factoren naar voren: (4) professionele vaardigheden van jeugdprofessionals en vrijwilligers, (5) structuur, en (6) groepsdynamiek. Deze zes ervaren werkzame factoren dragen er gezamenlijk aan bij dat ouders een steunend netwerk ontwikkelen en zich gesterkt voelen in hun ouderrol.
MULTIFILE
Dit document bevat informatie over de achtergrond, de onderbouwing en de inhoud van de leermodule. De leermodule is onder meer gebaseerd op het kennisdocument Bejegening jongeren 16-23 jaar door jeugdprofessionals. Uitgebreide instructies voor de uitvoering van de leermodule zijn te vinden in een apart handboek.
DOCUMENT
Deze handreiking gaat over het bieden van opvoedingsondersteuningom ouders te versterken. Het is een verzamelbegrip voor preventieve activiteitenen interventies die tot doel hebben de opvoedingscompetentiesvan (kwetsbare) ouders te vergroten en de opvoedingssituatie van de jeugdte verbeteren. Het gaat daarbij om het voorkomen vanproblemen zoals kindermishandeling, leerproblemen, emotioneleen gedragsproblemen en om het creëren van optimaleomstandigheden zodat kinderen gezond, veilig en kansrijkkunnen opgroeien. In deze handreiking staan praktische handvatten voor jeugdprofessionals die opvoedingsondersteuning (willen gaan)aanbieden of hun bestaande praktijk willen verbeteren.
DOCUMENT
De manier waarop hulpverleners met jongeren omgaan, is een kernelement van de kwaliteit en effectiviteit van professionele hulp. Die zogenoemde bejegening wordt door jongeren niet altijd als positief ervaren. Hoe kan dit anders en beter? Contact met deze leeftijdsgroep vraagt een specifieke manier van benaderen omdat jongeren niet meer als kinderen aangesproken willen worden, maar ook nog niet als volwassenen. In de overgang naar volwassenheid verlangen jongeren naar zelfstandigheid en zelf zaken regelen, maar hebben ze ook een vangnet nodig voor als het mis gaat. Voor het Kennisportaal van NEJA is in samenspraak met het Jeugdplatform en het MBO-Jeugdteam in Amsterdam de volgende vraag geformuleerd: Wat kunnen professionals in de begeleiding van oudere jeugd (16-23 jaar) doen om de kans op een goed contact en een werkzame werkrelatie te bevorderen? In dit rapport geven we antwoord op deze vraag en wat er nodig is om goede bejegening een structureel onderdeel te maken van de alledaagse werkpraktijk van professionals. Het onderzoek is gefinancierd vanuit KeTJA.
DOCUMENT
Het handboek is bedoeld voor de uitvoerder(s) van de leermodule Bejegening jongeren 16-23 jaar door jeugdprofessionals. Deze module heeft als doel de kwaliteit van het aangaan en onderhouden van contact te verbeteren en/of onderhouden met jongeren en jongvolwassenen die gebruik maken van professionele hulp en ondersteuning. De leermodule is ontworpen voor zelfstandig gebruik in professionele organisaties. Dit document bevat uitgebreide instructies en handvatten voor het uitvoeren van de leermodule.
DOCUMENT
Het welbevinden van de Nederlandse jeugd staat onder druk. Jeugdprofessionals die dagelijks werken aan vorming, begeleiding, preventie en behandeling van jonge mensen, zien zich daarin geconfronteerd met de nodige uitdagingen. Aangezien kennis en protocollen ontoereikend zijn in het komen tot adequaat handelen, is het van belang te exploreren wat ‘praktische wijsheid’ van individuele professionals hierin kan betekenen. Data uit acht open interviews, met inzet van de rich pictures methode, zijn geanalyseerd om te onderzoeken wat praktische wijsheid in het jeugddomein behelst. Dit toonde aan dat professionals komen tot het juiste handelen in knellende situaties door het eigen morele kompas als belangrijke richting gever te gebruiken. Het handelingsrepertoire is rijk en loopt uiteen van het volgen van intuïtie en wendbaarheid tot het gebruikmaken van kennis en zelfkennis. Het is van belang dat organisaties ruimte maken voor wat professionals al doen hieromtrent, maar ook dat (gezamenlijke) reflectie wordt gefaciliteerd. Elementen uit onze onderzoeksmethode lijken hierbij behulpzaam te kunnen zijn.
DOCUMENT
In het onderzoeksproject Kansrijk Poelenburg: Samenwerking tussen jeugdprofessionals en jonge rolmodellen in wijkgericht werken onderzochten onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving samen met professionals en jongeren in de wijk Poelenburg (Zaanstad) hoe actieve, getalenteerde jongeren met een voorbeeldfunctie (rolmodellen) de drempel tot het professionele jeugdwerk (jongerenwerk en Jeugdteam) voor jongeren uit de wijk kunnen verlagen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het concept ‘keten van vertrouwen’ om erachter te komen wat de zwakke schakels zijn in het bereiken van jongeren uit de wijk. Dit zijn enerzijds een gebrek aan vertrouwen in het professionele jeugdwerk onder jongeren, anderzijds zien we dat het (medewerkers van) verschillende organisaties aan vertrouwen in elkaar ontbreekt. Jongeren die het moeilijkst worden bereikt hebben het meeste vertrouwen in ‘tussenpersonen’. Dit zijn specifieke jonge mensen uit de wijk waarvan jongeren weten dat ze dezelfde problemen hebben gekend als zij, en daar op een positieve manier mee om hebben leren gaan en nu hun leven op orde hebben. Tussenpersonen hebben geen specifiek talent en/of genieten niet altijd bekendheid binnen of buiten de wijk, maar vormen een inspiratie op basis van hun levenservaring en positieve houding. Daarnaast is het belangrijk dat tussenpersonen geen professionele rol vervullen en niet op zoek gaan naar oplossingen. Een tussenpersoon is een vriend, die luistert, zonder oordeel. Een tussenpersoon kan een jongerenwerker zijn, maar jongerenwerkers missen strategieën om deze rol te pakken en/of om andere jongeren in de wijk te ondersteunen in het pakken van deze rol.
DOCUMENT
Hoofstuk 4 in Sociale innovatie in de praktijk Hoofdstukindeling: 4.1 Inleiding 4.2 Noties van sociale innovatie in zorg en welzijn 4.3 Transformatie in het sociale domein 4.4 Sociale innovatie beschouwd vanuit het perspectief van waarden 4.5 De waarde van een sociale professional 4.6 Epiloog
LINK
Het project Online tools voor de jeugdprofessional wil professionals voorzien van direct toepasbare tools op het gebied van online hulp- en dienstverlening, opdat zij goede toegang kunnen bieden tot faciliteiten op het gebied van zorg en welzijn. Onder jeugdprofessionals verstaan we alle beroepskrachten die in contact komen met jeugd en gezinnen: van kinderopvangmedewerkers tot huisartsen, van sportleraren tot muziekdocenten, van pedagogen tot sociaal verpleegkundigen. Studenten van Zuyd en Fontys Hogeschool Pedagogiek werken onder begeleiding van docenten aan dit project. Daarnaast waren enkele projectleden actief in het uitvoeren van bevragingen bij jeugdprofessionals. Fase 1 liep van september 2014-december 2014. In deze periode zijn plm. 150 online tools beschreven, 9 factsheets geplaatst en 90 jeugdprofessionals gesproken over de knelpunten en kansen in het werken met online tools. Dit levert stof voor het maken van o.a. nieuwe factsheets. Zie het rapport voor meer informatie en details. In Fase 2 (2015) ligt het accent op onderzoek naar diverse aspecten van het gebruik van online tools, waaruit meer factsheets voortkomen, en focus groep gesprekken om de voorwaarden voor acceptatie van het werken met online tools te verhelderen.
DOCUMENT