Eindrapportage van een onderzoek naar de effecten van Stichting Music Matters, in 2007 opgestart om de actieve muziekbeoefening van de Rotterdamse jeugd te stimuleren. Aspecten die in dit onderzoek aan de orde kwamen waren: bereik en typering doelgroep, sociale effecten, muziekeducatieve effecten en de leereffecten.
Het project Online tools voor de jeugdprofessional wil professionals voorzien van direct toepasbare tools op het gebied van online hulp- en dienstverlening, opdat zij goede toegang kunnen bieden tot faciliteiten op het gebied van zorg en welzijn. Onder jeugdprofessionals verstaan we alle beroepskrachten die in contact komen met jeugd en gezinnen: van kinderopvangmedewerkers tot huisartsen, van sportleraren tot muziekdocenten, van pedagogen tot sociaal verpleegkundigen. Studenten van Zuyd en Fontys Hogeschool Pedagogiek werken onder begeleiding van docenten aan dit project. Daarnaast waren enkele projectleden actief in het uitvoeren van bevragingen bij jeugdprofessionals. Fase 1 liep van september 2014-december 2014. In deze periode zijn plm. 150 online tools beschreven, 9 factsheets geplaatst en 90 jeugdprofessionals gesproken over de knelpunten en kansen in het werken met online tools. Dit levert stof voor het maken van o.a. nieuwe factsheets. Zie het rapport voor meer informatie en details. In Fase 2 (2015) ligt het accent op onderzoek naar diverse aspecten van het gebruik van online tools, waaruit meer factsheets voortkomen, en focus groep gesprekken om de voorwaarden voor acceptatie van het werken met online tools te verhelderen.
Aanleiding Het is belangrijk om de opvoedingskracht van ouders en de sociale steun rond gezinnen te versterken. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben hierin een belangrijke taak: preventie en het bieden van laagdrempelige opvoedingshulp bij lichte opgroei- en opvoedvragen, en waar nodig doorverwijzen naar zwaardere vormen van hulp. Dit noemen we preventief en omgevingsgericht werken. In de CJG’s zijn het vooral de frontliniewerkers - de pedagogisch consulenten, de maatschappelijk werkers en de sociaal verpleegkundigen – die invulling moeten geven aan het preventief en omgevingsgericht werken. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan gereedschap om:• Sociale pedagogische netwerken in buurten en wijken te versterken.• Opvoedingsvragen van ouders te verhelderen en daarop in te spelen.• Tijdig te kunnen signaleren wanneer zij de hulp van specialisten moeten inroepen. Doelstelling De hoofdvraag van dit project luidt dan ook: Op welke wijze kunnen frontliniewerkers invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zij de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig? Het hart van dit project is de kenniswerkplaats die bestaat uit frontliniewerkers, docent/onderzoekers en studenten, die vanuit hun eigen inbreng en deskundigheid samenwerken. Via de kenniswerkplaats wordt geleerd door te doen. Ook wordt nadrukkelijk gezocht naar de intuïtieve kennis en behoeften van collega-professionals door mee te lopen met frontliniewerkers en hen te interviewen. De kenniswerkplaats vraagt feedback van inhoudsdeskundigen. Zij toetst haar resultaten aan de mening van de schakelgroep, waar het middenmanagement deel van uitmaakt. Dit gebeurt met het oog op de implementatie van de producten op de werkvloer. Beoogde resultaten Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, studenten en docenten. Zij zullen instrumenten voor het werkveld ontwikkelen, zoals een gereedschapskist met praktische instrumenten. De oplossingen dragen bij aan een positief opvoedingsklimaat in buurten en gezinnen en op termijn tot een vermindering van verwijzing naar (en dus kosten van) de tweedelijnszorg. Voor het onderwijsveld levert dit project inzicht in de benodigde competenties voor preventief en omgevingsgericht werken voor de opleidingen sociale studies en verpleegkunde. Tot slot levert dit project kennis op voor het onderzoeksveld, zoals een methodiek om ‘tacit knowledge’ (impliciete kennis) bij professionals op te halen.
Vechtsport, met name kickboksen en mixed martial arts, is steeds populairder onder jongeren. Ook zogenaamde risicojongeren vinden steeds vaker de weg naar de vechtsportschool, zowel in reguliere sportscholen als in sociaalpedagogische kickboksprojecten aangeboden door sportbuurtwerk of jeugdwelzijnswerk. Voor veel jongeren die struggelen met zichzelf en hun plek in de samenleving, zijn vechtsportscholen een alternatieve zoektocht naar respect en succes. Vechtsportcoaches worden steeds vaker geconfronteerd met dit type ‘vechtende jongeren’. Zij geven in pilotstudies en focusgroepen aan dat het hen aan kennis en vaardigheden ontbreekt om deze jongeren adequaat te coachen bij hun specifieke (sport-overstijgende) problematiek. In de beroepspraktijk én in de hbo-opleidingen Social Work en Sportpedagogiek is sprake van een hiaat, waardoor (aankomende) jeugdprofessionals die met vechtende jongeren werken onvoldoende pedagogisch onderlegd zijn. Naast deze professionaliseringsvraag weten praktijkprofessionals onvoldoende in hoeverre vechtsport deze jongeren helpt bij een veerkrachtige identiteitsontwikkeling, of het hen beschermt tegen antisociale verleidingen en of het maatschappelijke participatie bevordert. De praktijkvraag is: “Op welke wijze en in welke mate worden ‘vechtende jongeren’ door full contact vechtsportbeoefening meer bewust van hun persoonlijke (talent)ontwikkeling, opdat ze meer veerkracht ontwikkelen die hen beschermt tegen antisociale verleidingen en hun maatschappelijke participatie versterkt?” Doel is de pedagogische bekwaamheid van (aankomende) jeugdprofessionals te versterken die in een vechtsportcontext vanuit sociaalpedagogisch perspectief met kwetsbare jongeren werken. In dit project werken drie hogescholen, een universiteit en vier werkveldpartners samen in drie deelstudies. Door een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek (deelstudie 1 en 2) worden in vier learning labs de werkzame factoren en processen van vechtsport in kaart gebracht. Deze worden vertaald naar een scholingsaanbod voor vechtsportpraktijken die vanuit sociaalpedagogisch perspectief met vechtende jongeren werken (deelstudie 3). Dit aanbod zal tevens de curricula van de hbo-opleidingen Social Work en Sportpedagogiek verrijken. De nieuwe inzichten worden daarnaast toegankelijk gemaakt door drie vakpublicaties en een slotcongres.