Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de economische impact van sportevenementen. Onderzoekers ontwikkelden gezamenlijke methodieken en voerden vergelijkende studies uit via de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Een sportevenement is echter meer dan een economisch beleidsinstrument. Evenementen kunnen bijdragen aan sociale aspecten als cohesie, netwerkvorming, inclusie/exclusie, identiteit, participatie, etc. Over de sociale impact van sportevenementen is echter nog weinig consensus, wat maakt dat deze vaak onderbelicht blijft.In deel 1 van dit symposium staat het evalueren van sociale impact centraal. Recent werd een position paper opgesteld in opdracht van VWS waarin de huidige (inter)nationale literatuur over de sociale impact van evenementen gebundeld werd. Deze paper en twee voorbeeld impactstudies worden gepresenteerd tijdens dit symposium. Hierbij staat zowel het gebruikte evaluatie-instrument als de uitkomst centraal. Vervolgens wordt er door de deelnemers aan het symposium gediscussieerd over de beschikbare instrumenten die zowel wetenschappelijke als praktische relevantie moeten hebben. In deel 2 van dit symposium staat het benutten van (wieler)sportevenementen met het oog op sociale effecten centraal. Er wordt gekeken hoe de verschillende stakeholders (organisatie, overheid, partners) gezamenlijk het evenement kunnen benutten om duurzame sociale effecten te weeg te brengen. Hierbij zal onder meer gekeken worden naar het proces van totstandkoming van het evenement (Giro Gelderland), het organisatieproces en duurzame doorwerking (Le Tour Utrecht) en conceptontwikkeling (WK Wielrennen 2020). Vervolgens zal er een paneldiscussie plaatsvinden waarin de verschillende doelgroepen vertegenwoordigd zijn.
DOCUMENT
De gezondheidswaarde van sport is de afgelopen jaren een prominentere rol gaan spelen in het huidige lokale sport- en beweegbeleid. Met name het bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl speelt een relevante rol. Vanwege het groeiend aantal senioren met één of meer chronische aandoeningen in de gemeente Sittard-Geleen, is de beweeginterventie Physical Activity Centre (PAC) opgezet. Senioren met chronische klachten worden binnen PAC persoonlijk en op maat begeleid door studenten van Fontys Sporthogeschool. Hierbij zijn de kwaliteit van deze beweeginterventie en de begeleiding door bewegingsdeskundigen noodzakelijke voorwaarden. Echter dient men bij beweeginterventies ook rekening te houden met zowel de deelnemer (persoon) als de sociale steun en de setting. Daarom wordt er, binnen de methodiek PAC, een sociaal-ecologisch model gehanteerd dat de interactie van deze drie componenten weergeeft. Om deze reden is er binnen dit onderzoek gekozen voor een bundeling van studies op het vlak van persoon (fysieke vooruitgang en motivatie) en sociale steun (gedragsdeterminanten) gekoppeld aan de setting (methodiek PAC). Deze bundeling heeft als doel om inzicht te verwerven in duurzaam en verantwoord bewegen. Studie 1 toonde aan dat PAC naast een positieve invloed op de lichaamssamenstelling, ook een positief effect heeft op zowel spierkracht als cardiovasculair uithoudingvermogen van de deelnemers. Daarnaast bleek uit studie 2 dat deelname resulteert in een verschuiving naar intrinsieke motivatie. Vervolgens gaven deelnemers van studie 3 aan dat de gedragsdeterminanten: (1) positieve cognitieve attitude, (2) sociale steun van een persoonlijke begeleider alsmede (3) modelling en sociale steun van gelijken leidden tot een hoge mate van intrinsieke motivatie om aan PAC te blijven deelnemen. Uiteindelijk blijkt dat de drie componenenten van de keten, namelijk persoon, sociale steun en setting, bijdragen aan het positieve effect op de gezondheid van de deelnemers en aan duurzaam verantwoord bewegen. In de toekomst wordt aangeraden om de interactie tussen deze componenten nog nader te onderzoeken.
LINK
Presentatie van onderzoeksproject: ritalingebruik onder studenten van de Academie Sociale Studies (Hanzehogeschool).
MULTIFILE
Via dit onderzoek is inzicht verkregen in de beeldvorming van studiesucces, binding en diversiteit bij de meest betrokken actoren, namelijk de studenten, de docenten en de professionals in het werkveld. Zo blijkt dat er nog altijd veel beelden over en van elkaar bestaan. Deze beelden zijn al dan niet gekleurd en bewust dan wel onbewust ontwikkeld. Veel actoren realiseren zich dat ze heel bewust en op een positieve wijze met diversiteit (willen) omgaan, maar dat de praktijk van alledag toch weerbarstig is. De aanbevelingen die in dit adviesrapport gedaan worden, leveren een bijdrage aan het vergroten van kansen van studenten doordat concrete interventies worden voorgesteld die zowel de studenten, docenten als het werkveld raken.
DOCUMENT
In opdracht van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer gemaakte sociale analyse van de wijk Lakerlopen in Eindhoven in het kader van de integrale wijkvernieuwing. Lakerlopen is statistisch gezien een van de 'slechtse'wijken van Eindhoven. Dit onderzoek heeft als insteek de sociale relaties tussen bewoners onderzocht. In de wijk worden bijna 30 leefgebieden onderscheiden. Leefgebieden zijn die pleintjes, straten, flats e.d. wat bewoners tot hun directe woonomgeving rekenen, en waarbij zij zich erg betrokken voelen. Dit onderzoek toont aan dat het niveau van de sociale relaties in de leefgebieden voornamelijk op of boven de gestelde norm zit. Voor vele betrokkenen, van actieve bewoner tot stedebouwkundige, was dit een verrassende uitkomst; het zorgde voor nieuw elan in de wijkvernieuwing, en een andere kijk op aandachtswijken in Eindhoven.
DOCUMENT
Debates about social theory and social policy are highly fragmented and unclear in subject and direction. A recognised paradigm is failing. Maybe we have to accept that social reality is not to reconstruct in social theory. But we certainly need social theorists and social theories to support citizens, policy makers and social workers in improving social reality. Social reality in post modern societies is to be characterized by problematic relationships among citizens and between citizens and the public sector and by a sharp rise in problematic behaviour. The affluent society has failed to create a more sensitive world where people behave more socially. The dominant social problem is no longer seen from a social economic perspective but from a social cultural one. Social competences and social capital are considerer to be essential assets to cope with life in post modern society. For people weak ties and thin trust are essential to integrate into society. Thick trust and strong ties can bind people to much and cause inflexibility. The current social problem is a matter of designing a social world where relationships and behaviour are fair and reasonable. It asks for an interesting and creative social policy and social work, not too much stressing the problematic issues but encouraging people to trust each other. Current social policy is too much focused on the needs and problems. It has to change into a more expressive social policy, a policy that people challenges to express them and to create new relationships. Social behaviour asks for flexibility and creativity, for being authentic and playing roles. Scientists, policymakers, social workers and citizens are in the same field and have access to the same knowledge.
DOCUMENT
Om te zien hoe sociale samenhang vandaag vorm krijgt, hebben we twee case studies van activiteiten die bewoners van Meerzicht gezamenlijk ondernemen beschreven. Het gaat dan specifiek om regelmatig terugkerende activiteiten met een gemeenschappelijk doel, die mensen samenbrengen. Dat is van belang omdat juist de herhaling en doelgerichtheid sociale connecties mogelijk maakt. Deze connecties zijn van belang vanwege hulpbronnen zoals: informatie; diensten; materiële goederen en vertrouwen. In het geval van het vissen zien we een afname van sociale verbanden via het verenigingsleven. De in Meerzicht gevestigde hengelsportvereniging Het Pontje heeft duidelijk last van een vergrijzend kader. Maar we zien tegelijkertijd een gemeenschap van vissers in het Westerpark. Vissers die komen alleen of in kleine groepjes, waarbij men de andere vissers groet of een praatje maakt. Recent landelijk onderzoek onder sportvissers (Mulier instituut, 2017) sluit hier goed op aan. Het gaat veel vissers om natuurbeleving en om het tot rust komen. Daarnaast noemen, met name jongeren (16-20 jaar), gezelligheid en sociale contacten als belangrijk motief. Contact met andere vissers is vooral gericht op uitwisselen van kennis omtrent vistechnieken en op het leren kennen van andere mensen. Ook bij het moestuinieren valt op dat dit een plek/activiteit is die je alleen doet (rust geeft) en toch ook samendoet. De SCPstudie Tussen groen en grijs (2016) gaat ook in op de sociale kanten van tuinieren. Onderzoek laat zien dat op volkstuinen met een heterogene groep tuinders bridging mogelijk is. ‘De kracht van het kleine ontmoeten’ wordt het genoemd. Volkstuinen hebben als bijzonder kenmerk dat het contact veel non-verbaal verloopt: de onderlinge relaties worden in eerste instantie door ‘zichtbaarheid’ en ‘nabijheid’ gevormd. Mensen worden hier dus minder snel uitgesloten op basis van taal, beroep of woonplek. Het is bijzonder om te zien dat hier zowel bewoners uit Meerzicht- West, als uit Meerzicht-Oost actief zijn. Alle aspecten van sociale samenhang zijn we in Meerzicht tegen gekomen: ● ‘contact en ontmoeting’: Denk aan contact tussen buren, of ontmoetingen in de openbare ruimte. ● ‘sociaal netwerk en dingen samendoen’: We hebben voorbeelden gehoord van moeders die samen met de kinderen naar de Stadsboerderij gaan; mensen die samen wandelen, koffiedrinken of vissen natuurlijk. ● ‘wederzijdse hulprelaties’: Buren helpen en/of ondersteunen elkaar. ● ‘gezamenlijke activiteiten’: Er zijn diverse plekken waar men in georganiseerd verband vrijwilligerswerk kan doen, zoals sportclubs, de moestuinvereniging en de voedselbank. Er is een groot aantal bewonerscommissies actief. Debuurtvereniging in de Waterbuurt is een initiatief dat door buurtbewoners gedragen wordt. Hier spelen ‘best persons’ een belangrijke rol. De hier beschreven casussen geven het belang van aan van activiteiten die bewoners in lossere verbanden min of meer gezamenlijk ondernemen. Ook de plekken waar vrijwilligers werken hebben eenzelfde functie als knooppunt van sociale connecties.
DOCUMENT
Dit beknopte onderzoeksverslag presenteert de belangrijkste resultaten van het tweejarig onderzoeksproject naar de kansen en uitdagingen voor het opschalen van sociale ondernemingen gericht op arbeidsparticipatie van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In de afgelopen jaren is het aantal sociale ondernemingen wereldwijd sterk gegroeid. Sociale ondernemingen zoeken naar nieuwe economisch duurzame manieren om structurele maatschappelijke problemen aan te pakken die vaak buiten de directe aandacht en doelstellingen van de publieke en private sector vallen. Sociale ondernemingen zijn in de eerste plaats missiegedreven, waarbij winst geen doel op zich is maar een middel om sociale impact te creëren met betrekking tot een specifiek maatschappelijk probleem. De aanleiding voor dit onderzoek vormde het feit dat veel sociale ondernemingen, ondanks hun groeiambities, er nog onvoldoende in slagen om wat betreft hun maatschappelijke impact het lokale niveau te overstijgen. Het effectief realiseren van meervoudige waarde —sociaal en economisch— is niet eenvoudig. Zo hebben sociale ondernemingen over het algemeen te maken met een grotere verscheidenheid aan belanghebbenden, waardoor de activiteiten niet altijd even consistent zijn en doelstellingen soms zelfs met elkaar in strijd lijken.
DOCUMENT