Doel van dit onderzoek is het in beeld brengen van veranderingen als gevolg van de transitie van de AWBZ-functie extramurale begeleiding naar de Wmo. Het gaat hier om veranderingen in de ondersteuning van mensen die voor de transitie waren geïndiceerd voor extramurale begeleiding. Hoe wordt deze functie na de transitie door gemeenten opgepakt en hoe vertaalt zich dit in de concrete ondersteuning, participatie en zelfredzaamheid van deze zorggebruikers?
DOCUMENT
De energietransitie is sinds decennia een van de grootste veranderingen waar de Nederlandse samenleving mee te maken krijgt. Deze verandering gaat alle huishoudens en organisaties in Nederland aan en dient daarom ook, zoveel mogelijk, in samenspraak met hen te gebeuren. Elke transitie is namelijk mensgericht en daarom is het ook een sociale transitie. Als transities op een goede manier verlopen kan het ook kansen bieden op andere domeinen, zoals werkgelegenheid, sociale cohesie en gezondheid. Het is daarom een uitgelezen mogelijkheid om de energietransitie met elkaar aan te grijpen om én de overstap naar een fossielvrije samenleving te maken én de samenleving als geheel een stap vooruit te brengen. Het doel van dit onderzoek was om te verkennen hoe eigenaarschap van de bewoners van Smitsveen in Soest over de energietransitie kon worden bevorderd.
DOCUMENT
Van AWBZ naar Wmo, de jeugdzorg van provincie naar gemeente; beschutte arbeid verdwijnt in een onbestemd gat tussen publieke middelen en markt. In deze turbulentie schept 'De sociale kwestie hervat' opnieuw orde. Aan bod komen de consequenties van de belangrijkste wetgevende kaders (waaronder Wmo, AWBZ, Zvw), regelgeving op het gebied van stedelijke vernieuwing, veiligheid en onderwijs voor sociaal werk. De praktische opdrachten voor de verschillende beroepsgroepen (met de nadruk op cmv, mwd en sph) worden op een rij gezet aan de hand van kritische praktijksituaties. De praktijk wordt in deze publicatie langsgelopen aan de hand van een inzichtelijke schets van domeinen als ggz, schuldhulpverlening, onderwijs, veiligheid.
LINK
De ingezette brede welvaart als maatschappelijke opgave vraagt om een inclusieve arbeidsmarkt en dwingt arbeidsmarktactoren daarvan werk te maken. Een inclusieve arbeidsmarkt is nodig vanwege de alsmaar veranderende arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, adaptiviteit en wendbaarheid van iedereen die wil en kan werken. Toch laat onderzoek naar de implementatie van de Wet banenafspraak bij de overheid zien dat doelen niet worden gehaald, stelt het SCP vast dat de huidige Participatiewet onvoldoende aansluit bij wat bijstandsgerechtigden nodig hebben en laat UWV-onderzoek zien dat er nog te veel mensen aan de zijlijn staan. Om doelgroepen met een ondersteuningsbehoefte volwaardig te kunnen includeren op de arbeidsmarkt, is betere samenwerking nodig tussen (professionals van) arbeidsmarktactoren van gemeenten, UWV, arbeidsorganisaties/werkgevers, sociale partners, kennisinstellingen en ervaringsdeskundigen. Het SPRONG-programma All4Talent richt zich op arbeidsmarktprofessionals, arbeidsorganisaties en samenwerkingsverbanden die er alles aan willen doen om een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren, in bijzonder voor doelgroepen met een - al dan niet specifieke - ondersteuningsbehoefte. Het consortium heeft de ambitie om een ‘All4Talent-toolbox’ te ontwikkelen, die bestaat uit nieuwe kennis, best practices, producten en diensten alsook andere vormen van samenwerking. Met die toolbox zijn zowel publiek als private arbeidsmarktprofessionals (changemakers) beter in staat om barrières weg te nemen die arbeidsinclusie in de weg staan. All4Talent wordt uitgevoerd door de SPRONG-groep Hogeschool Arnhem Nijmegen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim die al langjarig en stevig met elkaar zijn verbonden én consortiumpartners uit verschillende Arbeidsmarktregio’s die dezelfde ambities en doelen nastreven. All4Talent gaat in deze Arbeidsmarktregio’s fungeren als regisseur van alle inclusievraagstukken op de vier belangrijke transitiedomeinen van de arbeidsmarkt, namelijk: school-werk, arbeidsbeperkt-werk, werkloos-werk, niet-werkend naar werk en school-werk. De onderzoeksinfrastructuur wordt gevormd door leergemeenschappen: onbenut arbeidspotentieel, inclusieve organisaties, inclusieve arbeidsmarkt, wendbare professionals en inclusieve technologieën waarlangs nieuwe kennis in projecten wordt ontwikkeld. All4Talent-sluit aan bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen.
Een vraagarticulatieproces met projectmanagers en -leiders uit private en Triple-Helix organisaties laat zien dat zij behoefte hebben aan tools voor: 1. Het bepalen van de juiste incentives om stakeholders actief te betrekken in multi-sector collaboratieve innovatieprojecten (verder verwezen als innovatieprojecten), en 2. Het concreet, transparant en op één lijn te krijgen van de belangen van de partners. Vandaar dat dit project betreft het doorontwikkelen van het Degrees of Engagement diagram (DoE-diagram), een tool voor het managen van stakeholder engagement in innovatieprojecten voor het behalen van de maatschappelijke opgaven. Hiermee sluit het project aan bij de programmalijn ‘rollen, belangen en coördinatie’ van de Kennis en Innovatieagenda van de missie Maatschappelijke Verdienvermogen- thema’s Klimaat & Energie en Circulaire economie. Het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam (HvA), KplusV en Amsterdam Smart City (ASC). De HvA ontwikkelde het DoE-diagram. Voor het identificeren van stakeholders bevat het DoE-diagram attributen op project- en organisatieniveau. In dit project wordt het DoE doorontwikkeld door onderzoek te doen naar: 1. De attributen op individuniveau en potentiele nieuwe attributen op project- en organisatieniveau, 2. De mate waarin deze attributen invloed hebben op het bepalen van de passende incentives, de concretisering van de partnerbelangen en al dan niet succesvolle verloop van innovatieprojecten, 3. Een verkenning van een digitale versie van het DoE voor het managen van in- en uitstappen van partners. Hiermee beoogt het project twee doelen: 1. Inzicht verkrijgen in stakeholderconfiguraties voor het ondersteunen van beslissingen met betrekking tot stakeholder-engagement, 2. Bouwen van een consortium van partijen die vervolg aan het project gaan geven door longitudinaal onderzoek te doen naar de inzet van de uitbreiding van het DoE-diagram en het maken van een werkend prototype en testen van de digitale versie ervan.
Sociale media zorgen voor een grillig verloop van het publieke debat. Dat komt doordat iedereen via deze media zijn zegje kan doen en velen van die mogelijkheid ook inderdaad gebruik maken. Vaak is dat spontaan en ongefilterd. De gevolgen daar¬van kunnen voor iedereen en zeker voor politiek, publieke organisatie en bedrijfsleven heftig zijn. Vandaar de onder communicatieprofessionals steeds terugkerende vraag: wat doen we met al die beroering die via sociale media tot ons komt? Tegenspreken? Negeren? Meedoen? Om aan die vraag tegemoet te komen hebben we in twee voorlopende Raak Publiek projecten de BEP ontwikkeld. BEP staat voor Bird’s Eye Perspective. BEP biedt communicatieprofessionals een vogelper-spectief in online conversaties. Het perspectief helpt die conversaties en eventueel daaropvolgende inter-acties op waarde te schatten. Communicatieprofes¬sionals gebruiken inzichten uit BEP om bewuster te zijn van de gevoeligheden en weerstanden in gesprekken die gaande zijn en aan te sluiten op wat leeft in het publieke debat. Dit stelt hen in staat om in gesprek te blijven én de stap te kunnen maken naar een anticiperende communicatiestrategie., De KIEM subsidie zullen wij gebruiken om een RAAK PUBLIEK-aanvraag te schrijven, waarin de basis wordt gelegd voor een discursief psycho¬logisch onderzoek naar een beeld-BEP die helpt patronen in beeldgebruik te ontdekken, te zien uit welke elementen de verschillende beelden bestaan, en ingrediënten biedt voor een reactie in beeld. Daarbij kijken we met nadruk naar het beeld aspect van online uitingen in een gesprekscontext en de patronen die zich daarin voordoen, de dynamiek en het verloop van interacties. In samenspraak met consortiumpartners zullen wij de KIEM subsidie gebruiken om: > de aanvraag inhoudelijk vorm te geven > geschikte casussen te selecteren die als onderzoeksmateriaal zullen dienen > werkpakketten samen te stellen en een activiteitenplan te maken > meer instellingen en praktijkorganisaties betrekken en uitnodigen voor deelname
Centre of Expertise, part of Fontys
Centre of Expertise, part of Avans Hogeschool
Centre of Expertise, part of De Haagse Hogeschool