DOCUMENT
Kort geleden vond een tussentijdse evaluatie plaats van de nieuwe wet Werk & Zekerheid. Werkgevers klagen dat de transitievergoedingen te hoog zijn en dat er door de wet eerder minder dan meer vaste banen worden gecreëerd. Op basis van wetenschappelijk onderzoek o.a. van prof. Pfeffer wordt echter aangetoond, dat meer vaste banen en hogere salarissen juist betere financiële resultaten oplevert voor het bedrijf.
LINK
Sociale kwaliteit gaat over de mate waarin mensen mee kunnen doen in de samenleving, op een manier die bij hen past en die hen goed doet. Sociale kwaliteit maakt dat mensen hun mogelijkheden kunnen benutten, zichzelf kunnen ontplooien en op die manier zelf ook weer kunnen bijdragen aan hun omgeving, zoals het eigen sociaal netwerk, de buurt, het dorp en de samenleving. De centrale vraag van het lectoraat is: hoe kunnen we samen leren, onderzoeken en werken aan sociale kwaliteit? In deze video wordt uitleg gegeven over de sociale kwaliteit benadering en worden vier belangrijke voorwaarden uitgelegd: Allereerst heeft sociale kwaliteit te maken met sociaal economische zekerheid: ben je verzekerd van huisvesting, zinvolle dagactiviteiten en voldoende inkomen? De tweede voorwaarde is sociale inclusie: kun je meedoen in de samenleving? De derde is sociale cohesie: ben je verbonden met de mensen om je heen en uit je omgeving? De laatste voorwaarde is sociale empowerment: krijg je de ruimte om je te ontwikkelen en je talenten te benutten?
LINK
Met de transities in het sociaal domein en de daarmee veranderende rol van de sociaal werker wordt een mensenrechtenbenadering relevanter, omdat deze de neveneffecten van het nieuwe beleid voor cliënten zou kunnen ondervangen. Het sociaal werk wordt steeds vaker geprofileerd als ‘mensenrechtenberoep’ omdat deze professionals een brugfunctie vervullen tussen de leefwereld van burgers en het lokale beleid. Doordat sociaal werkers in wijkteams bepalend zijn geworden voor de toegang tot sociale zorg en ondersteuning, zouden zij een rol kunnen spelen in de manier waarop bepaalde sociaal-economische mensenrechten worden gerealiseerd. Toegang tot sociale zorg en ondersteuning kan worden gezien als onderdeel van het recht op gezondheid, het recht op een behoorlijke levensstandaard, en het recht op sociale zekerheid. Wanneer als gevolg van regelgeving en beleid belemmeringen ontstaan in toegang tot zorg, brengt dit risico’s met zich mee voor de realisatie van deze mensenrechten op lokaal niveau. Dit praktijkonderzoek schept een beeld van de invloed van sociale professionals op dit proces. Aan de hand van interviews met sociaal werkers en teamleiders in wijkteams is in kaart gebracht welke belemmeringen in toegang tot zorg en ondersteuning worden geconstateerd in de praktijk. Vervolgens is gekeken naar hoe sociaal werkers en teamleiders met deze belemmeringen omgaan.
DOCUMENT
In de turbulentie waarin onze samenleving zich bevindt, staan zekerheden op vele terreinen ter discussie: het gaat om arbeid, zorg, wonen, mobiliteit, et cetera. Die terreinen zijn zodanig met elkaar verweven, dat het inmiddels niet meer volstaat om oplossingen op de oude, vertrouwde wijze te bedenken en uit te voeren. Ondertussen ontstaan er kansen voor vernieuwende projecten en zien we die vernieuwing ontstaan, zoals de inkoopcoöperaties voor energie maar ook buurtzorg laten zien.
DOCUMENT
Hoe is het sociaal werk georganiseerd in Noorwegen? Enerzijds heeft dit Scandinavische land een uitgebreid stelsel voor sociale zekerheid en is er weinig bureaucratie in vergelijking tot Nederland. Daarbij zien we dat veel sociaal werkers werkzaam zijn voor de overheid en daardoor andere verantwoordelijkheden hebben.
LINK
Hoe kunnen sociale en reguliere ondernemingen elkaar versterken om meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt? Twee lectoraten deden onderzoek en ontwikkelden een aanpak.
LINK
Van oudsher is sociale activering een instrument om mensen die in een sociaal isolement leven of dreigen te raken meer bij de maatschappij te betrekken, zoals buurgerichte sociale activering of arbeid- en dagbestedingscentra van de ggz. De laatste twintig jaar wordt sociale activering ook ingezet om de maatschappelijke participatie van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten. Sindsdien bevindt sociale activering zich op het snijvlak van 'werk en inkomen’ en welzijnswerk. Na invoering van de Wet werk en bijstand hebben gemeenten een enorme beleidsruimte gekregen. Elke gemeente kon daarbij zijn eigen bandbreedte bepalen: sociale activering alleen als instrument voor toeleiding naar de arbeidsmarkt en/of sociale activering gericht op het bestrijden van sociale uitsluiting en het bevorderen van sociale cohesie. Hierdoor bestaan er vele varianten van sociale activering. De bandbreedte bemoeilijkt de discussie wie moet betalen: welzijn of sociale dienst. Wordt sociale activering breed opgevat dan is integraal beleid op zijn plaats. Andere vraagstukken waar gemeenten zich voor geplaatst zien zijn: kiezen voor de kwetsbare werkzoekende of de kansrijken. Moet sociale activering verplicht worden gesteld of is deelname vrijwillig? Elke gemeente zal voor zichzelf de keuze moeten maken. Daarbij is het van belang een sociaal activeringsbeleid te voeren dat de krachten van de burger en van diens sociale omgeving moeten vrij maakt. De beperkte middelen maken het niet meer mogelijk om vóór iemand iets te doen, maar dwingen af dat er samen iets gedaan moet worden.
DOCUMENT
Deze notitie beoogt een bijdrage te leveren aan de discussie over sociale integratie in Limburg in het algemeen en aan de emancipatie en integratie van enkele (doel)groepen in de provincie Limburg, te weten: jongeren, allochtonen en homoseksuelen in het bijzonder.
DOCUMENT