Een stripboek helemaal gewijd aan de veldboon! Waarom? In het project Bean me up! is drie jaar onderzoek gedaan naar de vraag: kan de Nederlandse veldboon als eiwitbron de soja uit verre landen vervangen? Is de Nederlandse veldboon geschikt om te verwerken in voedingsmiddelen? De resultaten zijn veelbelovend! Wist je bijvoorbeeld dat studenten nieuwe producten ontwikkelen van veldbonen? Wat dacht je van borrelbonen en kaasvervangers? Maar er is nog veel meer te vertellen over de veldboon. En dat allemaal verpakt in strips, afgewisseld door enkele infographics en interviews. Zie de veldboon schitteren als held die de aarde redt, vind de veldboon die groen ziet bij de dokter, geniet van de veldboon die op zoek gaat naar zijn ideale vrouw voor zijn nageslacht. Ervaar zelf waarom de oer-Hollandse veldboon dit stripboek verdient!
MULTIFILE
Kiemkracht de innovatie-alliantie van Productschap Akkerbouw en Innovatienetwerk van het Ministerie van Economische Zaken (Landbouw) heeft samen met ondernemers Jaap Korteweg en Niko Koffeman de Vegetarische Slager opgericht met behulp van de conceptuation methode. De Vegetarische Slager is een transitie proces voor het stimuleren van consumptie van plantaardige eiwitten waaronder lupine. Europees geteelde lupine is een duurzaam alternatief voor vlees maar ook voor EU geïmporteerde soja.
DOCUMENT
Duurzaamheidsbalans: verschillende onderzoeksrapporten laten zien dat Europese grondstoffen voor eiwit in veevoer milieuvriendelijker zijn dan soja uit Zuid-Amerika. Het is daarom vanuit milieu-oogpunt wenselijk om meer regionaal geteeld eiwitrijk veevoer te gebruiken in Nederland.Ketenaanpak: De Raad meent dat voor het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten een ketenaanpak essentieel is. Niet slechts één partij heeft de oplossing. Momenteel ontbreekt verbinding en kennis in de keten. Voor deze verbinding is het nodig dat alle betrokken partijen met elkaar open het gesprek aangaan en elkaar betrekken bij het oplossen van ieders knelpunten.Voornaamste knelpunten 1. HANDEL: Door afspraken zoals Blair House agreement en GATT is eiwit van buiten de EU goedkoop en is een achterstand opgelopen in kennis over en ervaring met Europese eiwitteelt. 2. TEELT: De teelt van eiwitgewassen is relatief onbekend bij Nederlandse boeren, rassen zijn verouderd of onvoldoende beschikbaar en het saldo is in veel gevallen nog te laag, waarbij positieve effecten onbekend of ondergewaardeerd zijn.3. VERWERKING en 4. SCHAAL: Regionaal eiwitrijk veevoer is onvoldoende beschikbaar, vooral omdat verwerkingsmogelijkheden nog beperkt zijn en de kleinere schaal extra kosten met zich mee brengt. Dit maakt tevens investeringen onaantrekkelijk.5. MARKT: Regionaal geteeld eiwit leidt als gevolg van een hogere kostprijs tot duurder veevoer. Het halen van een meerprijs bij de consument voor producten geproduceerd met regionaal veevoer lukt (nog) niet, mede omdat er onvoldoende bewustzijn is over de problematiek. Maatschappelijke organisaties, retail en de overheid spelen hierin een rol.
DOCUMENT
Het verhogen van het eigen vermogen van banken gaat niet zonder kosten en een lange overgangsperiode.
LINK
In: Frank Gadinger, Martina Kopf, Ayşem Mert, and Christopher Smith (eds.). Political Storytelling: From Fact to Fiction (Global Dialogues 12) This essay presents a summary of important perspectives concerning the distinction between what counts as truth or fiction. As a source of inspiration, it starts with two examples found in literature – the first a classical Spanish novel and the second a collection of stories written by the leader of a social movement in Mexico. These two examples of the conflictive relations between truth and fiction, authenticity and imagination serve as a source of inspiration for the rest of this article, which shows that this issue has been a subject of intense debate in philosophy and in the philosophy of science and still presents a challenge in the 21st century. The essay states that absolute, objective truth is a myth. It describes that what counts as ‘truth’ in a particular era, is, among other things, the result of power relations. It suggests productive ways to deal with this problem in modern society, through deliberative, emancipatory processes of reflexivity (Weick 1999), participatory research and dialogue, facilitating innovation and generation of new solutions.
LINK
Bendevorming en wetenschappelijk onderzoek… een combinatie die u misschien niet zag aankomen. Heel wat onderzoekers en mensen met ervaringskennis engageren zich in toenemende mate in diverse vormen van inclusief onderzoek. Ook dit artikel is geschreven vanuit een persoonlijke, indringende en leerrijke ervaring en zoomt in op inzichten uit deze bendevorming. De afgelopen jaren heb ik mogen meewerken in diverse inclusieve onderzoeksprojecten. Tijdens het door ZonMW gehonoreerde project ‘Samen werken, samen leren’ of kortweg SWSL (2016-2020) kreeg ik de kans om met diverse mensen samen te werken: academici (met wetenschappelijke kennis), professionals (met professionele kennis) en mensen met ervaringskennis. Met inclusief onderzoek wordt bedoeld dat de mensen over wie het onderzoek gaat – de mensen met ervaringskennis in de kern van het onderzoeksteam meewerken, in alle fasen van het onderzoek. Melanie Nind maakt een onderscheid in drie typen inclusief onderzoek. Het eerste type is participatief onderzoek, waarin mensen met ervaringskennis betrokken zijn bij de uitvoering van het onderzoekswerk, in plaats van alleen maar gegevens daarvoor aan te leveren. In het tweede type, emancipatorisch onderzoek, nemen de ervaringsdeskundigen niet alleen deel, maar hebben zij ook de controle ‘over het bereiken van hun emancipatie’. In het derde type, participatief actieonderzoek, ligt de nadruk op het proces, op het zien van mensen als change agents.
DOCUMENT
De kweek van vis en de vraag naar visvoer groeit wereldwijd enorm. Voor een verdere duurzame groei is de visvoer industrie op zoek naar alternatieve eiwitbronnen die duurzaam zijn en zo min mogelijk concurreren met bronnen geschikt voor humane consumptie. Eiwit uit zeewier kan in potentie een duurzaam alternatief zijn voor bijvoorbeeld het momenteel veel gebruikte sojameel of vismeel en visolie. ZEEVIVO focust zich in dit deel project op de vervanging van soja en onderzoekt daarom in werkpakket C of eiwit uit zeewier een geschikt alternatief is voor de sojacomponent in visvoer. De activiteiten binnen ZEEVIVO werkpakket C hebben als doel het selecteren en karakteriseren van op zeewier gebaseerde eiwitgrondstoffen voor visvoeders. Als eerste worden alle relevante eisen vastgesteld waaraan het zeewiereiwitconcentraat moet voldoen om gebruikt te kunnen worden door de visvoerindustrie. Vervolgens wordt, door middel van een uitgebreide screening met behulp van in vivo proeven, een selectie gemaakt uit de beschikbare zeewiereiwitconcentraten.
DOCUMENT
Waterlinzen is een ondergewaardeerd gewas. Ondanks dat het al sinds jaar en dag als “watereitjes”op het menu staat in Zuidoost Azië en ondanks dat de FAO in haar rapporten regelmatig heeft gewezen op de potentie van waterlinzen als hoogwaardig en voedzaam eiwitgewas, is de teelt en het gebruik hiervan in het dieet voor mens en dier in Europa nooit echt van de grond gekomen. Dat is jammer, omdat waterlinzen met een opbrengst (onder Nederlandse omstandigheden) van 20 ton droge stof per hectare en een eiwitgehalte van tot 30 à 40% per hectare per jaar bijna 10 x zoveel eiwit oplevert als soja, het nu meest bekende eiwitgewas. En dat terwijl we in Europa, maar zeker ook in de rest van de wereld, een sterk groeiende marktvraag naar (plantaardig) eiwit zien. Dit boekje geeft als aanloop op een bredere (her)introductie van dit gewas alvast een aantal heerlijke recepten op basis van waterlinzen, inclusief een handleiding om waterlinzen voor eigen gebruik op een voedselveilige manier te telen.
DOCUMENT
Vitaal & Voedzaam is de titel van een glossy magazine dat als bewaarexemplaar wordt aangeboden aan (thuiswonende) ouderen en hun mantelzorgers. Het is een product van het project Preventief Leer- en InnovatieNetwerk Tegen (PLINT) Ondervoeding, waarin Hogeschool Inholland met consortiumpartners zich richt op thuiswonende ouderen met risico op ondervoeding. Na twee jaar intensief samenwerken in het project werd het tijd voor een informatief tijdschrift voor mantelzorgers en (thuiswonende) ouderen over vitaal ouder worden. Het project PLINT Ondervoeding is een samenwerking van professionals, studenten en docenten waarin kennis en informatie is opgedaan en uitgedragen over hoe ondervoeding is te voorkomen of is tegen te gaan. De professionals in het project kwamen van alle kanten aangesneld om een steentje bij te dragen. Professionals in de zorg zoals verzorgenden, verpleegkundigen en diëtisten bijvoorbeeld. Maar ook experts in het bereiden van lekkere en gezonde voeding. Van complete maaltijden tot eiwitrijke tussendoortjes. De studenten hebben in twee jaar tijd veel opgestoken en zijn trots dat ze hebben mogen meehelpen om ondervoeding in de praktijk te voorkomen.
MULTIFILE
Publicatie bij de rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt als lector Green Biotechnology aan Hogeschool Inholland te Amsterdam op 20 mei2015 door dr. C.M. Kreike
DOCUMENT