The past two decades, a disproportionate growth of females entering the criminal justice system and forensic mental health services has been observed worldwide. However, there is a lack of knowledge on the background of women who are convicted for violent offenses. What is their criminal history, what are their motives for offending and in which way do they differ from men convicted for violent offenses? In this study, criminal histories and the offenses for which they were admitted to forensic care were analyzed of 218 women and 218 men who have been treated between 1984 and 2014 with a mandatory treatment order in one of four Dutch forensic psychiatric settings admitting both men and women. It is concluded that there are important differences in violent offending between male and female patients. Most importantly, female violence was more often directed towards their close environment, like their children, and driven by relational frustration. Furthermore, female patients received lower punishments compared to male patients and were more often considered to be diminished accountable for their offenses due to a mental illness.
MULTIFILE
Background: Different surgical approaches for total hip arthroplasty (THA) exist, without predisposition when it comes to dislocation risk. The direct anterior approach (DAA) is thought to have reduced risk since soft tissue trauma is minimalized. Therefore, we assessed the dislocation risk for different surgical approaches, and the relative dislocation risk of DAA compared to other approaches. Methods: Six electronic databases were systematically searched for prospective studies reporting dislocation following THA. Proportion meta-analyses were performed to assess the dislocation rate for subgroups of the surgical approach. Meta-analysis for binary outcomes was performed to determine the relative risk of dislocation for the DAA compared to other approaches. Results: Eleven studies with 2025 patients were included (mean age 64.6 years, 44% male, mean follow-up 10.5 months), of which four studies were also used in the risk ratio meta-analysis. Overall dislocation rate was 0.79% (95% CI 0.37–1.69). Subgroup analyses showed that most dislocations occurred in the posterior approaches group (1.38%), however non-significant. Furthermore, the DAA emerged with a non-significant lower risk of dislocation (RR 0.37, 95% CI 0.05–2.46) compared to other surgical approaches. Conclusion: Current literature shows non-significant predisposition for a surgical approach to THA regarding dislocation risk. To what extent patient characteristics influence the risk of dislocation could not be determined. Future research should focus on this, as well as on the influence of a surgeon's experience with a specific approach.
Leerlingen die hun hele schoolcarrière goede cijfers hebben gehaald voor vreemde talen, zoals Frans, Duits of Spaans, blijken vaak niet goed in staat om in die talen te communiceren. Kennelijk is er iets anders getoetst dan communicatievaardigheid. Als de toetsing zich daar beter op richt, welke effecten heeft dat dan op de onderwijsactiviteiten? Deze vraag staat centraal in het promotieonderzoek van Charline Rouffet.
MULTIFILE
Een leraar die een moderne vreemde taal onderwijst, geeft effectief les wanneer hij het communiceren in de vreemde taal centraal stelt, als leerdoel én leermiddel. We hebben een instrument ontwikkeld waarmee we het vakdidactisch handelen van leraren kunnen observeren en evalueren.
Een leraar die een moderne vreemde taal onderwijst, geeft effectief les wanneer hij het communiceren in de vreemde taal centraal stelt, als leerdoel én leermiddel. We hebben een instrument ontwikkeld waarmee we het vakdidactisch handelen van leraren kunnen observeren en evalueren.Doel Met behulp van het instrument onderzoeken we of de huidige praktijk van het vreemdetalenonderwijs communicatief is ingericht. Met deze inzichten kunnen we de aansluiting tussen de opleiding tot leraar moderne vreemde talen en de onderwijspraktijk verbeteren. Resultaten Dit project liep tot 31 december 2020 en heeft een vakdidactisch observatie-instrument opgeleverd en een bijbehorende begrippenlijst. Beide documenten zijn beschikbaar in het Nederlands en in het Engels en vind je terug op deze projectpagina. Dit observatie-instrument is ontwikkeld en gevalideerd samen met de lerarenopleidingen Engels, Duits, Frans en Spaans van Instituut Archimedes, Hogeschool Utrecht. De instrumenten zijn hieronder te downloaden en kunnen worden gebruikt voor niet-commerciële onderwijs- en opleidingsdoelen, met bronvermelding en logo. Wij stellen het op prijs als u uw ervaringen, vragen en opmerkingen doorgeeft aan meertaligheid@hu.nl. Looptijd 01 september 2017 - 07 januari 2023 Aanpak Het onderzoek wat heeft geleid tot de ontwikkeling van het observatie-instrument is afgerond. Op dit moment wordt het observatie-instrument ingezet als feedbackinstrument in de vakdidactische leerlijn van de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen moderne vreemde talen van de HU, Instituut Archimedes. Aan de ontwikkeling en invoering van het instrument is meegewerkt door: Catherine van Beuningen, Mariska Dinkelman, Kristina Goodnight, Rick de Graaff, Oliver Greiner, Karin Haan, Marleen IJzerman, Irene de Kleyn, Tobey Nelson, Charline Rouffet en Melissa Willemsen Downloads en links
Samenvattend: dit onderzoek biedt ondernemers kennis over bedreigingen van criminele inmenging, interne kwetsbaarheden die hierop aangrijpen en hoe signalen van criminele inmenging in de organisa-tie zijn te herkennen. Voor de verschillende bedreigingen zullen we een interventietoolkit (te nemen maatregelen wanneer signalen of risico’s op inmenging zich voordoen) voor ondernemers en bedrijfs-collectieven ontwikkelen, waardoor zij hun weerbaarheid kunnen versterken. Opgedane kennis zal gebruikt worden om tot een Bevattelijkheidsscan Criminele Inmenging te komen. Hierin worden de ontwikkelde producten voor ondernemers en de verkregen wetenschappelijke vorderingen opgeno-men.