Ovegenomen uit het tijdschrift HJK nr. 3 van november 2021, met toestemming van ThiemeMeulenhoff Spelend leren, een kernbegrip in het kleuteronderwijs, kent verschillende benaderingen, variërend van kindvolgende benaderingen via ontwikkelingsgerichte benaderingen tot directe instructiebenaderingen. Welke vorm van spelend leren is het meest effectief?
MULTIFILE
Ons opleidingssysteem is gebaseerd op cognitief leren: theorieen en modellen uit het hoofd kennen en onze hersenen volstoppen met kennis. Daardoor wordt echter kostbaar talent en energie verspild. Bovendien worden menselijke mogelijkheden onvoldoende benut. Dit artikel gaat op zoek naar noodzakelijke vernieuwingen in het verouderde modelmatige denken in leren.
DOCUMENT
In de afgelopen jaren is er een steeds vroegere bijstelling te zien geweest van spelend leren naar een meer gestructureerde schoolse benadering. Eenzijdig de focus leggen op dergelijke vormen van ‘schools’ leren kan echter leiden tot negatieve effecten, omdat sommige jonge kinderen nog niet rijp zijn voor zo’n aanpak. Centraal in het onderzoek waarover hier verslag wordt gedaan, staat dan ook de vraag wat de rol is van de sociaal-emotionele en gedragsmatige ontwikkeling van jonge kinderen in relatie tot hun cognitieve leerprestaties. Met behulp van een in Nederland nog niet eerder toegepast observatie-instrument voor schoolrijpheid zijn sociaal-emotionele en gedragsmatige problemen in kaart gebracht bij kinderen in de groepen twee en drie van het basisonderwijs. Daarbij is gekeken naar de samenhang met hun feitelijke prestaties op gestandaardiseerde taal- en rekentoetsen uit het Cito-volgsysteem. De resultaten geven onderbouwing aan de stelling dat sommige leerlingen nog niet schoolrijp zijn, of anders gezegd: ze zijn nog niet toe aan het schoolse gestructureerde leren. Met name bij jongens kunnen problemen op het sociaal-emotionele of gedragsmatige vlak het leerproces negatief beïnvloeden. Vanuit dit perspectief is een herijking van het begrip schoolrijpheid op zijn plaats en lijkt een kritische reflectie van belang op de gestructureerde schoolse benadering in veel methoden voor de voor- en vroegschoolse educatie, want zeker niet alle doelgroepleerlingen zijn daar aan toe.
DOCUMENT
De gemeenten Wageningen en Ede, studentenhuisvester Idealis, Wageningen University & Research en Christelijke Hogeschool Ede willen de kennis en expertise van de aanwezige studenten en kennisinstellingen meer inzetten voor lokale maatschappelijke opgaven in de directe leefomgeving. Dit betekent een nieuwe manier van samenwerken waarin studenten, inwoners, onderzoekers, gemeente en bedrijven samen kennis en expertise opbouwen, delen en toepassen. Op deze manier beogen we samen de zogenaamde complexe opgaven – “wicked problems” – op te pakken in een lokale context, de resultaten meer van effect op de inwoners van de stad te laten zijn en de grenzen tussen organisaties hierin meer te laten vervagen. De betrokken partijen hebben als ambitie dat deze manier van samenwerken over vijf jaar (eind 2022) vanzelfsprekend is. Met andere woorden: dat de basis voor het “Living Knowledge Network Wageningen & Ede” is gelegd. Om deze ambitie te behalen is experimenteerruimte nodig waarin we samen, in een veilige omgeving en binnen overzichtelijke concrete projecten, ervaring opdoen in het integraal samenwerken, kennis delen en toepassen. We kiezen er daarom voor om in 2018-2019 met twee pilotprojecten te starten op het gebied van voedselverspilling en klimaat neutrale stad in Wageningen. Het is onze ambitie dat deze twee projecten een sneeuwbaleffect veroorzaken waar meerdere vervolgprojecten (Living Labs), in zowel Wageningen als Ede, uit volgen. We vragen ondersteuning van de Impuls City Deal Kennis Maken om een aanjager aan te stellen die de coördinatie van deze twee pilotprojecten op zich neemt. De aanjager stimuleert de samenwerking, zichtbaarheid en evaluatie van beide projecten en ontwikkelt een plan van aanpak voor de doorontwikkeling van deze projecten tot Living Labs en vervolgprojecten. Ook vragen we de aanjager opgedane kennis te delen in het landelijke netwerk City Deal Kennis Maken.
In dit project onderzoeken we educatief materiaal van het Nederlands Danstheater (NDT). Het gaat hierbij niet alleen over de impact van de apps op de creatieve dansontwikkeling van leerlingen. Zo zal met name bij de applicatie The Statement voor groep 7 en 8, ook worden onderzocht of deze bijdraagt aan de ontwikkeling van hun burgerschapscompetenties.Doel Het project maakt zichtbaar wat kinderen en (toekomstige) leerkrachten leren van de educatieve dansapps van het NDT. Ook geeft het handvatten voor het gebruik van de apps in de klas en op de pabo. Resultaten Er is een overzicht van de hoeveelheid leerkrachten en scholen die de door het NDT ontwikkelde educatieve apps gebruiken. De kennis over de impact en gebruiksmogelijkheden van de apps wordt in publicaties en een netwerkbijeenkomst gedeeld met het onderwijs- en culturele veld. Naast de bijdrage aan creatieve dansontwikkeling wordt voor de app The Statement (groepen 7 en 8) ook de bijdrage van de app aan de ontwikkeling van hun burgerschapscompetenties in beeld gebracht. Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2023 Aanpak Het onderzoek start met het verzamelen en analyseren van de beschikbare kwantitatieve gegevens. Om te onderzoeken op welke manier de digibord-app wordt gebruikt voeren we, met behulp van een semigestructureerd interview-format, individuele gesprekken met gebruikers van de app.
In dit project onderzoeken we educatief materiaal van het Nederlands Danstheater (NDT). Het gaat hierbij niet alleen over de impact van de apps op de creatieve dansontwikkeling van leerlingen. Zo zal met name bij de applicatie The Statement voor groep 7 en 8, ook worden onderzocht of deze bijdraagt aan de ontwikkeling van hun burgerschapscompetenties.