Den Haag heeft duinen en paleizen, heeft een hofvijver en een tribunaal. Maar naast dit alles is er meer. Er staat zo'n kwart miljoen woningen, er zijn winkels en er zijn bedrijventerreinen. Over het grootste bedrijventerrein van Den Haag, de Binckhorst, gaat dit rapport. Het is een centraal gelegen gebied in Den Haag, zo'n 130 hectare groot. Het gebied mag zich de laatste jaren verheugen in veel aandacht van stedelijke beleidsmakers. De Binckhorst is een grote toekomst toegedicht met een groot aantal nieuwe woningen, een park, kantoren, winkels, verbetering van de verkeersverbindingen en nog veel meer. Ook is er reden om bij vernieuwing van het gebied te zoeken naar verbetering van duurzaamheid (waaronder CO2-uitstoot en energievoorziening). Met een groot accent op binnenstedelijke woningbouw kan ook de druk op verdere stadsuitleg worden verzacht. In het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool willen we meer weten hoe in Den Haag de maatschappelijke vraagstukken leven en aangepakt worden. Eerder (2000) was het lectoraat betrokken bij de vraag hoe de Binckhorst zich zou kunnen ontwikkelen tot een duurzaam bedrijventerrein. In de publicatie 'Zeker in de stad'(2008) keken we naar de vernieuwing van Den Haag Zuidwest. In de aanpak van Haagse krachtwijken (zoals de Schilderswijk en Transvaal) speelt de vraag wat de lokale overheid in het samenspel met andere partijen vermag om vraagstukken in de wijk op te lossen. In dit rapport wordt de maakbaarheid van de stad nader onderzocht aan de hand van de Binckhorst. Louis Kanneworff, lid van de kenniskring van het lectoraat, gaat in op de planontwikkeling van de Binckhorst. In tweede instantie levert hij in dit rapport ideeën en suggesties hoe de Binckhorst, 'het best bewaarde geheim van Den Haag', een duurzame stadswijk kan worden. Met dit rapport wil het lectoraat bijdragen aan het debat over de ontwikkeling van de stad in het algemeen en van Den Haag in het bijzonder. Reacties zijn welkom.
DOCUMENT
Dit rapport is gebaseerd op uitgevoerd onderzoek in Scandinavië en Groot Brittannië naar het keuze proces van woningeigenaren bij het vernieuwen van hun verwarmingssysteem. De onderzoeken gaan in op het besluitvormingsproces dat wordt doorlopen om tot een keuze voor een verwarmingssysteem te komen. Deze kennis wordt gebruikt om een marketingcampagne ontwikkelen. De marketingcampagne is vervolgens geanalyseerd. Dit onderzoek vergelijkt de resultaten van de diverse onderzoeken en doet aanbevelingen voor Nederlandse warmtebedrijven voor de focus van hun marketingcampagne.
DOCUMENT
RODEO introduceert een meer participatief businessmodel voor stadsverwarming en -koeling (DHC) welke de kosten, baten en risico's van de ontwikkeling, realisatie en exploitatie opnieuw in balans brengt. Hiermee kunnen warmtenetten op grotere schaal worden ingezet en uiteindelijk individuele woningen bereiken. Het initiatief ligt bijna altijd bij de lokale overheid, maar het is de wisselwerking tussen alle stakeholders (lokale overheden, netbeheerders, warmteleveranciers en -verbruikers) die de kern vormt van het model. Dit is een duidelijk verschil met traditionele businessmodellen waarbij de netbeheerder moet uitzoeken hoe te concurreren met gas. RODEO zal dit businessmodel co-creëren en valideren in 4 steden met een eigen DHC-systeem: Duinkerke, Oostende, Assen en Dublin. Elk netwerk bevindt zich in een andere ontwikkelingsfase, maar allen zijn nog steeds vooral afhankelijk van aardgas. De uitwisseling tussen de 4 steden, ondersteund door experts van Exceedence en Hanze Hogeschool, zorgt ervoor dat alle partijen veel sneller leren & evolueren. Dit zou niet mogelijk zijn in een nationale context; er zijn gewoon nog niet genoeg netten. Om de impact te maximaliseren, worden de leerlessen verwerkt in een trainingsprogramma gericht op lokale overheden en DHC-beheerders in NWE.