Een nieuw stijlparadigma in de krantenwereld dient zich aan: kortere teksten op kleinere pagina's, op tabloid formaat. Dat vergt van schrijvende journalisten een bovengemiddelde stijlvaardigheid. Zij moeten leren werken op maat, onder meer de productie van een kop ter grootte van een woord, passend boven een eennkolommer. Of een Ankeilertekst van zeven woorden. Daardoor dient de lezer het nieuws mee te krijgen.
DOCUMENT
Zuyd Hogeschool koerst op zelforganisatie voor (opleidings)teams. Zelforganisatie wordt opgevat als het binnen de bestaande context en kaders van de hogeschool bevorderen van eigen verantwoordelijkheid van teams en medewerkers voor de organisatie en verdere ontwikkeling van een opleiding. De complexiteit van de organisatie en het onderschrijven van de professionaliteit van de medewerkers maken zelforganisatie tot een gewenst uitgangspunt. Samenwerking, regelruimte, verantwoordelijkheid, proactief handelen en verbindend leiderschap worden verbonden aan het begrip zelforganisatie. De onverwachte taakstellingen die de Corona-pandemie met zich meebracht versterkten dit besef. Met de dankbetuiging in De Limburger van 20 maart 2021 sprak het College van Bestuur waardering uit voor onder meer de gebleken zelforganisatie.
DOCUMENT
Onderzoek binnen Hogeschool Zuyd naar hoe zelforganisatie binnen teams zou kunnen worden bevorderd en wat daarbij de rol van de teamleider zou kunnen zijn.
DOCUMENT
De rode draad: In deze openbare les worden eerst twee dominante paradigmas, die binnen de opleidingen gehanteerd worden, geschetst. De ideeën van paradigma II worden aangevuld met het gedachtegoed van het sociaalconstructivisme en het postmodernisme. Vanuit dit kader worden de consequenties van deze ontwikkeling voor het opleiden van leraren bekeken. De ontwikkeling van een competentielandschap voor opleiders van leraren wordt vanuit een ecologisch perspectief (waarbinnen de intensieve samenhang tussen leerlingen, school, omgeving, opleidingsorganisatie en opleider verondersteld wordt) stap voor stap opgebouwd. Daarbij worden de invloeden van deellandschappen op deze ontwikkeling, de integratie van deze deellandschappen en de kernaspecten van dat competentielandschap stuk voor stuk besproken. Tot slot worden de grote lijnen van zon landschap (en niet de inhouden; die worden door opleiders en studenten geselecteerd) in termen van paradigma II geschilderd.
DOCUMENT
Voor het nummer over ethiek spraken de auteurs met Jeffrey Wijnberg - psycholoog, publicist en schrijver van een groot aantal populairwetenschappelijke boeken. Wijnberg werkt als gezondheidspsycholoog en psychotherapeut en is met name bekend geworden door zijn bijzondere stijl van begeleiden: de provocatieve stijl. ‘Uitdagen met liefde en humor’, schrijft hij daar zelf over op zijn website. Het uitdagen bij provocatief behandelen gaat soms ver. Dat is de reden waarom de auteurs met hem van gedachten wilden wisselen over de vraag: iemand helpen door te provoceren, kun je dat wel maken?
LINK
Er verandert veel in het welzijnswerk. Dit heeft gevolgen voor de sociaal werkers en de wijkbewoners die zij ondersteunen. Ondernemen in Welzijn laat zien welke veranderingen er gaande zijn, wat de gevolgen daarvan zijn en welke rol ondernemender gedrag en ondernemerschap daarbij kunnen spelen. Het brengt de ontwikkelingen in kaart als gevolg van de nieuwe kaders voor het werk (Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl) en de bezuinigingen. Met uitgebreid casusmateriaal wordt deze andere aanpak tot op het niveau van de dagelijkse praktijk uitgewerkt. Ondernemen in Welzijn is daarmee geschikt voor studenten sociaal werk, welzijnswerkers in de praktijk en belangstellenden, bijvoorbeeld beleidsmedewerkers, die geïnformeerd willen worden over de gehele sector. Voor leidinggevenden en hrm-ers maakt Ondernemen in Welzijn inzichtelijk dat intern ondernemend werken ook een organisatieverandering vergt. Een individuele welzijnswerker kan wel ondernemend willen werken, maar bij blokkades door de organisatie, bijvoorbeeld een egalitaire teamcultuur, top-down management of te strakke procedures, lukt dit niet. Een omslag in de aanpak van het werk is echter hard nodig. Versterkte inzet van HRM-instrumenten en een andere stijl van leidinggeven zijn onontbeerlijk.
LINK
In de interviewserie met lectoren: filosoof Nico de Vos is dragend lector Participatie en Stedelijke Ontwikkeling. Zijn lectoraat onderzoekt de maatschappelijke impact van sport, kunst en gemeenschappen (community development). ‘Participatie moet niet alleen gericht zijn op de kwetsbare mensen in de samenleving.’ Een interview over andere manieren van samenleven, over nieuwe onderzoeksvormen en echte impact, in "de nulde lijn" van de Utrechtse samenleving.
LINK
Kwaliteitsmanagement is lange tijd gekenmerkt geweest door wat je het empirisch paradigma (Van Kemenade & Hardjono, 2018) zou kunnen noemen. Binnen die manier van denken is kwaliteitskunde meten en gaat het onder andere om prestatie-indicatoren. Kwaliteit is voldoen aan de vereisten. Verbetering en verandering is te plannen. Statistiek is zijn belangrijkste wetenschap. De manager controleert. Een risico echter van dit kwaliteitsparadigma is, dat er een enorme bureaucratie ontstaat. Erger nog: ze houdt onvoldoende rekening met de complexiteit van het huidige tijdsgewricht.
DOCUMENT
Een heftige vraag natuurlijk maar toch vraag ik me wel eens af hoe wetenschappelijk de wetenschap is vandaag de dag. Natuurlijk weten we met Kuhn, Polanyi en Bateson dat we voortdurend attent dienen te zijn op het gevaar van ideologie en dat het wetenschappelijk paradigma ook een component van sociale acceptatie heeft. We zijn niet zo gediend van afwijkende uitgangspunten in het wetenschappelijk bedrijf. Maar toch, hoe wetenschappelijk is wetenschap? Dit is natuurlijk een veel te algemene vraag, ik weet het en ik hoor het u zeggen, maar in het bestek van deze column doe ik het.
DOCUMENT
In deze rede zal ik vanuit het heden via de theorie en de wijze waarop theorie en praktijk verbonden zijn, een sprong maken naar de toekomst. Eerst zal ik een korte uiteenzetting geven over de positie van Nederland op het gebied van innovatie en ondernemerschap. Daarna zal ik een schets geven van het theoretische kader en de paradigma´s die naar mijn mening denken en doen in relatie tot innovatie en ondernemerschap bepalen. Tot slot wil ik een brug slaan naar de toekomst en de rol die het lectoraat Ondernemen en Innoveren (O&I) zal spelen om vernieuwing tot stand te brengen en het concept ondernemend innoveren vorm te geven.
MULTIFILE